Belevenissen van een Amsterdamse tourguide

02-05-2013 11:28

We zitten in coffeeshop Bluebird, in de Jodenbreestraat. Een vader, een moeder en hun twee twintigjarige zoons. Het is moeilijk converseren, want de ouders hebben een erg Aziatisch accent als ze Engels praten. De zoons attenden een college in Australië en spreken gelukkig perfect Engels.

Ze komen uit Maleisië. Ik dacht dat Maleisië een heel Islamitisch land was, maar de moeder van het gezin bevestigd dat beeld niet: ze heeft zo’n kapsel als presentatrices bij RTL-feelgood programma’s ook altijd hebben – met van die krullen die erin gezet zijn – en met haar enorme zonnebril heeft ze wel iets weg van een flamboyante filmster.

Christelijke minderheid

De familie blijkt tot de christelijke minderheid in Maleisië te behoren. Ze willen graag dat hun zoons goed Engels spreken, en wat van de wereld zien. Daarom zijn ze nu bezig aan een toer door Europa. De drie dagen in Amsterdam zijn tussen een trip naar Parijs en Londen ingepland.

Als ik vertel over ons gedoogbeleid, vraag ik mijn toeristen bij de coffeeshoptoer daarna altijd hoe het zit met het drugsbeleid in het land waar zij vandaan komen. Dat is altijd wel een goeie ijsbreker, want ze beginnen dan meestal verontwaardigd te vertellen hoe zinloos de regels zijn, en hoe streng de politie wel is.

Ingehuurde student

Ook in Maleisië blijken drugs heel erg illegaal te zijn, en je gaat er heel erg lang de gevangenis voor in. Daarom zijn we nu hier, legt de vader mij uit in zijn gebrekkige Engels. We weten dat onze zoons op een gegeven moment toch wel gaan experimenteren met drugs, en dan willen we liever dat ze dat doen op een plek waar het legaal is. “Met een tourguide erbij die er verstand van heeft!”, vult moeder aan. Ik voel een verantwoordelijkheid op mijn schouders drukken. Zouden ze weten dat ik ook maar gewoon een ingehuurde student ben?

Ondertussen proberen de jongens klungelig een joint op te steken. Het gaat moeizaam. Ze hebben nog nooit iets gerookt, dus ze moeten ervan hoesten. “Give me that”, zegt hun vader. Hij neemt hem van ze over, en zuigt in één hijs de halve joint naar binnen. Glimlachend blaast hij de rook uit en geniet er zichtbaar van. Ook moeder blijkt er wel raad mee te weten.

Niet echt stoned

Gretig roken de ouders samen de wiet op – hun zoons krijgen ook af en toe een trekje. De jongens moeten er wel om lachen. Ze worden niet echt stoned, maar vinden het spannend om een keertje te blowen.

Ik probeer het gezin nog te overtuigen om morgen ook mee te gaan met de fietstoer. Het is namelijk niet zulk lekker weer, en ik zie het al gebeuren dat er te weinig toeristen komen opdagen voor mijn toer. Dat moet ik niet hebben natuurlijk.

Pancake-lunch

Het lijkt de jongens wel leuk, maar ze zijn bang dat ze er morgen geen tijd voor hebben. Het is de laatste dag dat ze in Amsterdam zijn, er staan waarschijnlijk andere dingen op het programma. Vader en moeder zijn niet echt meer aanspreekbaar. Ze zitten giechelend op de bank, en bestellen voor iedereen een fruitsmoothie.

Tot mijn grote verbazing staan de moeder en zoons de volgende morgen bij de fietsverhuur klaar voor de start van de fietstoer. Behalve een pancake-lunch hadden ze vandaag toch niets gepland, dus een stukje fietsen leek ze eigenlijk wel leuk. Ze hebben nog wat wiet over, en die willen ze vanmiddag gaan oproken.

Alleen vader ontbreekt. Of hij geen zin had om te komen, vraag ik de jongens. “No”, zegt de oudste zoon, en hij maakt met zijn vingers het sarcastische ‘aanhalingstekens’ gebaar:
He’s tired.

Marie Hemelrijk studeert in Amsterdam en heeft een bijbaan als tourguide.