Grimmig D66 en de gewetensambtenaren

30-05-2013 09:44

“We laten ze gewoon afsterven”, zei de D66-er toen de meerderheid van de Kamer op woensdag 29 mei 2013 de ‘weigerambtenaar’ het werk verder verbood. Volledig gelijk kreeg de antireligieuze-coalitie overigens niet: de zittende ‘weigerambtenaren’  mogen blijven totdat ze dood of met pensioen zijn. Zelden heb ik zoveel apekool gehoord en gelezen de laatste jaren als tijdens de discussie over de gewetensbezwaarde buitengewone huwelijksambtenaar. Het zou gaan om ‘homo-haat’, ‘discriminatie’, ‘schending van het  gelijkheidsbeginsel’ en meer van die dikke woorden. In feite was er weinig aan het handje en heeft een ‘verlichte’ meerderheid in het parlement een ‘religieuze’ minderheid weggewalst.

Een rijtje feitelijkheden:

  1. Het ‘homohuwelijk’ bestaat niet. Er is alleen een burgerlijk huwelijk dat sinds 2001 openstaat voor mensen van verschillend en gelijk geslacht.
  2. De “weigerambtenaar” bestaat niet. Er is alleen afgesproken in 2001, toen de het burgerlijk huwelijk voor homo’s werd opengesteld, dat de ambtenaar die er niet aan wou wegens zijn of haar religieuze principes, gevrijwaard mocht worden van de dienst. Zo ontstond voor de christelijke ambtenaar het recht op gewetensvrijheid bij het uitvoeren van een van de taken.  Een collega nam het dan over, was de afspraak.
  3. De uitvoering van deze afspraak tussen christenen en niet-christenen in de Kamer, toen in 2001, zou op lokaal niveau (gemeente) gestalte krijgen. Onder de belofte dat dit zou gebeuren gaven de christenen (CDA, SGP, CU) hun fiat. Het was dus een formele parlementaire deal.
  4. In de 12 jaar dat het huwelijk openstaat voor de twee genoemde categorieën trouwlustigen is er niet één homostel geweigerd. Elk stel dat wilde huwen is gehuwd. Een enkele ambtenaar heeft wel eens een collega gevraagd het voor hem/haar te doen omdat hij/zij gebruik maakte van het in 2001 verworven recht op gewetensvrijheid.
  5. Deze afspraak tussen christenen en niet-christenen is nooit vastgelegd in de feitelijke wet. Wel in de handelingen van de Tweede Kamer. Toenmalige staatsecretaris Job Cohen vond het niet nodig de afspraak in de wet op te nemen. Hij vertrouwde erop dat de gemaakte afspraak gehouden zou worden. De christenen hebben dus het huwelijk met hun ja-stem mogelijk gemaakt, en er hun ambtelijke gewetensvrijheid voor teruggekregen.

Wat is er dus gebeurd op 29 mei 2013?

Er is eenzijdig een afspraak uit 2001 opgezegd. De niet-christenen hebben een meerderheid in het parlement en slaan nu bikkelhard toe. Eindelijk kunnen ze hun plan om religie uit het publieke domein te verdrijven erdoor jassen. Let wel, ik ben geen christen en ik ben geen homo. Ik ben wel iemand die de democratie hoog in het vaandel voert. En deze ontwikkeling is een smet op onze democratie.

Onwaarheden, grove misleiding en karikaturen

Er werd namelijk nooit iets geweigerd. Er werd ook nooit gediscrimineerd. De grondwet werd altijd gerespecteerd, er werd alleen soms gebruik gemaakt van een verworven en beklonken  recht. Het recht op gewetensvrijheid. D66 en de COC-lobby hebben hun zin doorgedreven met onwaarheden, grove misleiding en karikaturen. En met perverse vormen van debat. Want wie de gewetens-ambtenaar verdedigde had ineens ‘2000 jaar homo-onderdrukking’ op zijn geweten, of is een ‘homofoob’.

D66 en trawanten hebben de democratie gekwetst

Maar vergeet dit niet: in 2001 hebben homoseksuelen het recht op huwen gekregen, en niemand heeft hen ooit in iets belemmerd. Dus de heksenjacht op de zogeheten ‘weigerambtenaar’ kan alleen ingegeven zijn door propagandistische intenties. Het punt moest publicitair gemaakt worden, want feitelijk was er weinig aan het handje.

D66 en trawanten hebben de democratie in mijn ogen gekwetst. Een meerderheid van de Kamer is over een christelijke minderheid heen gewalst. Uit wraak, uit rancune, uit scoringsdrift, ik weet het niet.

Het ware D66 heeft zijn grimmige gezicht laten zien.