U heeft het niet gemist: dit weekend voer een voetbalboot mee met de gaypride. U zag wat beelden van de boot op de Amstel, wat praatjes van Van Gaal en Van Praag voor aanvang. Maar ik was op die boot, als dj. Jij was op die boot? Ja. Het begon twee weken geleden met een onschuldige domme woordgraptweet van mij. De volgende ochtend hing de KNVB aan de telefoon. Of ik met mijn goede grappen op 3 augustus al wat te doen had; ze zochten een dj die 90’s kon draaien. Dat doe ik wel vaker, dus ik zei ja. En zo geschiedde.
Toen de voetballers de boot op kwamen stelden ze zich allemaal netjes voor: Ronald, Pierre, Aaron, Martijnreuser en Mark-Jan (Fledderus, die er geen-één-us). Ik had eerlijk gezegd wel te doen met Mark-Jan, de enige actieve profvoetballer op de boot moest in elk interview zeggen dat hij op vrouwen valt. Hij deed dat steeds met een overweldigend soort schaamte. ‘Ik ben hier wel, maar ik ben er geen’, scheen hij te zeggen. Omgekeerde wereld op een boot. En toen voeren we nog niet eens.
We lagen te wachten voor wij onze plaats in de parade in konden nemen. De prosecco werd geschonken en de broodjes uitgedeeld. Ondertussen draaide ik al wat plaatjes. Of ik Blurred Lines wilde draaien, kwam de vraag van de donkere jongens. Ik deed het, en toen hebben we even heel hetero gehad over de ongecensureerde versie van de clip. Even duidelijk maken waar we staan allemaal. Op de verkeerde boot, maar voor de goede zaak.
De parade zelf was een twee uur durend ‘kippenvelmomentje’ voor mij. Een gigantische menigte die maar niet op leek te houden, een uitzinnige Louis van Gaal die duimen te kort kwam en even nonstop als wild aan het dansen was, een fistpumpende KNVB-voorzitter Michael van Praag, met als kers op de taart: highfiven met mijn jeugdidool Patrick.
Hilarisch hoogtepuntje was de plaatjesaanvragende scheidsrechter Kevin Blom. ‘Heb je ook dat nummer van nananana nana nanana nanana?’
‘Sorry, welke?’
‘Nanana, van die zangeres, die blonde’
‘Oh ja, die… uhm welke?’
‘Ja, zo’n gaynummer, hééél bekend.’
‘Van wie is het dan?’ –‘Die blondehe’
‘Sorry meneer Blom, ik weet niet welke u bedoelt’.
Toen heb ik maar een nummer van de Vengaboys gedraaid. Kevin Blom vond het goed.
Na drie uur kwam er dan helaas een einde aan de parade. De voetballers stapten af, en iedereen ging nog even met elkaar op de foto voor het Mövenpick Hotel. Daar, terwijl er nog een schuit vol dansende nichten voorbij kwam, kwam nog een jeugddroom van mij uit: een compliment van muziekkenner en beroepshomo Jacques d’Ancona. Zijn gezicht was te klein voor zijn grijns, en hij zei dat ik een echte vakman was.
Gelukkig hoefde ik niet terug de tovertunnel in.
Ko van ‘t Hek is rechtsback, filosoof, scorebordjournalist, maar vooral ‘liefhebber van het spelletje’.