ThePortugalPost, editie 2, jaargang 1

05-08-2013 12:55

Bom dia amigas e amigos! Allemaal de Gay Pride overleefd? Daar hebben wij in het verre Portugal geen last van. Hier denkt men over homoseksualiteit net als over het mohammedanisme: leuk maar doe het lekker thuis. In de Algarve heersen nog de waarden en normen van Nederland in de jaren vijftig. De jeugd spreekt met twee woorden, ieder dorp heeft nog een postkantoor waar stokoude roomse besjes keurig geholpen worden door een attente jongeman, de treinen rijden op tijd en in de toiletten hangt gewoon een rol wc-papier en er zit geen kots- en bloedsmurrie van een junk op de spiegel. Een kopje mieterse espresso doet zestig eurocents, een fles bier van het merk Sagres tachtig, en voor een gezond menu do dia met een stinkkaasje en een steek wijn ben je zes pop kwijt. 

Wat kunt u van ons verwachten in deze tweede editie van The Portugal Post?

Als onverbiddelijke uitsmijter vindt u dus onderdaan deze editie geheel gratis het schitterende gedicht (voor mensen die de school hebben afgemaakt) O MEU ALGARVE/MIJN ALGARVE van de dichter João Lúcio Pousão Pereira. Die was woonachtig in Olhão, het pittoreske visserstadje waar ik altijd mijn bieten- en wortelsap haal bij de Aldi, mijn volkorenbrood bij de Lidl en zwaar versneden cocaïne voor het ridicule bedrag van zestig euro per 0.8 gram bij de Mozambiqanees Edgarinho die met zijn hoeren rond het benzinestation van Galp scharrelt (u weet wel).

Gerrit Komrij

Verder onze vertrouwde bloemlezing uit het Portugal Forum, tips van uw huisarts en een interview met Nobelprijs-kandidaat Abdelkabder Benali die met zeer overtuigend materiaal het bestaan van Allah bewijst in zijn nieuwe roman Twee November 2004 (de tijd stond stil maar niet voor mij).

Om nog eventjes terug te komen op homoseksualiteit, een favoriet onderwerp van onze abonnees. Onze spirituele hoofdredacteur Gerrit Komrij wijdde daarover ooit de Mosselezing aan (opgetekend in het Parool):

Schrijver Gerrit Komrij voelt zich niet langer verwant met de Nederlandse homogemeenschap. De PC Hooftprijs-winnaar en voormalig Dichter des Vaderlands wil er zelfs niet meer bíj horen. Volgens Komrij loopt een directe lijn van de Gay Parade naar de Paralympics. Voor een zaal met voornamelijk witte homoseksuelen van middelbare leeftijd hield hij gisteren in de Openbare Bibliotheek de jaarlijkse Mosselezing. Een initiatief van de stichting George Mosse Fonds, opgericht ter ondersteuning van homostudies. Als jongeman beschouwde Komrij homo’s als bijzondere mensen in een bijzondere wereld. ”Tweepotige monsters, met een seksuele component en een mysterieuze component. Je maakte deel uit van een geheim genootschap. Je moest veinzen en de buitenwereld voor de gek houden.” Het was de mysterieuze poot die hem tijdens zijn studentenjaren overeindhield. De poot van het decadente, esthetische, het martelarendom.

Van Shakespeare, Plato en Michelangelo

Komrij:
”Dat je buiten de voortplanting stond, was al een mirakel. Je interpreteerde dat als een verrukkelijke negatie van alles wat gewone mensen zo gewoontjes maakte.” Al snel ontdekte hij dat er mannen waren die het alleen bij de seksuele poot hielden. ”Het was een schok toen ik mijn eerste homoseksuele stratenmaker ontmoette. Kappers hadden nog iets kunstzinnigs. Maar wat wist een trambestuurder van Proust? Wat wist een stratenmaker van De profundis?” De volkse onderwereld bleek een essentieel onderdeel van het mysterie te zijn. Elk Jordaancafé had in die jaren een eigen huisnicht.

