De gortdroge tekstballonnenhumor van Kakhiel maakte hem dé internethype van afgelopen winter. Lang zou het dan ook niet duren voordat deze voormalige reclamejongen zijn populariteit zou weten te vertalen naar commercieel succes. De bundel ‘Doei’ is deze week verschenen bij uitgeverij Lebowski; goede reden om hem het hemd van het lijf de astronautenhelm van het hoofd te vragen.
Dit soort grapjes, die Kakhiel maakt door gratis foto’s te voorzien met tekstballonnen met daarin een flauwe, grove of bizarre tekst, zijn inmiddels een hit op het internet geworden. Ze kunnen choqueren, verbazen, verassen, maar bovenal: ze maken je aan het lachen. Hilarisch zijn ook de gesprekken die hij met het Twitter-account heeft van Donald Duck, die zijn grappen doorgaans leuk oppakt.
De cijfers liegen er niet om: met meer dan 160.000 like’s op Facebook en zo’n 120.000 volgers op Twitter is Kakhiel een waar internetfenomeen. Door onderstaand interview bij DWDD werd hij ook bekend bij de mensen die wat minder vaak online zijn.
De ware identiteit van Kakhiel blijft echter geheim, ook in het programma van Matthijs van Nieuwkerk. Hij kwam afgelopen woensdag in een astronauten-pak in de uitzending bij Giel Beelen en bij DWDD kregen ze hem wel aan de lijn, maar niet aan de tafel. Ook dit gesprek verloopt telefonisch. Kakhiel lijkt er alles aan te doen zijn anonimiteit te bewaken: het draagt bij aan zijn cultstatus, het is zijn gimmick en misschien ook wel zijn marketingsstrategie.
Kakhiel was vroeger namelijk een reclame-jongen. Die snappen dat allemaal best. Deze week brengt hij een boek uit, een collectors-item voor de fans.
Waarom wordt er geen punt van zijn astronauten-identiteit gemaakt en ondervraagt men hem in amechtige bewondering? Nou, omdat ze denken dat ze daar zelf ook cool van worden.
“Ze wisten dat ik Kakhiel was toen ze me aannamen. Mijn baas zei me dat hij precies hetzelfde had gedaan als hij mij was. Hij feliciteerde me en zei dat er weinig mensen zijn die dit kunnen doen. Het was sowieso niet echt mijn soort bureau: het was heel groot, heel kantoorachtig.”
Op dat succes had Kakhiel zelf overigens niet gerekend. Hij is sinds kort full-time Kakhiel en dat bevalt hem bijzonder goed: “Ik zat vroeger op m’n werk dingen te doen die me afleidde van wat ik wilde doen. Nu heb ik eindelijk de tijd voor de ideeën die ik heb.”
“Met Jeroom, dat is wel een beetje hetzelfde. En misschien Gummbah ofzo.”
“Dat zou best kunnen: ik vind de meeste Belgische dingen wel grappiger dan Nederlandse dingen. Dingen van Kamagurka en Cowboy Henk – dat is Kamagurka met nog een andere gast – daar kan ik echt om lachen. Voor de rest kan ik niet heel snel wat opnoemen.”
“Misschien is dat mijn vader wel geweest. Hij is toneelregisseur en schrijver, dus vroeger was hij altijd al bezig met dialogen en het schrijven van toneelstukken. Daar wilde ik als kind altijd wel aan mee doen. Ik denk dat het daar vandaan komt: hij maakte komische dialogen.
“Daarnaast natuurlijk ook Hans Teeuwen, daar ben ik altijd wel fan van geweest. In zijn werk zit ook een soort absurditeit die ik heel erg waardeer. Ik houd van dingen die niet per se grappig bedoeld zijn, maar dat toch zijn. Zeg maar: grappig per ongeluk.”
“Dat klopt: er was een topic ‘bedenk een bijschrift bij de foto’. Ik deed er best vaak aan mee en de dingen die ik bedacht vond men meestal erg grappig. Dat werd een hobby die zo uit de hand liep dat ik een site ben begonnen. Toen kwam de Facebook-pagina en is het viral gegaan.”
