Buitenland

Sparren in de Perzische Golf: kan Iran de Straat van Hormuz sluiten?

10-05-2013 14:49

Het is weer de maand van ouderwets, ongepolijst maritiem machtsvertoon in de Arabische Perzische Golfregio. Afgelopen week begon daar de 13e International Mine Countermeasure Exercise (IMCMEX): de grootste maritieme oefening in de regio die tot en met 30 mei zal duren. Naast de Verenigde Staten – die hun vijfde vloot in de regio hebben gestationeerd – doen ruim 40 andere landen mee aan de oefening. Namens Nederland is de Defensie Duikgroep (DDG) van de Koninklijke Marine afgevaardigd.

Straat van Hormuz vitaal knooppunt

De participerende landen zullen 35 schepen, 18 onbemande onderwatervaartuigen (AUV) en ruim 100 duikers, die mijnen onschadelijk kunnen maken, inzetten. Dat alles is echter geen enkele reden voor paniek hoor: vice-admiraal John Miller was er als de kippen bij om te benadrukken dat de oefening een puur defensief karakter heeft en absoluut niet gericht is tegen Iran. Dat laatste klinkt heel diplomatiek, maar afgaand op het karakter van de oefening wil men er wel degelijk een signaal mee afgeven aan Teheran. Tijdens de oefening zal namelijk vooral gericht worden op defensieve taken als het onschadelijk maken van mijnen, het escorteren/beschermen van koopvaardijschepen (lees: olietankers) of het bewaken van elementaire waterwegen (lees: de Straat van Hormuz). Daarnaast zullen meer offensieve acties, zoals het ontzetten van havens en het boarden van schepen, worden geoefend. Niet geheel toevallig allemaal operaties die onderdeel zouden zijn van een reactie op offensieve acties van Iran in en rond de Straat van Hormuz. Teheran wil namelijk nog wel eens dreigen dat vitale knooppunt – waarlangs 35 procent van de wereldwijd over zee vervoerde olie gaat – dicht te zullen gooien. De niet onbelangrijke vraag luidt: is Iran daartoe praktisch gezien ook in staat?

Iran versus de Verenigde Staten

Voordat we die vraag gaan beantwoorden maken we even een uitstapje naar de geschiedenis. Terug naar 1980-1988: de Irak-Iran oorlog. In september 1980 viel het Irak van Saddam Hoessein Iran binnen, erop hopend te kunnen profiteren van de chaos die in Iran was ontstaan na de revolutie van 1979. Na een Iraaks offensief van 2 jaren kantelde de strijd in 1982 en organiseerde Iran een tegenoffensief. Uiteindelijk ontaardde het conflict in een vastgelopen loopgravenoorlog waarbij meer dan een miljoen slachtoffers vielen. De ´onzichtbare hand´ van de Amerikanen zat – zoals geclaimd door Iran – niet achter de Iraakse invasie, maar Westerse landen kozen in het conflict wel de kant van Saddam Hoessein. Zeker toen het initiatief van de strijd aan Iraanse zijde kwam te liggen en een grote aanval op de Zuid-Iraakse stad Basra aanstaande leek, groeide de angst dat Iran aan de winnende hand zou zijn en op die wijze zijn invloed in de regio zou kunnen uitbreiden. Het regime in Teheran was de grootste bedreiging voor de Amerikaanse overheersing in de Perzische Golf geworden.

Escorterende partij werd geëscorteerde partij

Het conflict leidde ook tot meerdere vijandigheden in de Perzische Golf zelf. Irak begon al snel na het begin van de oorlog een ware ‘olietankeroorlog’. Met door Frankrijk geleverde Dassault Super Étandards bestookte Hoessein verschillende keren Iraanse tankers. Als tegenreactie beschoot Iran olietankers van Iraakse bondgenoten. In mei 1984 vuurden Iraanse F-4′s raketten af op de Koeweitse en Saoedische olietankers Umm Casbah,Bahrah, Yanbu en Pride. De tankeroorlog werd steeds heftiger en met de operaties ‘Prime Change‘ en ‘Earnest Will‘ raakte de Amerikaanse marine actief betrokken bij de bescherming van Koeweitse olietransporten door de Perzische Golf. Daarbij kwam het meerdere malen tot vijandigheden tussen Amerikaanse en Iraanse troepen. Iran gebruikte vooral zeemijnen om angst en onzekerheid voor de zeevaart te creëren. In 1987 liep de Sovjettanker Marshal Chuykov op een Iraanse mijn en in juli van datzelfde jaar trof de door Amerikaanse marineschepen geëscorteerde Koeweitse tanker Bridgeton hetzelfde lot. De Bridgeton kon, hoewel beschadigd, zijn route vervolgen. Bang om zelf getroffen te worden door een andere mijn zochten de Amerikaanse marineschepen bescherming achter de enorme tanker: de escorterende partij werd zo de geëscorteerde partij. In 1988 voer vervolgens de USS Samual B. Roberts op een door Iran gelegde mijn. De bemanning bleef ternauwernood een zeemansgraf bespaard, maar het fregat raakte wel zwaar beschadigd door de explosie. Als vergelding kwam Amerika met Operatie Praying Mantis, waarbij verschillende Iraanse olieplatformen en fregatten tot zinken werden gebracht.

