Dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg is een paar maanden geleden boos opgestapt als lid van het Comité van Aanbeveling van het Verzetsmuseum Amsterdam. Herzberg vindt het onverteerbaar dat de koning ,,het lef had” om de tentoonstelling Geen nummers maar namen te openen, over mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Dachau gevangen zaten. Ze vindt het een belediging dat de koning kwam: ,,Ziet hij geen parallel met het misdadige regime dat in Argentinië tussen de 10.000 en 30.000 ‘nummers’ heeft laten verdwijnen?” De vader van koningin Máxima was staatssecretaris onder het regime-Videla waar Herzberg op duidt.
NRC heeft woensdag de brief gepubliceerd die Herzberg op 6 augustus stuurde aan het bestuur van het Verzetsmuseum. ,,Zou het niet meer voor de hand liggen als onze Koning zich eens in het openbaar bezig hield met Geen nummers maar namen in Argentinië?”, begint Herzberg de brief. Aan het einde van de brief stelt ze voor dat het museum een tentoonstelling organiseert over ,,de Argentijnse dictatuur en het verzet daartegen”.
Schrijvers als Herzberg zien wel vaker aanleiding om hun Grote Deugen op bizarre en gezochte wijze te verknopen met het verleden. Mensen die niet steeds op zoek gaan naar parallellen ter meerdere eer en glorie van zichzelf, zijn per definitie minder deugend.
ANP/TPO