Als ik Jezus een homo wil noemen met z’n herenkluppie van twaalf apostelen en af en toe een seksueel zijsprongetje met de hoer Maria Magdalena, halen Christenen daar hun schouders over op. Zèlfs die in Staphorst. Diep in de vorige eeuw is er nog eens een Nederlandse schrijver voor het gerecht gedaagd wegens blasfemie, maar The Life of Brian kon in de jaren ‘70 zonder enig noemenswaardig probleem in alle bioscopen van ons land vertoond worden.
Als ik zou zeggen dat ik Boeddha een domme goedlachse libidoloze dikzak vind, is er niks aan de hand. Zelfs niet als ik daar een cartoon van zou maken die werd afgedrukt in één van de grootste kranten van ons land. Ik zou er heel Amsterdam mee vol kunnen plakken. Geen probleem. Boeddhisten mediteren gewoon door.
Als ik over Mozes zou zeggen dat hij een verdomd slechte reisleider was en Abraham een vieze oude man met veel te veel vrouwen en veel te veel kinderen is er geen vuiltje aan de lucht in de Joodse wereld. Hans Teeuwen heeft al eens op zijn eigen weergaloze wijze de regels en tradities die in het Jodendom bestaan volkomen belachelijk gemaakt. En is daar ooit tegen geprotesteerd? Ach welnee.
En zo kan ik allerlei lelijke, schunnige en onbeschofte dingen zeggen, schrijven en maken over de goden en godinnen van de Hindoes, de Wicca en welke andere godsdienst dan ook. Het maakt niet uit en dat is maar goed ook.
Er is één uitzondering. Het valt niet te ontkennen. Over de islam of Mohammed kun je niet zomaar opmerkingen, cartoons of films maken, boeken of columns schrijven, uitspraken doen op radio of televisie. Want voordat je het weet is iemand beledigd of gekwetst. Hier in Nederland of ergens anders op de wereld.
Maar dat is niet eens het ergste. Kwetsen en beledigen horen immers bij het intermenselijk verkeer, zoals Dominee Gremdaat al betoogde: het is onvermijdelijk.
Je kunt leren onwelvoeglijke of onaangename zaken van je af te laten glijden. Je kunt beseffen dat het bij de vrijheid van meningsuiting hoort dat er mensen zijn die een mening hebben die jou niet zint. En dat je daar jouw mening tegenover kunt zetten. Met argumenten. Dat er dan discussie volgt, debat. En dat we daar allemaal wijzer van kunnen worden. En vrij blijven. Dat vooral.
Veel erger dan beledigd of gekwetst zijn, is het fenomeen van het daarop volgende geweld of dan toch op zijn minst de dreiging ermee. Ik schreef hier al eerder over wat columniste Ebru Umar aan schandelijke scheldpartijen en dreigementen over zich heen kreeg.
In de eerste aflevering van Zomergasten vertelde Hans Teeuwen afgelopen zondag dat hij na de rituele afslachting van Theo van Gogh niet heeft durven zeggen wat hij had willen en moeten zeggen over islam, moslims en de vrijheid van meningsuiting. En dat hij dat nog steeds niet durft.
Voorts deed Monique Samuel bij Knevel & Van den Brink haar relaas over hoe ze hier in Nederland via internet met de dood wordt bedreigd wegens haar openlijke kritiek op de Moslim Broederschap in Egypte(!). En hoe ze op straat met fysieke dreiging en intimidatie van drie Marokkaanse jongens te maken kreeg.
Ebru Umar gaat aangifte doen en schrijft dan wel schreeuwt gewoon door. Hans Teeuwen wordt vader en is voorzichtiger geworden in zijn theaterprogramma’s en interviews. Monique Samuel heeft publiekelijk aangekondigd een dag te vasten in het kader van de Ramadan om haar respect aan de islam, Mohammed en moslims in het algemeen te tonen. Maar ze is niet bang, zegt ze en laat zich de mond niet snoeren. Ze hoopt dat het niet zover komt dat ze aangifte hoeft te doen.
Ieder heeft zijn eigen manier om met de dreiging van ernstig fysiek geweld om te gaan. Schrijvers, kunstenaars, filmmakers, cabaretiers, journalisten, opiniemakers, twitteraars etc. die hun nek uitsteken door hun mening of visie te geven, kunnen vast zelf wel bepalen hoe hun eigen veiligheid en belang het beste gediend is. Anderen hebben daarover niet te oordelen.
Diezelfde anderen (vakbroeders- en zusters, werkgevers, politici, leiderschap, burgers) dienen hun uitgesproken en onvoorwaardelijke ondersteuning aan te bieden, ongeacht of men het eens is met elkaar. Omdat vrijheid -en die staat of valt met de vrijheid van meningsuiting- het hoogste goed is.
In een land waar je niet in alle veiligheid kunt zeggen wat je denkt, “daar dooft het licht.”
@MajaMischke vindt de door Andries Knevel gemaakte vergelijking tussen zelfcensuur en “een vorm van beschaving” een gotspe.