‘Balkenende zou tijdens zijn regeerperioden het populisme teveel ruimte hebben gegeven in Nederland’ is de titel van het stuk op de Trouw website. Balkenende was de eindverantwoordelijke van een labiele politieke periode. Hans Goslinga, de auteur van het stuk in Trouw, baseert zijn conclusies op basis van het proefschrift van onderzoeker Hans Crebas.
Het onderzoek van dr. Crebas had als primaire insteek de reactie van de Nederlandse overheid op de polarisatie rondom moslims in de periode 2001-2010 te onderzoeken. Beetje raar om dan met bovenstaande simpele conclusie te komen en Jan Peter Balkenede de schuld in de schoenen te schuiven.
Nu wil ik het niet opnemen voor de Harry Potter look-a-like, maar het is wel erg makkelijk om achteraf iemand de schuld te geven van dit, voor de schrijver, vreselijk fenomeen: populisme. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat het een verademing is om te constateren dat het deze keer niet Wilders is die de zwarte piet krijgt toegespeeld.
Maar goed, het is weer een zoveelste proefschrift van een onderzoeker wat als boek is verschenen. Tegenwoordig kun je overal mee promoveren, ook met halve waarheden en veronderstellingen. Zolang de stellingen maar aannemelijk klinken is er blijkbaar voldoende basis om te promoveren, zeker bij de sociale wetenschappen. Het Diederik Stapel-syndroom zullen we het maar noemen.
Moet je nagaan dat onze overheid voor een deel het mening en beleid bepalen op basis van dit soort proefschriften. Dat zegt denk ik genoeg over ‘de staat van ontbinding’ waarin ons landje verkeert.
Voor de een is populisme misschien wel een voorbode voor fascisme, voor de ander is het een logisch gevolg (de opportuniteit van de momenten) en voor weer anderen is het altijd aanwezig in de samenleving en bedient iedereen zich ervan. Te pas en te onpas, naar believen, het maakt niet uit.
Populisme is niet iets vreselijk. Het zorgt voor de nodige balans in een periode waar één kant van de politiek ( in dit geval de linkse) doorslaat in sommige beleidsonderdelen. Tegengeluid is nodig, vraag maar aan iedere partij die niet in de regering zit. Die partijen bedienen zich allemaal van populisme alleen bij een partij als de PVV wordt het benoemd in het negatieve, vaak in combinatie met het woord ‘onderbuik gevoelens’.
Onderbuik gevoelens, als zijnde een fenomeen wat niet relevant mag zijn in onze beslissingen. Iets wat niet meetbaar is of wetenschappelijk aan te tonen (empirisch) kan niet in overweging worden genomen.
Populisme: komt van het Latijnse ‘populus’, wat “volk” betekent. Populisten zeggen in naam van het volk te spreken. Het slaat op een politieke stijl, eerder dan op een ideologie als een discours dat het volk centraal stelt. Als communicatiestijl is het populisme door eender welke ideologie te gebruiken. Ze gaat uit van de onderdrukking van de bevolking door een elite en streeft naar een samenleving waar het volk de staat beheert. Hierbij refereert ze aan de economische en sociale status van de “gewone man”. Gevestigde politieke partijen bestempelen soms nieuwkomers als populistisch. Gewoonlijk begonnen die partijen ook als “een stem” uit “het volk”. (bron: Wikipedia)
Als we de definitie van Wikipedia aanhouden is er niets vreselijks aan ‘volks’ en is het slechts een onderdeel van de democratie. Wat kan daar nu mis mee zijn? Maar Links Nederland is als een klein en naïef kind wat niet voor 100% de ruimte krijgt om ons land in rap tempo te verzieken. Er zijn ook mensen die een andere mening of visie hebben en daar zal men mee moeten samenwerken. Dus vandaar dat de term populisme vaak gebruikt wordt, voornamelijk door linkse Nederland, als iets negatiefs, iets belemmerend of afremmend.
Het enige argument waar ik me in kan vinden is dat populistisch Nederland een goed verhaal had en heeft en dat de regeringen die we de revue hebben zien passeren nog steeds geen sluitend tegenverhaal hebben. Je kop in het zand steken en de problematiek simpelweg ontkennen is geen verhaal en daarom zal populisme een onderdeel blijven van de huidige politiek.