“Ik zat toen op de kunstacademie Willem de Koning in Rotterdam, dit was gewoon nog heel erg hobbymatig. Ik had geen flauw benul dat dit zo groot zou kunnen worden.”
“Dat zou best kunnen, want ik ben heel erg bezig met teksten. Misschien is het wel de lompe humor van rappers die mij geïnspireerd hebben. Ik was vroeger ook heel erg fan van Ol’ Dirty Bastard.
“Misschien is het dezelfde manier van denken: ignorant, lomp, dom. Ook probeer ik met elk plaatje te scoren, zoals rappers dat doen met een punchline. Er zit altijd een woordgrap in, net als bij hiphop.”
“Ja, daar komt het wel op neer zo ongeveer.”
“Taal en schrijven zijn altijd wel mijn ding geweest”, zegt hij zonder ironie. “Vroeger ook al, ik was altijd heel erg geconcentreerd bezig met de gedichten voor Sinterklaas. Al is Brusselmans één van de weinige schrijvers waarvan ik boeken heb uitgelezen.”
“Ik heb een paar best-off’s uitgekozen, dingen die eigenlijk het meest aantal like’s kregen. Dat zijn ook beelden waar ik de rechten ook al van had gekocht van de stockfotosite waar ze vandaan kwamen.”
“Hij komt 7 juni uit. De huidige app is gewoon gratis en daar staan plaatjes in die ik op Facebook plaats. Deze app krijgt meer functies: een video-afdeling en een functie waarin je je eigen Kakhiel kan maken. Je kan dus mijn tekstwolkjes op je eigen foto’s plakken. En er komt een push-bericht als ik een plaatje post, waarbij je het geluid van een geit hoort.”
“Ik heb geen ambities om hier heel groot of rijk mee te worden. Ik ga er nu mee door, want ik merk nu dat het heel succesvol is. Wel wil ik meer met video en film gaan doen; zo maak ik nu bij Veronica het programma Kansloos.”
“Dat zal de tijd wel uitwijzen, maar ik heb nog genoeg ideeën. Misschien word ik wel een soort reclame-achtig bureau, maar dan op mijn eigen manier. Het zou kunnen dat ik wat dingen ga doen met bedrijven op mijn site: dat ze een reclame kunnen krijgen, maar dan wel in mijn stijl. Ik blijf dan die commerciële reclamejongen, zonder dat ik me nu echt door reclamebureau’s laat gebruiken.”
“Heel anders dan online, dat hoor ik ook vaak van mensen. Dan hoor ik dat ik niet echt een grappenmaker ben, maar rustiger en stiller dan men verwacht.”
“Dat zou best kunnen. Ik ben toch echt bekend geworden via de gedachten die ik ventileer via die plaatjes.”
“Dat is een beetje vanzelf gegaan: ik ben op internet begonnen met een fictief karakter, een pagina zonder mijn eigen hoofd. Dat is best wel groot geworden, zonder dat ik echt de drang voelde om naar buiten te treden en te zeggen: kijk, ik ben het die dit maakt. Het moet om mijn werk blijven gaan en niet om mij.”
“Het draagt inderdaad ook bij aan de kracht er van, dat je niet weet wie er achter zit.”
“Dat ook.”
“Absoluut. Ik had een aanbod van DWDD om in de uitzending mijn identiteit te onthullen. Ze wilden mijn coming out hebben. Dat weiger ik gewoon, het doet afbreuk aan wat ik maak. Nee, er is nog geen geld geboden voor mijn identiteit.”
“Dat weet ik. Al is het toch heel wat anders als je ook mijn gezicht kent, als je naar de plaatjes kijkt.”
“O? Dat maakt me ook weer niet zoveel uit. Het zou kunnen dat ik het ben. Ik ben er vanaf het begin ook niet bewust mee bezig geweest. Het is in één keer en onverwacht heel groot geworden. Al zou ik het wel jammer vinden als mijn identiteit massaal bekend wordt, met koeienletters in de media komt. Er is nu een klein groepje die mijn naam opzoekt via Google en het weet. Dat is prima zo.”