Ze is iets later, want ze moest haar zestienjarige broer, die bij haar logeerde, even op de trein zetten op Amsterdam Centraal. Toen de deur van het treinstel bijna dichtsloeg, sprak hij zijn oudere zus nog even pesterig toe: ‘Ik word later ook acteur!’
Aldus actrice Hanna Verboom. Op deze vrijdagmiddag, in café-restaurant De Ysbreker aan de Amsterdamse Weesperzijde. ‘En misschien wel een betere’, lacht ze met zelfspot.
De actrice en activiste heeft een Ginger Ale besteld en verkeert in weekendmodus, een geestelijke toestand waarin de doordeweekse haastigheid is verdwenen en ze in stationaire toestand kan reflecteren over zichzelf en haar ambities. ‘Of hij echt beter wordt? Wie weet?’, denkt ze hardop verder. ‘Uiteindelijk heb ik nooit een opleiding gehad, want daar heb ik nooit de rust voor gehad.’
De actrice uit tv-series De Co-assistent en Feuten en speelfilms Drifter, Me and Mrs Jones (als Natalee Holloway) en The Seven of Daran is nog niet zo lang terug uit New York, waar ze in totale anonimiteit toneellessen heeft gevolgd.
Drie maanden zat ze op de toneelacademie van Stella Adler, twaalf weken buffelen met hyperambitieuze twintigers. ‘Gewoon met mijn rugzak naar college. Die Amerikanen zijn zo ambachtelijk. Die kunnen zo goed uitleggen hoe je een scene moet spelen. Daar leer je van.’
Ze was even even uit beeld, althans uit beeld bij de glamourbladen en de televisieshows die zich richten op soaps, BN-ers en tv-non-valeurs. ‘RTL Boulevard wilde nog melden dat ik naar New York ging, maar ik heb er verder geen aandacht meer aan besteed. Wat moet je er ook over zeggen?’, zegt ze. De actrice pakte haar spullen en vertrok in stilte naar The Big Apple om opnieuw student te worden. ‘De zoveelste verhuizing in mijn leven.’
Hanna Verboom is altijd al een rusteloos kind geweest. Geboren in Kenia, opgevoed door twee ontwikkelingswerkers, kwam ze – na enkele jeugdjaren in België – pas op latere leeftijd met haar zus en twee broertjes naar Nederland. En weer verhuisde het gezin Verboom vaak. Haar vader verblijft momenteel in Tunesië, voor een volgend ontwikkelingsproject in de woestijn.
Ze studeerde filosofie en economie, maar kwam weinig in de collegebanken, omdat de blondine steeds werd weggelokt om te acteren. ‘Ik ben pas dertig geworden, en kom er nu pas achter wat ik wil. Eigenlijk ben ik een laatbloeier dat ik nu pas naar de toneelschool ga.’
Verboom leefde lang een leven vol luxezorgen. Ze kreeg rollen, verdiende geld, was geliefd en kon doen wat ze wilde. Dat knaagde altijd: eerst een beetje onderhuids, maar nu ook mentaal.
Je durft nu ‘nee’ te zeggen?
‘Als actrice wil ik wel rollen spelen die mij inspireren, ja. Rode lopers doe ik niet meer. Ik doe het wel als ik een reden heb om daar te zijn. Als ik dat niet heb, voel ik me ontzettend ongemakkelijk.’
Omdat die mensen…hoe zeggen we dat…netjes?
‘D’r is een nieuw vak gecreëerd. Een nieuw ambacht. Het bekend zijn is een beroep geworden.’
Het is in jouw tijd ontstaan!
‘Ik vind het wel heftig. In The Times stond laatst een artikel over Millenia, dat is de generatie waar ik nog net toe behoor. Die zijn opgegroeid met een ‘alles kan’ mentaliteit, met alle opties nog open. Met geld en in vredestijd. Ze zijn heel erg bezig om zichzelf te profileren. Constant foto’s van zichzelf posten op internet. Het zijn best narcisten eigenlijk.’
