Het Europees Parlement trapt op de diesel-rem

20-12-2015 19:44

Het Europarlement heeft deze week terecht een plan verworpen om autofabrikanten een heel ruime ‘foutmarge’ te geven bij de uitstootnorm voor stikstofdioxide, een veroorzaker van longkanker, astma en ook natuurschade. Het plan was om Volkswagen en andere fabrikanten de afgesproken norm van 80 mg/km uitstoot met ruim het dubbele (110 procent) zouden mogen overschrijden tot 2020. En zelfs daarna nog met 50 procent, als foutmarge voor nieuwe meetapparatuur.

Met zo’n extreem soepele behandeling had de autobranche nog jaren achterover kunnen leunen zonder echt te investeren. Dat zou niet fair zijn voor andere sectoren die wèl grote milieu-investeringen gedaan hebben en blijven doen. Neem de landbouwsector: boeren moeten tot honderdduizenden euro’s uitgeven aan ‘luchtwassers’ en andere zaken, om de uitstoot te verminderen.

Als we zo streng zijn voor onze gewone koeien, waarom zouden we dan een oogje toeknijpen voor de ‘heilige koe’, de auto?

Niet duur

Zo duur hoeft het niet te zijn voor de fabrikanten om de diesels te verbeteren. Onderzoek van TNO toont aan dat een katalysator van pakweg 500 euro een automotor al aan de emissie-eisen in reële rijomstandigheden laat voldoen.

En dat is ook nodig voor het klimaat. Zoveel landen hebben net in Parijs een akkoord gesloten om samen de opwarming van de aarde te beperken. Prachtig dat iedereen wil meewerken ons klimaat te beschermen.

Als Europa dan echt 110 procent overschrijding zou toestaan zonder aantoonbare economische of wetenschappelijke noodzaak, is dat ronduit slechte regelgeving. De nieuwe draagbare meetsystemen voor uitstoot hebben een afwijking van 20 procent a 30 procent, nogal wat lager!

Overtuigd

Toch waren niet alle Europarlementsleden zo overtuigd als ik. Sommige collega’s zijn tegen of onthielden zich van stemming. Zij zijn te vinden bij de ECR-fractie rond de Britse Conservatieven (waarbij ook SGP en ChristenUnie zijn aangesloten), maar ook binnen mijn eigen EVP-Fractie.

Verdeeldheid is normaal in de politiek, daar kijk ik na dertig jaar in de politiek niet van op. En soms moet je een beetje toegeven om een compromis te sluiten. In dit geval houd ik voet bij stuk, daar mag u op rekenen.

Gelijke monniken, gelijke kappen, zo luidt een mooi Nederlands gezegde. En dat geldt hier zeker: als Brussel in andere milieuwetgeving onverbiddelijk is voor de industrie, de binnenvaart en de landbouw, dan ook voor de autobranche.

Sjoemelsoftware

Sommige fracties drijven het politieke spel nog verder op. Zij hebben voor elkaar gekregen dat het Europarlement een volledige onderzoekscommissie optuigt naar de ‘sjoemelsoftware’. En dan vooral om te zien of de Europese Commissie en de EU-landen steken hebben laten vallen. Zo’n 45 parlementsleden gaan een jaar lang onderzoeken of de Europese Commissie al eerder van het gebruik van sjoemelsoftware wist.

Tja, zelf vind ik dit overbodig. We weten al dat er is gesjoemeld, dat heeft Volkswagen zelf toegegeven. We vermoedden al langer dat de Europese Commissie en vooral de lidstaten reeds jaren op de hoogte waren. Wat is dus de toegevoegde waarde van een onderzoekscommissie? Ik verdenk sommigen ervan dat ze hun oordeel al klaar hebben en politieke tegenstanders en oud-bestuurders bewust willen beschadigen. Zoals u misschien ook al vermoedde.

De Europese Commissie was weliswaar waarschijnlijk al eerder op de hoogte, maar stond met lege handen: de typegoedkeuring van auto’s wordt gecontroleerd door de lidstaten zélf, middels nationale testautoriteiten, testcentra en nationale controleurs. Het is kwalijk om nu eerdere Eurocommissarissen de zwarte piet toe te spelen! De lidstaten hebben in dezen toch echt zelf verzaakt.

Trots

Als extra zekerheid pleitte ik dan ook voor een onafhankelijke Europese toezichthouder op de uitstoottesten en type-goedkeuringsprocedures in de lidstaten. En die oproep werd, nipt, aangenomen door het Europees Parlement. De Europese toezichthouder kan voorkomen dat nationale instanties een oogje toeknijpen bij fabrikanten uit eigen land, zodat de metingen betrouwbaarder worden.

We gaan in Europa bovendien nu de echte uitstoot op de weg meten, geen theoretische modellen en laboratoriumproeven meer. Ik was een van de eersten die sprak over de noodzaak van versnelde invoering van Real Driving Emissions, en nu is daartoe besloten. Daar ben ik best een beetje trots op.