Komrij:
”Hij was de knuffel, niet de zondebok.” Maar de caféhomo werd volgens Komrij buurt-, streek- en nationale homo. ”Goedgekeurd door de Nederlandse bond van Huisvrouwen.” In twee decennia werd de hogere cultuur vervangen door de lagere. ”Het debat wordt nu gedomineerd door entertainers, de nieuwe ceremoniemeesters. Ze hebben mijn homoseksualiteit gekidnapt en naar hun beeld geboetseerd.” De Gordons en Paul de Leeuwen. Komrij noemt hen inwisselbare boegbeelden van gezelligheid. ”De nicht is van het café overgeplant naar de huiskamer. Ze zijn ad rem en zó vals dat je je niet beledigd hoeft te voelen. En ze denken dat ze deksels baanbrekend werk verzetten.” De homo’s zaten zelf ook niet stil om hun geaardheid van de ongemakkelijke kantjes te ontdoen, zegt Komrij. ”De homo moest en zou acceptabeler worden dan acceptabel. Hij ging trouwen en kindertjes krijgen.”

Komrij is voor gelijke rechten, zoals het homohuwelijk

”Maar als ik al die koetsjes zie, zakt me de homoseksuele moed in de homoseksuele schoenen. Misschien is er weinig dramatischer in het leven dan het gemis aan kinderen. Maar toen ik mezelf homo noemde, wist ik dat ik in een onvruchtbare windstreek was beland.” Daar stond het geheimzinnige en verrukkelijke van zijn homoseksualiteit tegenover.

Komrij: ”De huidige variant is een verradersvariant. Er is onwil om naast het zoet ook het zuur te nemen. De homovertrutting is in Nederland als een bom ingeslagen.”

En zo kwam Komrij bij de politiek uit. Pim Fortuyn kreeg als relnicht en politicus het volk aan zijn voeten. Rita Verdonk liet Gordon en Jolink voor haar campagne opdraven. En minister Ronald Plasterk deed mee aan de Gay Parade. ”We moeten argwaan hebben tegen politici die homo’s knuffelen.

De politiek heeft homoseks geregeld zoals cannabis. Met gedoogzones en regelingen.” De Gay Parade noemt Komrij de apotheose van dat populisme.

“De sportschool deint de polonaise. Met het volk juichend langs de kant. Een soort Paralympics. Elk breekbaar, tegendraads element ontbreekt. We leven onder de verburgerlijking van het antiburgerlijke.”

Komrij waarschuwde ook. Na de Paralympics zullen in Peking weer de bordjes ‘verboden voor rolstoelen’ verschijnen. “Er zwaait wat voor de homoseksuelen als ze niet langer aan de eis van knuffelbaarheid voldoen.”

brievenbus

En dan gaan we nu weer gezellig doen, lieve mensen, want hier is de brievenbus!

Caixa de correio

Ik heb deze week uiteraard de nodige lezerspost gehad en de leukste brief was afkomstig van professor dokter David Pinto. Het betreft een vertoog, getiteld Het geval van Amerongen en het stond vorige week reeds op De Joop. De flamboyante directeur van het Inter-Cultureel Instituut was zo aardig mij daar op te wijzen al had hij geen postzegel op de brief gedaan zodat ik 1,40 euro plus 80 cents extra kosten moest betalen aan postbode Rui.

Arthur Van Amerongen oordeelt in The Portugal Post over Portugal vanuit zijn beperkte Nederlandse referentiekader. Zijn eigen norm is de beste, ook voor anderen. Dit is precies wat etnocentrisme is: je eigen norm als superieur aan die van anderen achten. En de ander, met opgeheven vingertje wel even vertellen wat goed en wat slecht is. Dit is overigens, m.i., de belangrijkste reden waarom ondanks zoveel beleid, inzet en geld de gewenste resultaten toch niet worden gehaald aangaande het ‘integratiebeleid’ in Nederland. Alle Jannen, Pieten, Hannen, Jossen, Scheffers, Schnabbels en andere Hannessen denken, redeneren en schrijven vanuit hun eigen beperkte scoop, net als van Amerongen over Portugal.

Mient Jan Faber van het IKV, deed jaren geleden hetzelfde. Wat zielig voor deze beperkte geesten! In die zin is Van Amerongen slechts een exponent, een typisch ‘geval’ over het Portugese vraagstuk. Zou ik dezelfde zonde begaan als Van Amerongen, dan zou ik beweren dat het hier kennelijk gaat om een Calvinistische (half of kwart) Jood met sefardische/Portugese wortels, die leidt aan wat ik het ‘Eddo Rosenthal-syndroom’ noem. Een diaspora (half of kwart) Jood, zoals de voormalige NOS correspondent in Israël, Eddo Rosenthal, die zozeer zijn opperste best deed om de wereld zijn objectiviteit te bewijzen dat hij daarin doorschiet en wordt tegenstander. Als Van Amerongen een volle etnische Portugees was, zou ik hem een Portugese zelfhater willen noemen.

