Ik spring uit mijn skinny jeans en in mijn leren hotpants. Zo eentje waar je tegenwoordig geen middelbare school mee binnenkomt.
Het is vrijdag; lekker netwerken op de vrijdagmiddagborrel.
Ziet er super zakelijk uit, die leren hotpants.
Mijn partner in crime kan er ook wat van: Om haar strak getrainde billen zit een kokerrok met een kek tijgerprintje en ze dartelt op knalrode killer heels die hun naam eer aan doen. We lachen wat, we roken wat, we drinken wat, we staan een half uur in de rij en dan kan het netwerken beginnen.
Die kleine krolse kat slaat meteen een sugardaddy aan de haak. Haar favoriete slachtoffer, want oud, rijk, meestal net gescheiden en dus geil. Ze staat overdreven te flirten met deze lange man die volgens haar lijkt op Keanu Reeves, maar dan nòg ouder en Indonesisch. Ik zie het niet, maar dat kan aan mij liggen.
Mijn BFF stelt zich voor als de verlegen Klara.
Kutwijf, ik wilde vanavond Klara zijn.
“Waar kennen jullie elkaar van?”, vraagt Indonesische Keanu Reeves terwijl hij diep in het decolleteetje van Klara kijkt – geef hem eens ongelijk.
“Wendy is mijn ex. Het werkte niet. Nu zijn we friends with benefits.”
Keanu proest zijn whiskey uit. Ik lach verleidelijk en leg net even te lang mijn hand op zijn arm.
We teasen en doen. Uiteindelijk neemt het arme schaap ons mee naar een of andere populaire Chinees in Rotterdam. Hij vertelt over de verre reizen die hij heeft gemaakt, de liefde van zijn leven, over de slechte band met zijn vader en nog wat dingen die mij totaal niet interesseren.
Ik speel wat met mijn stokjes, die opeens worden vervangen door een vork. Snel op hun teentjes getrapt, die Aziaten. Dan vraagt hij èindelijk of we met hem mee naar huis gaan. Wat we natuurlijk niet doen, maar het idee is leuk.
Keanu betaalt.
Wij gaan links, hij gaat rechts.
Wij lachen, hij baalt.
Netwerken, ja, dat kunnen wij wel.