Duidt nu haar generatie: ‘D’r willen tegenwoordig meer mensen bekend worden dan advocaat of dokter. Ze willen representanten zijn van dat nieuwe vakgebied: als je niet geleid wordt door Facebook heb je eigenlijk geen bestaansrecht. Aan de andere kant: deze generatie heeft een bredere manier van kijken. Ze denken minder in nichegroepjes waardoor er minder vooroordelen zijn. Oudere generaties zijn er vaak negatief over, en dat is ook wel terecht. Maar als je 2000 followers hebt, vallen er ook bepaalde grenzen weg. Sociale klasses sterven uit.’
Je verzet je tegen de ‘ik ben bekend generatie’?
‘Het is geen verzet maar als je ouders uit Afrika komen is het wel met de paplepel ingegoten dat er meer is, ja. Een ander soort wereldbeeld. Je leert kijken. De extremen zien. De verschillen zien. Dat is wat me heel erg trekt aan verhalen vertellen. Of je dat nu doet met een speelfilm of een project, dat maakt me niet uit.’
Je besteedt tegenwoordig meer tijd aan Get it Done, een crowdfunding community die door jou is opgezet, dan aan acteren.
‘Get it Done doe ik zo’n twee à drie dagen per week, tenzij ik op de set sta. We proberen op een nieuwe manier te kijken naar ontwikkelingswerk. Niet alleen met crowdfundingsacties en gericht op jongeren, maar ook naar de ‘achterkant’; dat je niet alleen je handje ophoudt.’
Oud-Goldman Sachs bankier Dambisa Moyo, afkomstig uit Zambia, meent dat ontwikkelingshulp Afrika heeft verzwakt, betoogde ze in haar boek ‘Dead Aid’. Ben je het daar mee eens?
‘Superstoer wijf is dat. Ze hééft ook gelijk. Of ik haar economische theorie helemaal doorgrond en onderschrijf weet ik niet, maar ik geloof wel in het principe dat je een continent afhankelijk van je maakt als je ze geld geeft, zeker als dat in vorm gaat van gouvernementele hulp. Als je geld van De Wereldbank injecteert in een land, krijg je corruptie en inflatie. Dat is in het verleden hartstikke onhandig gedaan.’
Wat doen jullie anders dan?
‘Ik geloof niet in geld, ik geloof in verbinding. Geld is belangrijk, als middel. Het begint met een verbinding. Je stort 20 euro op een project in Mongolië. Je gaat daar kijken, je gaat het verhaal bekijken. Je zet het op Facebook, je gaat het belangrijk vinden en zo ontstaat er een connectie. Daar zit zoveel goud in, dat hebben we niet eens door! Als we dat sociale contact gaan benutten, is dat veel belangrijker dan met 10.000 euro iets neerzetten en weer vertrekken. Het is meer dan biafra-buikjes tonen en geld ophalen.’
Hoe voorkom je dat?
‘Wat mijn ouders hebben gedaan is altijd kleinschalig en met lokalen geweest. D’r kwam wel eens iemand van een niet nader te noemen organisatie die een paar ton overhad en zei: ‘Weet jij nog goede projecten?”
En namen ze het aan?
‘Nee, maar ik vond dat heel heftig. Wij kregen één keer per jaar een zak tweedehandskleding, wij leefden van giften. Het is een heel onnatuurlijk systeem dat er geld wordt overgemaakt, en dat daarvan het grootste deel in het Westen blijft hangen.’ Zwijgt even en praat zacht: ‘Het is niet goed.’
Get it Done bestiert inmiddels zo’n 70 projecten. Hoe run je dat? Ik zag je een keer driftig achter je laptop typen in een broodjeshuis, vlak voor een meeting. Moet je niet wat meer baas worden?