Ik zou Van Amerongen ook kunnen scharen onder de grote massa Nederlanders die zich in de toekomst schuldig zou kunnen maken aan de deportatie en moord op honderdduizenden onschuldige Nederlandse moslims. Gelukkig woont hij in Portugal. Ik vond het al zo verdacht dat hij vier jaar in het nazinest Paraguay woonde. Bedoeld of niet, het zijn de Van Amerongens, de Rosenthals en de Fabers die, door hun beperktheid of hun syndroom, in de weg staan van goede oplossingen voor de crisis in Portugal en het mohammedaanse vraagstuk in Nederland, gebaseerd in ieder geval, op juistere, volledigere denkkaders en dientengevolge berichtgeving.

Ik wens de heer Van Amerongen veel personeel toe.

Prof. Dr. David Pinto
http://www.davidpinto.nl/

Geachte professor Zonnebloem, u hoort nog van ons. Mijn redacteur Wetenschap is bezig met een onderzoek naar uw academische titels en naar het academische gehalte van uw éénmansinstituut, dat financiële steun krijgt uit Qatar. Ik laat mijn goede naam en faam niet zo maar door uw besmeuren. U, met uw gekke Mohammed Rabbae-accent. Deze zaak krijgt een flinke staart!

Hoogachtend, drs. Van Amerongen

Het beste van Portugal Forum!

Banaan

Vriendinnen en vrienden van The Portugal Post en Portugal!

Ook deze week weer heeft Willemijn, onze redactrice reizen, een bloemlezing van het beste van onze hardwerkende collega’s van Portugalforum.nl opgesteld.
Ze nam de afgelopen week voor u een kijkje in de rubriek Koffie met Gebak (over de plaatselijke eetgewoontes):

Jo Kok: De normale Portugees lust wel gebak (graag zelfs) maar niet bij de koffie.
Men begrijpt het ook niet als dit op tafel wordt gezet. Bij het warme eten wordt ook geen wijn geschonken, je eet eerst en dan ga je aan de wijn en aan de Macieira. Dan koffie, en wellicht daarna gebak. Om geaccepteerd te worden en om ertussen te komen, moet je je hier aan houden. Lands wijs lands eer zeggen ze wel eens!

Albert: Gaat het wel goed met je Jo Kok……’.
Bij het warme eten wordt ook geen wijn geschonken’. Als jij je hier aan houd, dan zal je erg snel uitliggen. Zeker nog maar kort in Portugal…hoewel….weet je wel zeker dat je in Portugal bent beland ???? Effies beter ‘lands wijs, Lands eer ‘leren hoor , voordat je deze onzin uitkraamt !!

Jo Kok: Hallo Albert, alles goed? Het is wellicht een idee om de normale Portugees te onderscheiden van de vakantieportugees. Misschien ben jij (zijn jullie) altijd op vakantie in Portugal, en ja, dan wordt er een glas wijn geschonken, voor, tijdens en na de maaltijd, voor de (betalende) gasten. De gewone man is echter een ander verhaal. Oma bakt taart, opa schilt de piepers en het is eigenlijk elke dag kip (Frango) met veel friet. Daarna hooguit een glaasje Macieira en pas laat op de avond (flink) aan de vino Branco. Overdag wordt gewerkt en is er hooguit een homp brood met een rode peperworst en een karaf bergwater.

Albert: BesteJo, Ik zal je even uit de droom helpen. Wij wonen inmiddels al weer bijna 13 jaartjes in het mooie hart van Portugal. We hebben eigenlijk zelfs meer contact met Portugesen, dan met Hollanders. Je hoeft mij( ons) dus niets te vertellen over hoe de Portugees leeft en wanneer hij of zij, zijn of haar wijntje drinkt. Ik maak mij dus een beetje zorgen om jou…in welke streek van Portugal ben jij neergestreken? en Hoelang vertoef je daar inmiddels?

