Dus je kunt nu echt niet meer zeggen wat je wilt. Zaterdag schreef ThePostOnline al over cabaretier Menno Stam die een “grappige opmerking” over homo’s en apen maakte. Om duidelijk te zijn: de grap was niet geslaagd, met de beste wil van de wereld kon ik hem niet grappig vinden. Dat de politie van hem eiste dat zijn tweet weer van het internet werd gehaald is echter een grove aanval op de vrijheid van meningsuiting.
Voor veel mensen is de vrijheid van meningsuiting weliswaar een groot goed, maar dat betekent kennelijk nog niet dat men alles mag zeggen. De opmerking van Stam “had mensen boos kunnen maken” en “anderen kunnen aanzetten tot ongeregeldheden”.
Werkelijk? Stam had 500 volgers. Tot zaterdag had ik nog nooit van hem gehoord, dus dat de opmerking van Stam tot massale rellen zou leiden acht ik zeer onwaarschijnlijk. Verder riep Stam niet op tot geweld. Hij maakte een grap. Het was een overreactie van de politie en die overreactie is eenvoudig te verklaren: overdreven politiek correct gedrag.
Overdreven politiek correct gedrag is een van de grootste vijanden van de vrije meningsuiting. Men moet alles kunnen en mogen zeggen ook als dat betekent dat sommigen beledigd worden. Minister Plasterk sprak in 2004 al eens over het recht om te kwetsen. Theo van Gogh maakte van dat recht graag gebruik. Regelmatig jaagde hij de goegemeente op de kast. Met zijn film Submission, een film die provoceerde en tot nadenken stemde, ging van Gogh volgens een paar radicale individuen te ver.
Daarom werd hij op straat neergeschoten en sindsdien weegt iedereen zijn of haar woorden een stuk nauwkeuriger.
Kortom, we zijn bang en uit angst letten we op onze woorden. Daarom wringen we ons in alle bochten om discussies te vermijden.
Liever zeggen we niets over de radicale islam uit angst dat mensen boos worden. Mensen die niet zo positief tegenover homoseksualiteit staan zwijgen uit angst hun goede naam te verliezen.
Politieke correctheid maakt mensen bang. Onderwerpen worden verzwegen en problemen niet opgelost. We willen niet kwetsen, noch willen we provoceren. De hoeders van het fatsoen staan klaar om je als racist of homofoob neer te zetten. Gaan wij werkelijk om de lieve vrede te bewaren onze vrije meningsuiting op het spel zetten? Zeg toch waarop het staat! Vindt u de gaypride onzinnig? Zeg dat dan! Ook al kwetst u daarmee mensen.
Door een belediging kan men vaak duidelijk antwoorden en wordt het debat snel concreet. Het recht om te kwetsen is daarom dus een essentieel onderdeel van de vrijheid van meningsuiting.
Het laatste wat we nodig hebben is een politiemacht die de godganse onze opmerkingen op internet in de gaten houdt. Dat deed men vroeger in de DDR ook. Ik wil geen censuur en ik wil weten wie meent te moeten censureren, en wie controleert de censor? Wat mag ik nog zeggen en wat niet?
De politie gaat te ver door mensen te dwingen hun tweets te verwijderen. Nu ging het over de gaypride. Maar wie garandeert mij dat het niet gebeurt als ik een opmerking over de EU maak? Of als ik iets negatiefs over onze regering zeg? De politie moet gewoon de misdaad oplossen en de openbare orde handhaven. Het censureren van Twitter hoort niet tot het takenpakket van de politie.
De vrijheid van meningsuiting heeft alleen zin als de staat zich daar niet mee bemoeit. Dat betekent dat wij ook meningen moeten accepteren die ons niet bevallen. Soms zijn meningen kwetsend en soms zijn meningen ronduit onzinnig. Iedereen moet kunnen zeggen wat hij wil mits hij of zij maar niet aanzet tot haat of oproept tot geweld.
Daar moeten we mee leren leven.
Jeroen Adema (@DerAdema) is D66-lid en voorstander van absolute vrijheid van meningsuiting.