Een medewerker van de politie wordt verdacht van corruptie inzake de aanschaf van nieuwe politieauto’s ter waarde van 500 miljoen euro. In de zomer van 2011 presenteerde minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) de ‘politieauto van de toekomst’. De wakkere jongens en meisjes van EenVandaag achterhaalden vervolgens dat er iets mis was met de aanbesteding van dit project. Enkele bedrijven die hoopten de opdracht binnen te slepen uitten kritiek op de aanbestedingsprocedure. Volgens de critici waren de voorwaarden van de aanbesteding zo opgesteld dat de keuze uiteindelijk wel moest vallen op Volkswagen-importeur PON uit Amersfoort. Daarop stelde Opstelten een commissie aan om deze aantijgingen te onderzoeken.
Die commissie concludeerde vervolgens dat een krampachtige houding van de politie bij de aanbesteding ter waarde van ongeveer een half miljard euro heeft geleid tot een gebrekkige samenwerking met het bedrijfsleven. “Niet adequaat reageren op vragen en Wob-verzoeken, slechts schriftelijk communiceren en een zeer formele opstelling dragen volgens de commissie niet bij aan een vruchtbare samenwerking met marktpartijen”, is te lezen in het rapport van de commissie. Tevens waren er aanwijzingen van corruptie binnen de politie.
Opstelten schrijft zaterdag aan de Tweede Kamer dat het Openbaar Ministerie één persoon binnen de politieorganisatie heeft aangemerkt als verdachte. De betreffende persoon is per direct door de politie op non-actief gesteld hangende het verdere Rijksrecherche-onderzoek. Het onderzoek is nog gaande.