Dat de Johan Cruijff Schaal al jaren om de kat z’n kut gaat, is wel bekend. De teams benutten de wedstrijd vooral om de nieuwe tenues te showen. De naamgever van de prijs kan het ook niets schelen. Die verkiest liever de veranda van zijn Catalaanse villa boven het ereterras van de Arena. Geef hem eens ongelijk.
Vaak is het voetbal er ook naar. Zo ook zaterdag, toen Ajax het opnam tegen bekerwinnaar AZ. De eerste helft was dramatisch. Categorie FC Utrecht-Differdange. Een wedstrijdje vliegtuigjes gooien- gemaakt van die vlaggetjes die voor sfeer moeten zorgen, lukt niet- was het hoogtepunt. Eén supporter slaagde erin de vierde, vijfde, zesde man (hoe heet die tegenwoordig!?) te raken. Leuk.
Na de rust hadden de spelers ook in de gaten dat het campingvoetbal wel heel laagdunkend richting het publiek was. Vooral richting dat van Ajax; AZ was namelijk niet oververtegenwoordigd, om het zo te stellen. De Alkmaarders namen via twee vlijmscherpe counters een 0-2-voorsprong. Dat het uiteindelijk met 3-2 verloor, was voor AZ niet meer dan jammer. Het was lang geleden dat ik ze zo fris zag spelen.
Helaas kreeg het goede spel van AZ geen respons van de fans. En dat was niet alleen omdat ze in slaap waren gesust tijdens de eerste helft. Tijdens de supercup werd opnieuw pijnlijk duidelijk dat de ploeg van Gert-Jan Verbeek vooral successupporters heeft. Hoeveel AZ-fans er in de Arena waren? Zevenhonderd. Inderdaad, zevenhonderd. Waar was de rest? De lange reistijd zal geen excuus zijn. Misschien hadden ze geen vertrouwen in een goede afloop?
Sinds de Alkmaarderhout werd verruild voor het DSB-stadion, speelt AZ zijn thuiswedstrijden in een sfeerloze voetbaltempel. Elke fan krijgt bij binnenkomst nota bene een klappertje, zodat ze nog iets van geluid maken. AZ-supporters klappen tijdens een wedstrijd, inderdaad. En werkelijk voor alles. Keeper Esteban die de bal uit een corner vangt. Etienne Reijnen die een bal goed aanneemt- toegegeven, dat is een applaus waard. Beste klappende AZ-fan: je zit in een voetbalstadion. Daar wordt gevoetbald. Geen modeshow gelopen.
Zo ook zaterdag. De zevenhonderd (nogmaals: zevenhonderd) supporters waren muis- en muisstil. De goals van Gudmundsson en Johannsson konden rekenen op, uiteraard, applaus. Meer niet. Na de 0-2 klonk er een kortstondig ‘Hey hey hey hey AZ AZ’. Dat was het. Terwijl AZ lekker meespeelde. Beerens was de beste man op het veld. Gudelj, Overtoom, Martens en Gudmundsson zijn mooie voetballers, voor in de Eredivisie. AZ kan dit seizoen zomaar een top-5-plaats halen. De selectie heeft heel wat spelers die voor spektakel kunnen zorgen. De grillige Gouweleeuw, een keeper die hooligans neer schopt. En coach Verbeek is ook niet saai te noemen.
Het is logisch dat het clublied niet door het stadion klinkt. “Ik sta er mee op en ik ga er mee naar bed. AZ, AZ, AZ!” Bij zo’n tekst denkt iedereen: ‘nou, doe maar niet’. Maar toch. Dit team heeft recht op mooie liederen. Dit team heeft recht op meterslange spandoeken. Dit team heeft recht op echte fans.