‘Ik ben echt de slechtste bestuursvoorzitter aller tijden’, lacht ze. ‘We zijn van een enthousiaste puppy aan het uitgroeien naar een volwassen beestje. We gaan een office-manager aannemen, en iemand voor de operaties en een team dat cases ontwikkelt. We zijn een businessplan aan het schrijven. Al vier keer heb ik gedacht om er mee te stoppen. Ik moet het durven overdragen, want mijn kracht ligt in het verzinnen van projecten. Vaak vragen ze of ik langskom bij een project, maar dat kan niet altijd. Ik ben niet Get it Done, ik heb het opgezet, het zijn de mensen die het doen’.
Kies nou eens, Verboom!
‘Begin twintig was mijn leven veel meer een zoektocht dan het nu is. Ik heb nu vooral de behoefte om veel te lezen. Als je bepaalde stukken van Chekhov of Ibsen leest en connect met de verhalen die jij wilt vertellen, voel je je beter, merk ik. Ik had lang geen idee. Ik vond alles leuk. Vorig jaar stond ik in een toneelstuk, De Eetclub, en was er tv-werk voor Feuten. Het was heel erg druk: ‘s avonds het stuk, tussendoor Get it Done doen. Gek, dat ik het kon doen, maar het is niet wie ik ben. Ik heb heel erg behoefte rauwheid te vinden en dat te laten zien.’
De Eetclub was niet rauw?
‘In De Eetclub zit een soort verheerlijking van mensen die echt niet begrijpen waar het leven over gaat. Verheerlijking van rijkdom, verheerlijking van vreemdgaan. Verheerlijking van uiterlijk, van macht. Van manipulatie en leugens.’
Waarom zijn we zo afgedreven?
‘Geen idee. Ik ben natuurlijk altijd wel een moraalridder geweest. Die clash tussen de ontwikkelingshoek waar ik uit voortkom en goede dingen doen en de wereld waar je instapt, met geld en glamour. Ze kunnen allebei naast elkaar bestaan, maar ik denk uiteindelijk dat het leven om verbindingen gaat. Als je een pasgeboren baby’tje alles geeft – eten, onderdak, alles – maar je raakt hem niet aan, dan gaat ie dood. We staan op allerlei manieren in contact met elkaar. Het grote probleem met geld en macht is dat ze het individualisme verheerlijken. Daarom zitten we in een identiteitscrisis. Ik denk we voorbij zijn gegaan aan dat contact. Oké, we hebben dit gecreëerd, deze economie, dit politieke klimaat, deze technologie. Het is fantastisch dat we de hele dag op onze pda’s zitten en constant impulsen krijgen, maar we moeten er nu iets mee doen.’
Word lid van een partij en ga aan de slag.
‘Eh…neee. Ik zou niet weten hoe ik dat zou moeten doen. Ik ben wel lid van de Global Shapers Group.’
Dat klinkt naar een discoband.
‘Nee, dat is gelinkt aan World Economic Forum. Het alternatieve Davos voor jongeren.’
Dat is anders dan een rol in Feuten.
Bekentenis: ‘Ik heb het afgelopen jaar heel erg veel nee gezegd. Voor de meeste commerciële projecten waar ik niet de noodzaak van het verhaal voelde, heb ik bedankt.’
Het wordt tijd dat je een keer Who’s Afraid of Virgina Woolf gaat spelen!
‘Ik weet niet of ik heftig genoeg ben. Die drie maanden bij Stella Adler hebben me wel iets gebracht. Het was fijn om alleen maar te leren. Alleen maar lezen, spelen, lezen, spelen. Veel David Mamet.’
Kijk, dat gaat ergens over. Glengarry Glen Ross nog gedaan?
‘Dat is fantastisch, hè. Heb je Mamets’s boek gelezen? True or False? Het enige wat je moet doen met acteren is: ‘hit the mark and tell the truth’, zegt hij.’
Is het zo makkelijk?
