Beslissingen nemen en beleid uitvoeren gaat veel makkelijker in een dictatuur; zomaar zonder consequenties meningen verkondigen gaat beter in een anarchie. Het doel van het democratisch bestel is dan ook het vinden van een balans tussen orde (zonder dat die uitmondt in een dictatuur) met vrijheid (die niet verwordt tot anarchie). Het belangrijkste wat een politicus of bestuurder doet, is het in stand houden van het democratische politieke bestel. De PvdA had de motie van afkeuring van gisteren dan ook moeten steunen.
Vorige week heb ik helaas mijn oude vriend Jan van der Stoep moeten begeleiden naar zijn laatste rustplek. Jan was uitbater van Sociëteit de Burcht, waar ik jarenlang barman was. Na sluitingstijd dronken we nog wel eens wat, en tijdens de plechtigheid moest ik denken aan een dramatische nacht midden in de jaren ’80. Het was een uur of drie en opeens hoorden we gestommel op de trap. Een collega-bardame kwam binnen met een gescheurde lip, blauw oog, tand eruit geslagen en kapotte kleren. Haar vriend, onder invloed van drank en misschien wel meer had haar in elkaar geslagen. Hij zat achter haar aan, en ze was doodsbang. We deden snel de deur op slot, en het licht uit, maar de vriend had in de gaten dat zij bij ons was, en begon op de deur te bonken. Op enig moment begon hij te roepen “en de liefde dan! en de liefde dan!” en verdween. Twee maanden later zag ik haar weer. Ze was nog steeds bij haar vriend. Het speet hem immers, en hij had goede bedoelingen. Bovendien waren ze al zó lang bij elkaar… En hij sloeg haar ook niet meer. Althans… nauwelijks. Want hij dronk en snoof niet meer. Althans… minder.
Het komt vaker voor. Slachtoffers in een gewelddadige relatie die toch maar bij de sterkere partner blijven. Ik moest er gisteravond aan denken toen ik het debat zag om de Teevendeal. Een vreemde vertoning. Ik vraag me af wat er tijdens het kerstdiner van de PvdA, tussen Kalkoen en Plumpudding in de Oude Zaal gedeeld werd. Hoe zouden de partijgenoten naar elkaar gekeken hebben, en wat zou er gezegd zijn om de pompoensoep koud te praten? Ik hoop dan altijd dat tijdens zo’n gezellige maaltijd iemand mee-eet waar Brecht zijn Lob des Revolutionärs voor geschreven heeft:
“Wo er sich zu Tisch setzt Setzt sich die Unzufriedenheit zu Tisch Das Essen wird schlecht Und als eng wird erkannt die Kammer”
Maar aangezien het leiderschap van de PvdA er alles aan doet om de sfeer goed te houden en “problemen” (discussie) te voorkomen, zitten deze mensen niet aan tafel, en zal het ongetwijfeld een gezellige en jolige bende geweest zijn, met kwinkslagen en muziek.
Dat de VVD in het tijdelijke huwelijk tussen VVD en de PvdA de sterkere partij is, is evident. Als de PvdA al niet tekent bij ieder rechts kruisje, worden in ieder geval de beslissingen die meer in de lijn van het PvdA-beleid zijn, als VVD-succes uitgelegd. Tsja, zo laat je de achterban wel vertwijfeld voor zich uit staren. Terwijl het leiderschap van de PvdA keer op keer uitlegt we en linkser en linkser (moeten) worden, wordt in de praktijk rechtser en rechtser beleid gesteund. Uitzondering is het dramatische WNT-beleid; het op jaloezie en afgunst gebaseerde beleid om bestuurders met hoge salarissen van de PvdA te doen vervreemden, carrière-mogelijkheden van mensen in de publieke sector zo veel mogelijk te beperken in combinatie met het ontnemen van de belangrijkste verantwoordelijkheid van toezichthouders. Een PvdA-succes waar ik een genuanceerde mening over heb :-).
En toch blijft de PvdA de samenwerking met de VVD maar in stand houden; om erger te voorkomen (de peilingen zijn niet rooskleurig) of andere onnavolgbare redenen wordt -telkens weer- de eigen idealen tekort gedaan. Zorg. Onderwijs. Europa. De sociaal-democratische standpunten worden ten gunste van politieke overleving vergeten. Tot het punt dat zelfs meegewerkt wordt aan het om zeep helpen van democratische uitgangspunten, zoals het duale bestel en de trias politica: een strenge politieke scheiding tussen de uitvoerende en controlerende macht, en aparte bestuurlijke instituten voor uitvoerende, controlerende en rechtsprekende machten. Twee uitgangspunten die in een parlementaire democratie niet mogen corroderen.
Juist de PvdA zou zich veel principiëler moeten uitspreken tegen het gedrag van de VVD rondom de Teevendeal. Van het begin tot het eind klopt er niets van. Het feit dat VVD-prominenten de indruk helpen te wekken dat de verdiensten van de hasj- en cocaïne-handel nauwelijks boven de WNT-norm uitkomen; het gestuntel rond bonnetjes (mensen die wat minder genuanceerd zijn, zouden kunnen spreken over een cover-up van een relatie tussen de boven- en onderwereld) en het opheffen van het duale bestel door Kamerleden mee te laten schrijven aan een persbericht. Dit gaat verder dan vergissingen waar je met excuses onderuit kan komen: dit zijn misstanden die in een democratie, zeker als ze uitkomen, onverteerbaar zijn. De toegevoegde waarde van dit debacle is dat de Minister en Staatssecretaris van Justitie een gratis bijles Staatsrecht kregen.
Kamerlid Klein had natuurlijk helemaal gelijk toen hij vroeg wat een motie van afkeuring nu precies voor betekenis had. Zeker toen Van der Staaij uitlegde dat wat hem betreft deze motie een “klassieke” motie van afkeuring was, dus los stond van de vraag of het parlement nog vertrouwen in het kabinet had, zou de PvdA deze motie natuurlijk gewoon moeten steunen. Maar dat deed de PvdA niet, want ze zijn al zo lang bij elkaar, en de VVD heeft beterschap beloofd. En het is beter voor de kinderen.