“Dood aan Israël”, zongen maandag duizenden aanhangers van de Libanese groepering Hezbollah tijdens de uitvaart van de prominente commandant Samir Qantar. De Libanees kwam afgelopen weekend om het leven toen het pand waar hij verbleef in de Syrische hoofdstad Damascus met raketten werd verwoest.
In Israël reageerden diverse politici verheugd op zijn dood; Qantar werd er nog altijd door velen gehaat, omdat hij in 1979 als 16-jarige betrokken was bij de moord op Israëlische burgers in de plaats Nahariya. Onder de slachtoffers waren een vader en zijn twee kinderen. Qantar werd gepakt en tot levenslang veroordeeld, maar in 2008 kwam hij vrij door een gevangenenruil.
Blijkbaar was Qantar recentelijk in Syrië actief voor Hezbollah, dat in de burgeroorlog meevecht aan de kant van het regime. Israël heeft bevestigd noch ontkend dat het achter de aanval zit.
Hezbollah is daar echter van overtuigd. “Samir is een van ons, een commandant van ons verzet en het is ons recht om de moord op hem te vergelden”, sprak leider Hassan Nasrallah maandag.
Anp
