Mijn vader draagt een heuptasje. Dat mag natuurlijk, want we leven in een vrij land. Veel mensen vinden heuptasjes lullige dingen. Kleine, onooglijke accessoires voor witte mannen die met lillende pens door de Efteling kuieren en rookworsten naar binnen schrokken. Mannen met sokken in hun sandalen en een zonneklep op. Mannen, kortom, die het een rotzorg zal zijn hoe ze erbij lopen.
Mijn vader mag je daar gerust toe rekenen, tot dat soort mannen. Hij draagt dan misschien geen zonneklep, maar als hij zijn roze overhemd lekker open wil laten hangen terwijl hij over de geraniummarkt sjokt, nou, knappe jongen die hem tegenhoudt.
Het heuptasje van mijn vader is al vaak voer voor discussie geweest. Was onze familie de Tweede Kamer, dan werden er elk jaar wel een stuk of zes spoeddebatten aan het heuptasje gewijd. Maar zoals de bewindslieden van Rutte II doen als ze een motie van wantrouwen aan hun pantalon krijgen wijkt ook mijn vader geen strobreed; stug blijft hij dat ding om klikken. Hij vindt het handig. Er kunnen allemaal spulletjes in en geen tasjesdief waagt ‘t hem van je gordel te trekken, want dan moeten ze veel te dicht dichtbij je kruis komen en dat durven ze niet. En dus is het heuptasje voor mijn vader onomstreden. Hij stopt er zijn zonnebril in, zijn portemonnee, een rolletje boterbabbelaars; zijn hele leven verdwijnt in dat ding. Vindt ‘ie prettig. En als na de zomer de vakantiefoto’s dan van hand tot hand gaan en mijn zus en ik hoofdschuddend constateren dat dat leren stuk verdriet weer de hele maand Juli onder zijn ontblote navel heeft gehangen, dan grinnikt hij en schudt hij het hoofd. Waar maken we ons druk om?
Wellicht dat ik ook ooit zo’n man wordt. Een man met een te strakke zwembroek, of een net iets te protserige ketting, of welja, een heuptasje. Een man die het geen reet interesseert wat al die Fransozen op de Champs Elysees daar wel niet van denken. Wellicht dat dat ook mij een keer overkomt. De kans bestaat dat mijn vriendin me dan verlaat, dat wel, met zoiets moet je rekening houden. En elke dag zal ik angstig mijn voeten controleren. Zitten daar al sandalen aan? En staat er toevallig een geraniummarkt voor de deur? Want daar moet ik dan natuurlijk heen.
Nee, het is beslist geen prettig vooruitzicht. Maar sommige dingen hou je niet tegen.