Jo Kok: Godverdomme Albert, ik ben helemaar klaar met jou. Je zit me al maanden vliegen af te vangen, je weet alles beter en enkel en alleen omdat je dertig jaar op het gemeentehuis van Baarn hebt gewerkt. Waarom heb je mij uitgekozen voor je getreiter? Ik ga je nu wat zeggen, beste man, en dat doet pijn. Ik hoorde op de Nederlandse club dat jouw vrouw toch wel heel erg goed kan opschieten met Pedro, jullie tuinman. Ga dat maar eens uitzoeken, je hebt er tijd genoeg voor, met je gelul over Zwitserleven. Adieu, stomme betweter!

Uw virtuele huisarts in Portugal: dokter Abraham Kupferstein-Minc

Deze week: het Portugese Pensioensyndroom

dokter Rook

Geachte cliënten. Het idee van totale vrijheid, uw kinderen de deur uit en niet meer naar die rotbaas, spreekt mensen wel aan zolang ze nog werken, maar als paaltje bij puntje komt is het enorm wennen aan het nieuwe leven in Portugal. Diarree en de taalbarriere zijn natuurlijk de bekende euvelen maar er zijn meer valstrikken. Mensen die hun hele leven gewerkt hebben vallen gewoon in een gat na hun pensionering. Men noemt dit verschijnsel ook wel het pensioensyndroom. Met name gepensioneerden in de Algarve hebben daar veel last van.

Lang niet alle gepensioneerden zijn gelukkig. Ze kunnen de tijd niet vullen en beseffen dat hun leven zinloos is. De lichamelijke en geestelijke klachten die hier bijhoren kunnen leiden tot een mensonterende veroudering. ‘Ik zag er erg tegenop om met pensioen te gaan’, zegt Jo Kok. Hij was jarenlang wethouder in Soest. ‘Ik had aanvankelijk geen idee wat ik nu elke dag moest gaan doen. Ik breng de kinderen naar school, ga naar de sportschool, maak een wandelingetje, lees de krant en dan gaat de dag toch sneller voorbij dan ik dacht. Nu denk ik vaak: ik schiet dat rotwijf van me en de kinderen dood met Kerstmis.’

Beste mensen, in feite kan ik Jo Kok en de meesten van u niet helpen want voor de meesten van u komt de hulp rijkelijk te laat. Anyways: blijf actief, want ik vind dat u de morele verplichting heeft om iets bij te dragen aan de Portugese maatschappij, hoe futiel die bijdrage ook mag zijn. Bovendien moet je je vrije tijd gebruiken om te doen wat je altijd al graag hebt willen doen. Ga eens lekker naar de parenclub of rook een joint voor mijn part. Ook op oudere leeftijd kun je blijven bijleren en heel veel plezier in het leven hebben. In Portugal zijn ongeveer 100 verenigingen, clubs en centra, waar gepensioneerden allerlei activiteiten kunnen ondernemen. Aangezien er een breed aanbod is, wordt er goed gebruikgemaakt van deze voorzieningen. Zo niet, dan wordt het crematorium de laatste voorziening waarvan u gebruikt maakt. Gezondheid!

http://www.crematorium.eu/crematorio-em-portugal.html

dokter rook 2

 

Goed mensen, het zit er weer bijna op voor deze week
Mijn culinaire recensie vanwege mijn bezoek aan eethuisje http://www.vilajoya.com/ in Albufeira houdt u nog van mij te goed. Ik ben namelijk net – as we speak – geveld door vermoedelijk een gemene Campylobacter Lusitanis.

Tuur culinair

Ondanks de mensonterende krampen sluit ik af en met een vriendelijke groet en het reeds aangekondigde schitterende gedicht over mijn Algarve. Het is een kwestie van lange adem en stamina maar daarvoor heeft u immers uw school afgemaakt. Cyberspace is al oppervlakkig genoeg en ik veeg mijn reet af (dat kan ik op dit moment beter even niet doen, zie het als een metafoor) met al dat marketinggezwets dat de aandachtsboog van de gemiddelde cybernaut twee minuten duurt. Geduld is een schone zaak. Zo heb ik in de jaren tachtig een optreden van Andy Kaufman bijgewoond in de legendarische comedy club Carolines on Broadway in New York.

