Indiërs voetbalden een halve eeuw geleden het liefst zonder schoenen, en bepaald niet onverdienstelijk. In 1948 zeilde het elftal in drie weken naar Londen – de spelers trainden aan dek – om tijdens de Olympische Spelen Frankrijk de stuipen op het lijf te jagen. Tot vlak voor tijd leidde India. Twee Franse goals in de slotfase schakelden de Aziaten alsnog uit, maar iedereen was dolenthousiast over het team.
Ze werden uitgenodigd op Buckingham Palace. Koningin Elizabeth II wilde controleren of de spelers geen onzichtbare schoenen droegen. Ook prinses Margaret geloofde niet dat Sailen Manna, de stopper, bijgenaamd ‘de rots van Gibraltar’, zonder schoenen zeventig meter ver kon trappen. Naar verluidt kneep ze hem zelfs even in zijn kuiten. Manna vertelde Margaret dat hij blootsvoets voetballen het meest comfortabel vond. Hij verzweeg dat ze geen geld hadden voor schoenen. Het team bleef nog een tijdje in Europa en versloeg onder meer Ajax en het nationale team van Wales.
India kwalificeerde zich zelfs voor het Wereldkampioenschap, maar dat zinde de FIFA niet. Kort voor het toernooi verbood het voetballen op blote voeten. Jammer voor de Indiase voetballers, want zij speelden het liefst op harde en droge velden zoals die in Brazilië.
Dat blootvoeters erg afhankelijk waren van het weer bleek tijdens de volgende twee edities van de Olympische Zomerspelen waar India schoenloos aan deelnam. In 1952 verloor het in de sneeuw van Helsinki met 10-1 van Joegoslavië. Vier jaar later werd het elftal in het droge Melbourne vierde.
Dit artikel verscheen eerder op Torpedomagazine.nl.