Gisteren wekte een interview met Jeanine Hennis veel beroering. Daarin pleitte de VVD-politica voor een “meer beschouwend debat” over de neutraliteit van de staat en hoofddoekjes. Want geen hoofddoekjes, dat is blijkbaar waar de neutrale staat op neerkomt. Het is ongelofelijk dat we in Nederland anno 2011 nog die discussie hebben. De neutrale staat die ze voorstaat is een idee uit de tijd dat godsdiensten én burgers nog echt door de staat beschermd dienden te worden. Nu daarmee komen als geseculariseerd Nederland is achterhaald.
Schoolstrijd
Wij hebben sinds 1917 gelijke behandeling van godsdiensten. De schoolstrijd was het vechten van religieuzen voor die rechten. Sindsdien is Nederland officieel een religieus pluriforme staat. Eerst alleen katholieken en protestanten, nu ten opzichte van elke godsdienst of bijzondere levensovertuiging. Elke gekke ouder kan een school beginnen en subsidie krijgen. Met die regeling is eigenlijk het seculiere karakter van Nederland bezegeld. Want als je aan iedereen dezelfde rechten geeft, kun je als overheid niets anders doen dan neutraal staan tegenover alle levensovertuigingen. Elke keer als je dus doet alsof je de staat geen religieuze neutraliteit heeft, doe je alsof we nog in de zeventiende eeuw rondlopen, alsof het destijds progressieve cuius regio, cuius religio nog relevant is.
Religie is zeker nu weer een belangrijk punt is in de maatschappelijke discussie. Dat klopt ook, maar dat is geen reden om aan te nemen dat de staat weer onderdeel van die discussie moet worden. Dat hebben we allang afgehandeld. Wij hebben zelfs onze overheid zo ingericht dat er altijd beroepsmogelijkheden zijn. Van een bezwaarschrift tot het EVRM, er is altijd een hogere instantie die je beschermt tegen willekeur. Dus ook tegen willekeur van gelovigen in de publieke sector.
Identiteit?
In de zeventiende en achttiende eeuw zou religie allesbepalend zijn geweest voor je identiteit, in de negentiende eeuw en twintigste eeuw was het de natie waartoe je behoorde. Dat hele religie denken is dus – zeker in Nederland – al bijna anderhalve eeuw achterhaald. Dat we daar nu nog mee bezig zijn is op z’n minst anachronistisch te noemen. Maar het is vooral onnuttig en contraproductief. Het enige wat je doet is in het straatje van Geert Wilders praten. Ieder normaal mens snapt dat een hoofddoek, kruis of keppeltje weinig zegt over de uitvoering van je werk, laat staan over de houding van de staat. Als de betreffende leraar of ambtenaar voor Ajax is en jij hebt een Feyenoordshirt aan, kun je net zo goed onheus bejegend worden. Of hij valt op blonde vrouwen met dikke tieten en geeft je daarom een hoger punt. Daarom is zo’n eenvoudige definitie van identiteit hanteren zo mogelijk nog anachronistischer.
De premisse dat een vrouw met hoofddoek iets zegt over de verhouding tussen staat en religie is dus achterhaald. De Franse laicité is eigenlijk al een anachronistische reactie op een revolutionaire eeuw daarvoor. De Turkse laicité, daar valt nog meer voor te zeggen. In Nederland is de neutraliteit van de overheid echter allang gevestigd. Natuurlijk moet je die blijven beschermen, maar dat doe je stukken beter door te ageren tegen het continue hameren op joods-christelijke erfgoed. En vooral door te ageren tegen Geert Wilders, die er openlijk voor uitkomt die neutraliteit af te schaffen, want dat is echt het toppunt van anachronisme.
Huub Bellemakers heeft liever 20 hoofddoekjes áchter de balie dan twintig hoofddoekjes die bijstand aanvragen ervoor.
Foto: GroenLinks