Na een uur begon hij uit de bijbel voor te lezen, gewoon vanaf Genesis 1. Bij de Openbaringen van Johannes was ik nog de enige in de zaak. Toen Andy aan de Koran begon, ben ik ook maar afgedropen. Raoul Heertje heeft later nog een postume klacht tegen dhr. Kaufman ingediend omdat de Nederlandse Lenny Bruce het respectloos vond jegens mohammedanen dat mijnheef Kaufman zijn glaasje water tijdens de voorstelling op de Koran had staan (het was ook nog ramadan).

Enfin, hier is Tuur met Literatuur en tot volgende week lieverds! Volgende week: alles wat u wil weten omtrent het kopen van een huis, een culinaire rondleiding door Fuzeta, uw huisarts over voorkomen én genezen van de zogegeten racekak, de laatste kamperaars-mode en uiteraard de boze brief van minister drs. Frans Timmermans aan de The Portugal post.

Beijinhos!

Tuur litertatuur

O MEU ALGARVE/MIJN ALGARVE

João Lúcio Pousão Pereira
Olhão, 1880 — Olhão, 1918

Op twaalfjarige leeftijd werd het eerste gedicht van João Lúcio Pousão Pereira uitgebracht. Vele werken zouden volgen. Tijdens zijn studie aan het Lyceum van Faro richtte hij een literair tijdschrift op genaamd O Echo da Academia. Pereira studeerde vervolgens rechten in Coimbra waar hij bevriend raakte met andere grote dichters – eveneens vertegenwoordigd in dit boek – onder wie Afonso Lopes Vieira en Fausto Guedes Teixeira.
Terug in Olhão wordt João Lúcio advocaat en politicus. Zijn politieke carrière zegt hij vaarwel als op 5 oktober 1910 de monarchie ten val wordt gebracht en Portugal een republiek wordt. Hij besluit te gaan reizen door Europa met zijn gezin. Dankzij het gedicht Mijn Algarve verwierf João Lúcio Pousão Pereira vooral naam en faam als regionaal dichter.

Vertaling: Rosalie Koolhoven

O mijn brandende Algarve impressionistisch en fijn,
Mijn mooie luiaard slapend in zonneschijn,
Mijn gekke dromer die hersenschimmen uitzucht,
Luisterend naar de zingende omgeving, in de lucht
– De triomftocht van de werelden door het blauw.
– Dicht bij zee maakte God om je in slaap te wiegen, jou,

En om je fantasie te bevruchten, werd opgericht
Op het uitgestrekte blauwe podium om je heen,
Het mooiste drama in goud voor jou – het Daglicht,
Met zonnestralen om je te omarmen als geeneen.

Romantische brok aarde van een gek zinnebeeld,
Minnaar zacht, dichterlijk, sensueel,
Waar het maanlicht een nieuwe harmonie orkestreert
En in plaats van de ijzel, januari besneeuwt…

Op de vergulde aarde daalt zachtjes de middag neer,
Als de bloem die haar delicate stengel krom doet zijn,
Terwijl verbonden in vriendschap hemels en teer,
Lelietjes de vrienden van de kinderen zijn,

Algarve, waar de contouren romaans, neerslachtig prijken
Met een zweem van loomheid en een dromerig zijn,
Die zich in nonchalante rondingen te openen lijken,
Als ook de bloemen, in het kloppen van de Zonneschijn …

Velden van een opgewekt groen waar kleuren zoemen,
Waar de sappen ademen, vrolijk en blij:
Waar voelbaar groeien, de wortels en bloemen,
In het weelderige licht van ’t tropisch paradijs.

In de middagen stijgt stilletjes elke bergtop,
In de zonsondergang, in de vloeibaar heldere roze lucht,
En werpt zich het landschap zachtjes op
Als een vrouwelijke loomte, sensueel, vol vrucht.

Algarve van passie, van liefdesgeweld dat begint
Te verwelken aan de monden, door begeerte gesust;
Geurige aarde waar de vleugel van de wind,
Niet van ijzer is, maar week als de mond die kust…

Land van vijgenbomen en Formosa’s10 wijnen
Waar de Zon zwoel de nerven van de roos vermoeit,
In een romanesk maanlicht, een bedwelmend schijnen,
En een verlangen naar intens goud opbloeit…

Algarve van magie, van verborgen gezichten,
Van legenden en visioenen, betoverd door de Moren!
Waar als droomwoorden en sprookjesgedichten
De Lucht zacht fluistert in de oren…

Betoverde tuin trillend van tinten,
Waar kleuren musiceren in klanken van goud,
En ondergronds de wortels zich soms als linten
Draperen om een schat, verborgen en oud.

