Soms heb ik zo’n moment. Dat ik alleen maar stilte voel, doodse stilte. In mezelf en om me heen. Niets is nog van belang op dat moment. Niets. Behalve dat moment. Dat ene moment van mezelf, en voor mezelf.
Gisteravond zong Michael Prins zijn nummer Close To You in de finale van De Beste Singer-songwriter. Niet op piano. Op gitaar. Het was weer goed, maar niet hetzelfde. Niet zijn pianoversie tijdens de audities, niet zijn ingetogen maar krachtige, eigen nummer. Michael won, want hij was opnieuw steengoed. Maar ik voelde niet dat wat ik bij zijn auditie wél voelde. Dat ene moment miste ik. Ik baalde.
“De hele versie? Ach natuurlijk, de hele versie.” Binnen vijf seconden zat Michael achter zijn piano. Ik keek op, en legde mijn mobiel even weg. Uit. Ik zette de televisie harder en wachtte af. En ja, er gebeurde iets, ik voelde iets wat ik nooit voel. Nooit kán voelen. Behalve tijdens de pianoversie van Close To You.
Als een gepijnigde blueszanger zong hij. De zaal was doodstil. Ik keek naar de schemering buiten, en voelde de tranen langzaam komen. Waarom weet ik niet, echt niet. Maar ze kwamen. Net als de eerste keer dat ik hem zijn nummer hoorde zingen. De stem, de setting, de boodschap; alles klopte. De kracht van muziek. Ofzo.
Dank je wel Michael Prins, voor dat ene moment gisteravond. Die vier minuten van stilte in mezelf, voor mezelf. Die vier minuten waarin even helemaal niets in mijn hoofd van belang is, behalve het moment zelf. Jij gaf het me. Opnieuw. Misschien vind je dit een en al vaag gebrabbel van mijn kant – je bent vast niet de enige, maar toch, zonder gekheid: dankjewel.
http://www.youtube.com/watch?v=dYMAEsI1EL0