‘Als je dat soort rock ‘n roll teksten gaat lezen – Mamet, Chekhov, Shakespeare – dat gaat met je hoofd op de loop. Allemaal lagen. Filosofie! Psychologie, sociologie. Op een moment dat je dat aan het spelen bent, neemt dat je over. Dat is anders dan sommige televisiedialogen. Heel ander niveau van schrijven. Die teksten doen zoveel meer met je, omdat er een heel erge noodzaak is. Tennessee Williams, dat grijpt je.’
Had je geen verplichtingen?
‘Ik had gespaard en had besloten ‘nee’ te zeggen tegen andere projecten.’
Moet je geen spending department hebben?
‘Heb ik ook niet. Dat is gevaarlijk en moet je niet doen. Ik kan me zelf heel erg verwennen, maar dan ben ik daar weer een week mee bezig. Dan koop ik iets duurs, en loop ik met het bonnetje rond om het terug te geven. Ik ben bewust van geld. Ik heb nog veel vrienden in Afrika. Mijn beste vriendinnetje heeft net een huisje gebouwd van klei en een koe gekocht, in Kenia bij Litein. Ze is een paar jaar ouder dan ik. Ze werkte op een theeplantage en is nu met die koe en dat huis. We sms-en veel. Dat zit de hele tijd in mijn hoofd. Ik had laatst een heel mooi blazerjasje gekocht van 300 euro en dat vond ik heel erg duur.’
Wat is dit voor schuldbewust Majoor Bosshardt gedrag?
‘Aan de andere kant: ik geloof ook in een ‘soort algemene bank van wederdiensten’. Ik woon nu in een veel te goedkoop waanzinnig huis. Ik heb alles wat ik nodig heb.’
Na de Co-assistent wilde je the real thing?
‘Nee, ik vind de Co-assistent een heel goede serie en ben er trots op. Er is alleen zo weinig geld in Nederland. Alles moet snel gemaakt worden. In Amerika krijg je ‘af’ materiaal. Ze zijn zo goed in structureren en uit elkaar trekken en in één zin de essentie kunnen vatten. Je mag het onderwerp niet leuk vinden, maar het is vaak zo goed geschreven, dat het klopt. De Amerikanen hebben tijd. Ze hebben een jaar om een script te ontwikkelen. In Nederland is nergens een goede scholing voor scenario-schrijven. Dus op televisie krijg je helaas toch vaak ping-pong dialogen die nog niet af zijn.’
Dan spreek je zo’n zin uit en denk je?
‘Je probeert het zo goed mogelijk te doen.’
Van niets iets maken?
‘Ja, dit lijkt in alles aan de hand te zijn. Het is een hele interessante tijd. Het is superheftig en verschrikkelijk om heel veel redenen. Tegelijkertijd is er op macro-niveau een vernieuwsingslag gaande. Je leert ervan.’
In New York kende niemand je. Was je zelfs oud op zo’n school.
‘Ja, klopt. Ging ik elke ochtend met mijn rugzakje naar school en mijn broodtrommeltje. Ik had heel erg de behoefte om te leren en lelijk te kunnen spelen. Dat het niet altijd ‘af’ hoeft te zijn. In Nederland moet je acht pagina’s af hebben en kun je niet experimenteren. Je komt tegen wat je niet kan. Onzekerheid; dat het best moeilijk is om je doel te bereiken. Ik denk dat ik nu pas weet wat ik zoek. Dat wijt ik ook aan het zweversbestaan dat ik heb geleid. Ik ben verhuisd vanuit Kenia en in Nederland ook vaak. Dus, wat op je pad komt, ga je doen. Lange tijd leefde ik in het moment van nu. Elke keer was ik er niet klaar voor.’ Veegt even met haar hand over tafel: ‘Maar nu ga ik de tijd nemen.’
Mooie ouderwetse instelling.