Kust van mijn Algarve, waar de zee is zo zacht,
Van onstuimig blauw in een fluwelen cadans,
Met nevelen van zilver, in de ochtendpracht,
Schuimend van licht als de zon spreidt haar glans…

Dromerige kusten van blauw waar schepen verschijnen,
De lelietjes wiegen op de wind en zoemen
Terwijl de zeilen in de verte verdwijnen
En zo ook lijken op kleine goudsbloemen…

Onder hun kielen zingt zoet watergekletter,
Met een vaag geluid, van blauw en satijn,
Van de dromerige zee van het Zuiden,
vloeibare ballades en coupletten zo fijn.

Wat ben jij anders, zoete zee van verlangen,
O zee van mijn Algarve, eeuwig water
Dan de sinistere Oceaan, geslepen en bang
Die schepen vernietigt om ons te halen!

Jij hebt nooit als hij, reizende bruiden,
Dichters en zeilers vermoord, wrekend,
Als ze droomden op dek, in de wassende maan,
’s reis groeven in zilver op het water getekend…

Jij gaat ’s nachts zingen aan de voet van de molen,
Van de heuvels, de kades, de fluisterende zanden,
Om de vogels in hun nestjes met slaap te bekoren
En de slapeloosheid van de rozen te doen stranden…

Mijn mooie blauwe avonturier, wanneer de geliefden
Dicht bij jou huilen, zullen zij troost beleven;
Want mooie zee, terwijl je praat met hen,
Hebben zij met liefde hun hart aan jou gegeven…

Je gaat rondom het schip slapend zingen,
En zal voor de arme visser die dommelt
Van het roeien zo moe, jezelf tot stilte bedwingen,
Opdat zelfs zijn bootje niet schommelt…

Je doet de kleine eilandjes trillen,
Die stil en volmaakt verrijzen uit jouw water
Op de blauwe melodie van de golven en kielen
En van de weerkaatsende zeilboten, het geklater.

Je doet kloppen, in zeegroene harmonie,
De samengegroeide rotsen die naast je verschijnen,
Mijn mooie zuidelijke zee, zee van mijn fantasie,
Van avontuur en liefde, legenden en kwatrijnen!

Maanlicht van mijn Algarve, vlekkeloos en fijn,
Maanlicht, van sneeuw, opaal en jasmijn, dat vloeit,
Romantisch maanlicht dat hemels helder kan zijn,
Dat bomen in de gaarden met verbeelding overspoelt.

Gevoelig maanlicht van dromen en minnaars,
Satijnen maanlicht, waarmee de zeelui je roemen,
Bestrooi met het licht het water in de vaart,
En de blauwe meren tussen de bloemen.

Jij die witte doeken zachtjes weeft
Over de baaien, de zee: de volle sterrenlucht,
Kade, eilanden, heuvels met romantiek omgeeft,
De bochten en zeilen in hun vlucht.

Jouw witte glans van hermelijn en marmer,
Weerkaatst over de heuvels en elke bloemenvallei,
Maakt de harten goed en warmer,
En idyllisch; de wegen, de nesten, de wei…

Aan de kust zwartachtige dennenbomen,
Valleien drinken licht, de heuvels zijn overgoten,
Stille schepen uit de verte gekomen,
Over de lome golfslag, van kleur verschoten.

Geraakt en bezworen door het licht van de maan,
Werden dromen geschetst in jouw blauwe lucht,
Met een vloeibare zwevende sluier aan
Van stuifmeel van licht, dat werelden bevrucht…

O zon, levendige zon van mijn Algarve van goud,
Jij doet de harten en de tuinen vruchtbaar zijn,
Kloppend en onsterfelijk, als waarvan je houdt,
Die uitbarsten in Leven, in knoppen en in jasmijn:

O zon die de hemel in glans laat bloeien,
En de horizon beschittert ver vooruit;
Die lucht in vlammen zet en de wind doet gloeien
En de bergen bekleedt met een warme huid:

Ik houd van jouw licht vol gezondheid en deugd,
Die op het land muziek van kleuren laat zoemen,
Die in onze ziel bewatert de Cactus van Vreugde
En houwt uit de zaden, een buste van bloemen:

Laat me aan je zien, baad me in jouw gloed,
Met je kloppende blauw aan de horizon,
Geef me je vreugde en geef me je moed,
O zon van mijn Zuiden, eeuwige zon…

Ochtenden van mijn Algarve, van morgenrood, grandioos,
Die een vuurwerk van kleur aan de Hemel voltrekken,
Gemaakt van zijde, goud, marmer en roos,
Die stilletjes de slaperige bloemen wekken!

