Blijboom snackt: Bloed, blond haar, ketchup & mayonaise

15-07-2013 14:24

Laatst was ik weemoedig en zoals zo vaak onder dat soort omstandigheden vluchtte ik terug naar het Amsterdam van eind jaren ’70. Preciezer: ik surfte naar YouTube om Andy, bloed en blond haar, de debuutfilm van regisseur Frank Wiering, weer eens te bekijken.

Bewapend met een kaasbijltje

Beknopte synopsis: Hengelose zandstraler met vlassnorretje (Andy Vrielink die, zo zag ik op Wikipedia, elf jaar later aan kanker zou overlijden) reist naar ‘het verrotte’ Amsterdam en schopt daar wild om zich heen, op muziek van Herman Brood. Soms raakt hij daarbij een kroegbaas die hem met ‘rat’ aanspreekt, een andere keer de bolide van een glibbernicht (in wie we een jonge Gert-Jan Dröge herkennen). Het ongeleide projectiel, bewapend met een kaasbijltje waarmee hij naar hartelust in andermans vlees snijdt, ontmoet een verveeld, coke snuivend fotomodel (een glansrol van de geweldige Jonna Koster, van wie we daarna vreemd genoeg he-le-maal nooit meer iets hebben vernomen), waarna een Bonnie & Clyde-achtige coalitie wordt gesmeed die binnen de kortste keren strandt in een Twentse prak arbeidersvreten met jus.
Maar dan is Het Moment allang geweest.

De Patathap, in de Damstraat

Lang voordat Andy en zijn bloedmooie compagnon in een gestolen auto en met een gestolen rol snoep naar Hengelo scheuren, zet de jonge Tukker zijn tanden in een vette hamburger. En die hamburger haalt hij bij De Patathap, in de Damstraat.

De Patathap was waarschijnlijk de allerkleinste snackbar van Nederland. Wat heet: de ruimte was er zó godsgruwelijk beperkt, dat ze hun voorraad BUITEN hadden staan, voor de pui. Ja, midden in de drukke Damstraat! Want er pasten óf twee klanten, óf een paar dozen voorgebakken friet in De Patathap. Allebei was eenvoudigweg niet mogelijk. Toen ik de uitbater voor het laatst zag, stond hij patat te bakken in een bontjas. Voor een kachel was namelijk ook geen plek.

“Ketchup… mayonais?”

In Andy, bloed en blond haar speelt deze man de rol van zijn leven. “Ketchup… mayonais?” is de enige tekst die hij (buiten beeld) uitspreekt maar mensen, wat doet hij dat naturel! Een frietbakker van de oude stempel zegt immers ‘mayonais’, nooit ‘mayonaise’. Na deze one-liner van Humphrey Bogart-niveau zwenkt de camera De Patathap in en een paar seconden lang zien we de krap gehuisveste gastronoom iets onnavolgbaars doen met klotsend frituurvet. Zijn vrouw zit ondertussen wezenloos voor zich uit te staren; waarschijnlijk had de regisseur haar gezegd: “Doe maar alsof u er niet bent.” Tussen het echtpaar in staat zo’n ouderwetse zoutbus die je alleen in snackbars zag. Een prachtig tijdsbeeld.

De Patathap van toen is inmiddels een modern uitgifteloket voor french fries, waarbij het publiek buiten staat. Geen idee wat er van de man in de bontjas is geworden.

Volgende keer: hoe ik bij Quick Automatiek op de Martelaarsgracht met één gulden alle luikjes opentrok.

Plaatjes- & praatjesmaker Michiel Blijboom is de spindoctor in zijn eigen weblog (sedert 5 maart 2007)