In 1968 plaatsen radicale feministen bij de Miss America verkiezing een Freedom Trash Can. Hakken, lippenstift en krultang moesten het in deze vuilnisbak-voor-vrijheid ontgelden; het waren instrumenten die de vrouw onderwierpen aan het schoonheidsideaal en daarmee aan het patriarchaat. Later werd de tuinbroek aangetrokken, opnieuw als ‘antimode’ en daarmee statement tegen het gangbare schoonheidsideaal. Niet iedereen voelde zich even senang bij deze radicale visie. Hoezo onderwerping?
Veel vrouwen vonden make-up best leuk staan en liepen graag op hakken rond. En toen prins Claus zijn stropdas als symbool van het grootkapitaal afwierp vroegen vele linkse dassendragers zich af waarom zij zich niet onderdrukt voelden met een dubbele Windsor om hun nek.
Iedereen slachtoffer
Wat deze radicale feministen deden, was hun interpretatie van een kledingsstuk gelijk te stellen aan elke interpretatie van die kleding. Daarmee zetten ze iedereen die er uit vrije wil voor koos neer als onderdrukt. Zo werden al die vrouwen die lippenstift op hadden of hakken droegen opeens slachtoffer gemaakt in een grote wereld vol agressieve mannen die elke vrouw hun schoonheidsideaal oplegden.
Gelukkig heeft Nederland deze radicale periode achter zich gelaten. Op PvdA-congressen lopen zowel slobbertruien als maatpakken rond en zitten mantelpakjes naast oude tuinbroeken. En wanneer er kritiek op schoonheidsidealen wordt geleverd gaat dat altijd over de structuren, nooit over aan te wijzen kledingstukken van meisjes zelf.
Myrthe Hilkens
Zo waren PvdA’ers, denk aan Myrthe Hilkens, actief in het debat rondom de cosmetische industrie en pornoficatie van de samenleving en was het Jeroen Dijsselbloem die zich afvroeg wat de invloed van videoclips op MTV was. De kritiek hier betrof niet de uiteindelijke kledingkeuze maar enkel de structuren, zowel van de industrie als MTV, die meisjes aan zouden zetten tot bepaald gedrag.
In de hoofddoekjesdiscussie die deze weken losbarst lijkt een aantal PvdA’ers de Dolle Mina’s echter weer te willen nadoen door opnieuw één kledingsstuk te problematiseren. De hoofddoek staat haaks op “zelfbeschikking, de gelijkwaardigheid van man en vrouw en vrijheid”, stelt Tweede Kamerlid Martijn van Dam. De frappant genoeg meestal gelippenstifte Kelik Yücel meent dat het met de hoofddoek net is “alsof je bezit bent”.
Tuinbroeken
Door elke hoofddoek te problematiseren maken Van Dam en Yücel precies dezelfde fout als de tuinbroeken in de jaren ‘70 deden. Hun interpretatie van de hoofddoek is de enige interpretatie van een hoofddoek, die daarmee dus altijd onderdrukkend is. Exact zoals de Dolle Mina’s over Yücel zelf zouden oordelen: met haar jurkjes en hakken onderwerpt ze zich de gehele dag aan de macht van het patriarchaat en het wordt tijd dat ze die hakken uittrekt en haar lippenstift in de Freedom Trash Can gooit. Van Dam weet waar de hoofddoek voor staat en vindt dat per definitie ook nog eens onderdrukkend. Daarom moeten scholen er alles aan doen meisjes te stimuleren die hoofddoek af te doen. Het enige verschil met Wilders is dat Van Dam niet rechtstreeks wil dwingen. Zijn doel is echter hetzelfde. En net als Wilders speelt Van Dam voor imam door religieuze symbolen te koppelen aan een religieuze interpretatie: die meisjes handelen zus en zo vanwege die en deze redenen.
Van Dam en Yücel slaan hiermee de plank geheel mis. Door het debat niet over de structuren maar over de uitkomsten te voeren, wekken ze niet alleen ten onrechte de indruk dat alle meisjes zonder hoofddoek helemaal vrij zouden zijn. Ze vervreemden bovendien alle vrije gehoofddoekte vrouwen in de samenleving met wie ze schouder aan schouder aan die emancipatie zouden moeten werken. Want jongeren zijn gevoelig voor meningen van anderen en discussies over zelfbeschikking en schoonheidsidealen moeten gevoerd blijven worden. En net als met make-up, naveltruitjes, alcohol en lange rokken ondervinden jongeren bij het dragen van de hoofddoek sociale controle. Het is links om deze sociale controle terug te dringen, en onvrijheden te agenderen; je wil daarom situaties creëren waarin mensen vrije keuzes kunnen maken.
Bijlmerbimbo’s
Het is voorstelbaar dat, waar 90 procent van de meisjes een hoofddoek draagt, er druk bestaat op de overige 10 procent om dat ook te doen. En exact hetzelfde zal in de omgekeerde situatie aan de hand zijn. De PvdA moet er voor waken dat die minderheid nooit onder de meerderheid zwicht, jongeren stimuleren sterk in de schoenen te staan en leren dat, hoe sexy een meisje zich ook kleedt, het aan de jongens is om hun handen thuis te houden. Dit geldt voor Bijlmerbimbo’s, hockeymeisjes en jonge moslima’s.
In die emancipatiestrijd – die wegens electorale belangen helaas een jaar of tien te laat gevoerd wordt – zijn alle vrije vrouwen nodig. De indruk wekken dat alle gehoofddoekte moslima’s onderdrukt worden en de rest van de vrouwen flierefluitend vrij is, brengt de echte vrijheid geen millimeter dichterbij.