Voluptueuze ochtenden vol triomf en macht,
Waarin de lucht is smetteloos en het licht bevrijd!
Bergen door morgenrood in extase gebracht,
In een overwinnende gloed die je over hen uitspreidt:
Ochtenden die intens, dramatisch, betoverend zijn,
Vloed van vloeibaar opaal en robijn!

Je goud klopt door de maagdelijke lucht,
Die maakt van de aarde een moeder heilig, gezegend,
Als een lichtende bal, hemels vol vrucht,
Die elk moment leven schept waar het sterren regent.

O ochtenden op zee, jullie frisheid maakt
Plaats in mijn hart en blijft waar ik ook maar zoek!
Ochtenden op zee die in brand lijken geraakt,
Geef me een penseel, opdat ik jullie schilder op doek!

O zee, o zon, o nachten transparant,
Velden die bruisen van sap en overdaad,
Vlekkeloze einders, de morgen die brandt,
Liefdevolle ogen tonen saudade,

Van de vruchtbare vreugde die zich uitstrekt,
En van jullie kleur houd ik als van jullie kracht,
Ik haat het bleke dat de noordelijke hemels bedekt,
Waar de kleur is verschoten en het licht afwacht.

IJskoude vervoering die de bergen bedekt,
Met een sinistere morgen van een sombere maan,
Dodelijke witte gratie die de velden verbergt,
Wat de natuur naar voorbeeld van de beitel heeft gedaan:

Jullie vervoering is er een van de dood,
Jullie schoonheid is de stilstand,
O ijskunst van de streken in het noord
Aan wie niemand het hart ooit heeft verpand!

Onsterflijke natuur, jij die kon geven
Aan mijn zuidelijke land de fantasie als deugd,
Leerde de zielen hier in dromen te leven,
In gezonde levendigheid van geloof en vreugd:

Die het land van geliefden zacht, heroïek
Overspoelt met blauw en in goud inpalmt
En over hem speelt een onsterflijke muziek
Die een oosterse symfonie van kleuren weergalmt:

Jij die meer hier dan elders ontwaakte
Met jouw vruchtbaar weten van intense kracht,
En de Hemel tot muze van de Kunsten maakte,
En hier daarom ’s werelds mooiste zon bedacht:

Vraag een schilder of hij op het doek vasthoudt,
Deze glans, deze kleuren, origineel en divers,
En straal, alsof het sterren regent, hetzelfde goud
Over de moeite die is geschilderd in dit nederige vers.

 

Deze vertaling komt uit het zojuist verschenen boek Portugal in poëzie, een reis in gedichten, van uitgecerij Lusophonia. Dit boek is samengesteld door Lusophonia-medewerkster Rosalie Koolhoven,die ruim 30 gedichten van Camões, Fernando Pessoa, Florbela Espanca en andere grootmeesters van de Portugese dichtkunst vertaalde die tezamen een reis van het uiterste zuiden tot het hoge noorden van Portugal vormen.

Met haar toegankelijke vertalingen verschaft Rosalie Koolhoven de lezer een kijkje in de Portugese ziel. Portugal in poëzie is een reis door het Portugese verleden en verlangen, de Moorse magie uit de Algarve, de gure hoogvlakten van Trás-os-Montes, de verborgen dorpen van de Alentejo, langs de oevers van de veel bezongen Mondego-rivier van Coimbra, de stegen van Alfama in Lissabon, een reis bovenal gedrenkt in fado en saudade.

De bundel is voorzien van kleine handzame biografieën van de vertaalde dichters en een notenapparaat waarin geografische en literaire begrippen nader worden geduid.

Portugal in poëzie is verkrijgbaar als boek en als e-boek.
Voor meer informatie en bestellingen zie www.lusophonia.com

Editie 1 gemist? Staat hier!