‘Wie zegt dat ik modern ben. Ik ben best ouderwets’, lacht ze. ’Van technologie hou ik niet. Ik kan typen op mijn computer, maar het is een grote rotzooi hoe het is opgeslagen. Ik hou heel erg van papier. En ben gek op de magie van de bioscoop. Ik heb ook geen televisie. Als je gefilterd televisie kijkt, is het okee, maar ik vind het ook een probleem.’
Klinkt een beetje als een vegetariër die werkt in een slagerij.
‘D’r worden een heleboel dingen gemaakt die niks doen. In Amerika staat de televisie acht uur lang aan en het doet niks met je brein, want je creativiteit wordt gedempt. The Voice kijken kan leuk zijn, maar als je dat de hele tijd kijkt, en alle rotzooi die daar tussen zit, dat beïnvloedt je.’
Je voelt je vies?
‘Ja, dat is een soort McDonald’s. Niet per se vies. Het brengt niks naar boven. Na een goede film heb je activering, scherpheid. Dat is een onwijs gaaf middel, verhalen vertellen. Reality shows? Dan kijk je naar mensen die het heel belangrijk… Weet ik veel… Ik weet niet wat ze belangrijk vinden. Het is vaak heel negatief, geroddel of gescheld. Het is niet spiritueel.’
Ben je nog kerkgaand?
‘Ja, ik ga naar een Australische kerk in Panama in Amsterdam. Zingen en luisteren. Dat terugkerende bezinnende moment vind ik heel belangrijk. Ik ben christelijk, maar niet religieus. Het wetticisme is een misinterpretatie, het gaat om de spiritualiteit.
We hebben God te vroeg doodverklaard?
‘Volgens de quantumfysica zou je bijna zeggen dat er wel een God is of iets dat ons bindt. Als je twee glazen water bij elkaar zet en je zegt tegen het ene glas ‘Ik hou van je’ en tegen het andere vloek je, dan blijft het ene glas helder, maar het andere wordt troebel. Dat is echt zo. Tot vijf jaar geleden was het debat: you are your biology, you are your genes. Dus, je kunt er niks aan doen dat je zo bent. Maar nu vinden ze uit dat je met gedachtes zaken kan veranderen. Je moet positief denken.’
Lijkt me hard werken.
‘Ik kan ook heel zwart zijn. Voor mezelf. Maar ik heb wel een soort deformatie dat ik altijd de andere kant zie, inderdaad. Als we in de auto zitten en we worden afgesneden, en iemand naast me is keihard aan het schelden, dan zeg ik: ‘Die man kon er ook niks aan doen.’ Ik vind het interessant dat de meest afschuwelijke moordenaars een andere kant hebben.’
Je was met je vriend in New York, een student filmacademie, en hebt ook een film gemaakt daar, toch?
‘Ja, in upstate New York. Een 10 minuten, short film. Dat was fantastisch. Met een pak sneeuw. Ik speelde een dochter die bij haar vader op bezoek komt die het rustiger aan moet doen vanwege zijn hart. Maar hij kan dat niet verkroppen. Hij wilde graag nog de Kilimanjaro beklimmen zoals Hemingway dat beschrijft in een van boeken. Hij is somber. Hij drinkt en rookt en verzet zich tegen de aftakeling door heel druk zijn huis op te ruimen. Als z’n dochter komt en zegt dat de dokter voorspelt dat zijn gedrag zijn einde betekent, besluit hij: dat ga ik dan maar doen. Hij gaat hardlopen. En een dag later komt de dochter in een leeg huis. Dan voelt ze het. Dit gaat over hoop en overgave, elkaar voelen en over afscheid.’
Eindigde Hemingway’s leven ook niet in zelfmoord?
‘Oh ja?’ Weer streng tegen zichzelf: ‘Hemingway moet ik nu echt ook eens gaan lezen.’
Fotografie: Nine Ijff en Liny Mutsaers (Al Zataari).