HAIFA (ANP) – Met zijn 19 jaar is Memphis Depay bijna de jongste van de selectie, maar de aanvaller van PSV weet als een van de weinigen bij Jong Oranje wat het is om een Europese titel te winnen. Met Oranje onder 17 jaar pakte Depay in 2011 goud op het EK in Servië. ,,We waren toen een heel hecht team, binnen en buiten het veld hielpen we elkaar. Dat is de les die ik meeneem naar het komende EK met Jong Oranje'', zegt de aanvaller uit Moordrecht.
Depay maakte 2 jaar geleden deel uit van een bijzonder talentvol team, waarvan al de nodige spelers zijn doorgebroken op het hoogste niveau. Tonny Vilhena heeft een basisplaats bij Feyenoord en gaat ook met Jong Oranje naar het EK, Nathan Aké won onlangs met Chelsea de Europa League en Karim Rekik heeft zijn debuut gemaakt in het eerste van Manchester City. Bondscoach Albert Stuivenberg, de man achter het succes, volgt na de zomer Cor Pot op bij Jong Oranje. ,,We wilden héél graag winnen, dat straalden we ook uit. Twee keer versloegen we Duitsland, dat zal ik altijd blijven herinneren'', aldus Depay.
Eigenlijk had de PSV'er helemaal geen rekening gehouden met een selectie voor het EK in Israël. Depay moest het dit seizoen onder trainer Dick Advocaat doen met af en toe een invalbeurt. ,,Daarom ben ik heel blij dat ik opgeroepen ben. Ik ga met oudere jongens mee, om op een hoger niveau een groot toernooi te spelen. Ik ben daarna weer een mooie ervaring rijker.''
Depay debuteerde afgelopen vrijdag in de oefeninterland tegen Australië (3-1) bij Jong Oranje. Hij was één van de drie spelers die van Pot de 90 minuten mocht volmaken. ,,Dat was voor mij wel weer even wennen, want ik heb lang geen hele wedstrijd gespeeld. Positief was dat ik het qua 'adem' in ieder geval kon belopen. Al met al heb ik er een dubbel gevoel aan over gehouden. In de eerste helft liet ik goede dingen zien, na rust een paar slechte. Daar heb ik met de trainer over gesproken.''
Het Eindhovense talent kan eigenlijk op alle posities voorin uit de voeten, maar richt zich vooral op de positie van linksbuiten. Daar heeft hij in Ola John wel een geduchte concurrent. ,,Ik kom pas net kijken, maar ik ga vol m'n best doen. Op de training wil ik laten zien dat ik er ook ben. Ik geef 100 procent en sta klaar als de trainer me nodig heeft. Misschien kan ik het dan laten zien. Concurrentie is alleen maar goed, dat maakt de groep sterker. Uiteindelijk beslist de trainer. Als hij voor Ola kiest, moet ik dat accepteren. En ik denk dat ik ook als invaller mijn steentje kan bijdragen.''