Wat kan Iran aanrichten?

Iran, die zelf ook regelmatig oefeningen in de Straat van Hormuz houdt, heeft dus wel degelijk de mogelijkheden om de zeevaart in het gebied te ontregelen. Naast zeemijnen (waaronder de MDM-6 van Russische makelij en de Chinese EM-52 raket-aangedreven mijn) hebben de Iraanse strijdkrachten vooral beschikking over een asymmetrische capaciteit die op geïntegreerde wijze kan worden ingezet om zogenaamde anti access and area denial operaties uit te voeren. Te denken valt aan zogenaamde swarm boats: in groepjes opererende bewapende speedbootjes (FAC’s) van de Ashura en Tareq, klassen. Ook beschikt Iran over anti-schip raketten (ASCM’s), zoals deAzarakhsh (‘bliksem’), Tonda(‘donder’), CSS-N-2 Silkworm, CSSC-3 Seersucker en CSS-N-8 Saccade en (mini-)onderzeeboten (waaronder de Russische 877EKM Kilo-class). Verder heeft het land ballistische raketten in zijn arsenaal, waaronder de Shahab(‘meteoriet’), Ghadr (‘krachtig’) en Sajjil (‘gebakken klei’) en beschikt het over een maritieme luchtvloot (waaronder drones zoals de Ababil of ‘zwaluw’ en Karrar of ‘aanvaller’, die door Ahmadinejad tot ‘ambassadeur van de dood’ werd gedoopt). Ten slotte kan nog de luchtafweercapaciteit worden genoemd, onder andere bestaande uit een mix van Russische SA-2, SA-5, en SA-15 raketten.

Dreigen of actie?

Tussen dreigen met het sluiten van de Straat van Hormuz en het ten uitvoer brengen van die dreigementen zit echter een wereld van verschil. Ten eerste weet Iran heel goed dat het sluiten van de Straat ongetwijfeld tot een militaire reactie van de Verenigde Staten zal leiden. Gezien de enorme verschillen tussen de militaire capaciteit van beide landen, in het voordeel van de Verenigde Staten, zal dat tot grote verliezen aan Iraanse zijde leiden. De Verenigde Staten zullen naar verwachting dan ook niet heel veel moeite hebben de Straat weer toegankelijk te krijgen. Scenario’s lopen uiteen van een paar dagen tot – in het meest pessimistische geval – 3 maanden. Ten tweede zal een dergelijke actie niet alleen tot ongenoegen leiden bij vijanden,maar ook bij bondgenoten van Iran, zoals China en Rusland. Het sluiten van de Straat, ook al zou dat maar een paar dagen duren, zal de olieprijzen omhoog doen schieten en daar zit niemand op te wachten. Ook – of juist – landen als China niet. Hoewel Iran zelf baat heeft bij hoge olieprijzen zal het zich wel twee keer bedenken voordat het bondgenoten op die wijze tegen zich in het harnas jaagt. Ten slotte is het regime in Teheran zelf voor een aanzienlijk deel economisch afhankelijk van de toegang tot de Straat van Hormuz en de Perzische Golf. Ook de eigen olie-export zal grotendeels tot stilstand komen wanneer de Straat wordt gesloten. Genoeg redenen dus om het (voorlopig) bij dreigen te laten.

Iran kan voordeel hebben bij conflict

De situatie in Iran zelf is echter geen statische en de kosten-baten analyse die het regime maakt kan op een gegeven moment toch de andere kant opvallen. Wanneer de Iraanse olie-export door sancties nog verder afneemt en politieke instabiliteit de overlevingskansen van het regime in gevaar brengt, dan kan het regime voor drastische maatregelen gaan kiezen om de aandacht van dergelijke problemen af te leiden. Het tijdelijk sluiten van de Straat van Hormuz en een daarop volgend conflict zou de ultieme (en in veel opzichten ideale) crisis kunnen zijn om het volk achter het regime te krijgen, daarmee de eigen positie veilig te stellen en tegelijkertijd de Amerikanen financieel pijn te doen. De Verenigde Staten zullen, zoals gezegd, niet veel moeite hebben de Straat weer te openen, maar een langdurig asymmetrisch conflict dat daarop mogelijk volgt kan toch voor veel narigheid zorgen.

En de diplomatie dan?

Zover is het gelukkig nog niet. Alles overziend is de IMCMEX-oefening echter geen overbodige luxe. Wanneer Iran toch zou besluiten over te gaan op offensieve acties in de Golfregio, dan zal dat ongetwijfeld tot de nodige problemen gaan leiden. Het opsporen van mijnen is een tijdrovende en complexe taak en de opgedane ervaringen binnen de oefening kunnen daarbij voordelen opleveren. Tegelijkertijd maken sancties en de verdere escalatie van het conflict met Iran de mogelijke sluiting van de Straat van Hormuz juist alleen maar reëler. Het is dan ook geen gek idee om naast dergelijke oefeningen na te denken over welke maatregelen genomen kunnen worden om de situatie juist te de-escaleren. Voor beide kanten geldt de vraag: heeft men diplomatie tot nu toe werkelijk een oprechte kans gegeven?

Stephan de Vries is politiek analist. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel en is samen met collega Dieuwertje Kuijpers te volgen via het defensieblog Stukje Duiding.