Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de strafbaarstelling van illegaliteit. Volgens het kabinet is het doel van de maatregel, die voorziet in boetes tot 3800 euro en een mogelijke hechtenis, om illegale immigranten af te schrikken om naar Nederland te komen. Het kabinet lijkt echter weinig oog te hebben voor problemen die in de uitvoering zullen spelen, en maakt een verkeerde afweging over de proportionaliteit van de maatregel. Wij vinden het erg kortzichtig van de heer Teeven dat inhumaan beleid in wil voeren, terwijl er ook een menselijk alternatief is. Door de asielwetgeving te wijzigen kan illegaliteit grotendeels voorkomen worden.
Staatssecretaris Teeven staat er allereerst niet bij stil dat er een specifieke groep illegalen is die geen andere keuze heeft dan illegaal in Nederland te verblijven, omdat zij door de huidige asielprocedure tussen wal en schip zijn beland. Deze groep illegalen bestaat uit uitgeprocedeerde asielzoekers die Nederland simpelweg niet kunnen verlaten, omdat internationale regelgeving hen in hun terugreis belet.
Een deel van die groep valt onder Artikel 3 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens, waarin wordt gesteld dat personen niet naar het land van herkomst kunnen worden gestuurd als er geen garanties zijn voor hun persoonlijke veiligheid. Het andere deel van de groep kan Nederland niet verlaten omdat zij niet erkend worden door het land van herkomst.
Voor deze mensen geldt dat zij niet in Nederland mogen blijven, maar het land ook niet kunnen verlaten. Hun illegaal verblijf wordt gecriminaliseerd, maar dit verandert niets aan het feit dat deze groep mensen niet uitgezet kan worden.
Het enige dat voor deze groep zal veranderen, is dat zij nog verder van de samenleving worden afgedreven. De regering werpt barrières op waardoor deze mensen nog moeilijker gebruik kunnen maken van het recht op onderwijs en het recht op medisch noodzakelijke zorg, en verspert voor hen daarmee de weg naar de handhaving van internationaal afgesproken mensen- en kinderrechten.
Mensenrechten gelden voor iedereen, dus ook voor mensen zonder geldige verblijfspapieren. Mensen mogen niet gecriminaliseerd worden, simpelweg omdat ze zich zonder verblijfsvergunning in Nederland bevinden.
Het criminaliseren van illegaal verblijf is niet de juiste oplossing voor het falende asielbeleid. Het zou goed zijn om verder te kijken dan symptoombestrijding en met een humane en effectieve oplossing te komen die de kern van het probleem aanpakt.
Wat Nederland nodig heeft is een duidelijke en afgebakende asielprocedure, waarbij de asielzoeker precies weet waar hij of zij aan toe is. Daarbij mag niet roekeloos met mensenlevens om worden gegaan: de procedure moet zo kort en transparant mogelijk zijn, en in bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij getraumatiseerde asielzoekers, moet een herroeping van het eerste gehoor mogelijk zijn.
Als een asielzoeker is uitgeprocedeerd en niet in hoger beroep wil, is de overheid verantwoordelijk voor hulp bij terugkeer. Onder die hulp valt bijvoorbeeld het regelen van verblijfsdocumenten voor het land van herkomst.
In alle gevallen moet het recht op juridische hulpverlening en opvang gewaarborgd zijn. Op die manier wordt voorkomen dat mensen die in een rechtmatige juridische procedure zitten, op straat komen te staan.
Als terugkeer naar het land van herkomst niet mogelijk is omdat dat land de persoon in kwestie weigert, zou een permanente verblijfsvergunning voor Nederland moeten volgen.
Ook als een asielzoeker na drie jaar nog geen definitieve uitspraak heeft, zou hij een verblijfsvergunning moeten krijgen. Met deze twee maatregelen kan worden voorkomen dat een asielzoeker in de illegaliteit terecht komt: of de persoon keert terug, of de persoon krijgt een verblijfsvergunning. In het laatste geval kan de asielzoeker actief meedoen aan de Nederlandse samenleving.
Tenslotte zou Nederland moeten streven naar een Europees asielbeleid. Er moeten Europese richtlijnen komen voor de asielprocedure en de opvang van asielzoekers. Landen voeren nu een steeds strenger asielbeleid, zodat asielzoekers geen asiel aanvragen in hun land en er grote verschillen zijn in de beoordeling van een asielaanvraag tussen lidstaten.
Een gemeenschappelijk Europees asielbeleid biedt hier een oplossing voor, waarmee ook de solidariteit tussen de lidstaten van de Europese Unie wordt bevorderd.
Menselijkheid moet de spil van het Nederlandse asielbeleid zijn en moet te allen tijde gewaarborgd worden. Met het criminaliseren van illegalen maakt het kabinet een stap in de verkeerde richting.
Volgens DWARS, GroenLinkse jongeren en de Jonge Democraten moet dit voorstel direct van tafel: het is louter symboolpolitiek, die een kansarme groep mensen nog verder van de samenleving wegdrijft.
Een samenleving die stelt mensenrechten hoog in het vaandel te hebben past het niet om een groep kansarme mensen te criminaliseren. Geen mens is illegaal.
Voor dit artikel tekenden: Vera van Atteveld (DWARS, GroenLinkse jongeren), Emiel Coltof (DWARS, GroenLinkse jongeren) en Sophie Schellens (Jonge Democraten).