Voetbal

Waarom bemoeit KNVB zich met coming-out voetballers?

09-08-2013 11:15

Afgelopen weekend ging ik wandelen in de Flevopolder. Het was immers Gay Pride, een goede reden om Amsterdam zo snel mogelijk te verlaten. Veel vrienden en kennissen begrijpen daar weinig van. De Gay Pride is er toch om mijn rechten als homo te onderstrepen? Het is toch een leuk feest? Er zijn extra veel homo’s in de stad! Wie weet wat dat nog oplevert! Al deze suggesties tonen aan dat hetero’s moeten ophouden namens homo’s het woord te voeren. Dat kunnen homo’s zelf ook wel.

Het meest belachelijke voorbeeld van hetero’s die namens homo’s spreken komt van de KNVB. Er moet meer aandacht voor homo-emancipatie in de voetbalwereld komen. Het is niet zo helder welk probleem er precies is, maar het komt er op neer dat voetbalclubs mannenbolwerken zijn waar homo’s zich niet thuis voelen en daarom niet uit te kast durven te komen. Harde gegevens ontbreken.

Heterovoetballers

Dit probleem zou zich vooral laten zien door het gebrek aan profvoetballers die openlijk homoseksueel zijn. Een voormalige prof is uit de kast gekomen en verder niemand. En dus kwam de KNVB met een boot vol heterovoetballers om aan te tonen dat homo-intolerantie onacceptabel is en dat homovoetballers welkom zijn. De vraag is natuurlijk: namens wie stonden die heterovoetballers op die boot? Het is een raadsel. In ieder geval niet namens homovoetballers die de kast niet uit durven.

René van der Gijp kreeg journalistiek Nederland over zich heen door te stellen dat homo’s kapper worden en nauwelijks interesse hebben in voetbal. Hij vindt de KNVB-actie nonsens. Op ThePostOnline.nl regende het stukken. René van der Gijp toont de noodzaak van de KNVB-boot aan, mensen hebben te lange tenen en de reacties op Van der Gijp zijn schijnheilig. Maar in al deze stukken nemen de schrijvers klakkeloos aan dat de analyse van de KNVB klopt en dat dit probleem echt bestaat.

Drie opties

Er zijn drie mogelijkheden: voetbalhomo’s bestaan niet (Van der Gijp), ze durven niet uit de kast te komen (KNVB) of ze willen niet uit de kast komen. Van der Gijp heeft waarschijnlijk gelijk dat er weinig homo’s in het voetbal zijn, maar velen zullen dan direct zeggen dat dit door de homo-intolerantie komt. Dan zijn we terug bij de KNVB-analyse dat er te veel intolerantie is. En als homo’s de kast niet uit willen komen, komt dat ongetwijfeld ook door de intolerantie, zal het COC zeggen. Zo wordt de KNVB-analyse een onweerlegbare waarheid. Terwijl er wel wat op af te dingen valt.

In een tijd waarin televisieprogramma’s aandacht besteden aan de coming-out van jonge homo’s en een homobotentocht live wordt uitgezonden, is er een sterke norm ontstaan: je moet als homo uit de kast komen. Openlijk homoseksueel zijn is een belangrijk voorrecht, maar is het ook een plicht? Is het goed dat homo’s open kunnen zijn, of ‘moeten’ ze dat zijn? Ik vind zelf het eerste, maar de norm is het tweede. Als een voetbalhomo niet uit de kast komt, vindt de KNVB dat fout.

Uit de kast moeten

We zijn onder druk van de Gay Pride en Uit de Kast vergeten dat homoseksualiteit privé is. We kunnen discussiëren wat de kenmerken van homo’s zijn. Maar zeker is dat homoseksualiteit gaat over liefde, relaties en seks: op welke jongen je heimelijk verliefd was op je zestiende, in welke kroegen je een date oppikt, wie er boven of onder ligt en welke porno je consumeert. Natuurlijk praten homo’s niet graag over dit soort zaken, maar deze zijn wel het meest kenmerkend. In hoe homo’s en hetero’s het ontbijt klaarmaken zit immers geen verschil.

Het zwijgen van veel homo’s is echter veel breder dan alleen zaken rond relaties en seks. Vrijgezelle homo’s willen niet steeds aangesproken worden op hun alleen zijn. Want er zijn toch zoveel leuke mannen! Niet alle coming-outs verlopen soepel, maar homo’s worden telkens uitgenodigd erover te vertellen. Homo’s zijn omringd door verhalen over vrije seks, maar velen walgen daarvan. Homo’s moeten ook ongetwijfeld massaal gapen als hen gevraagd wordt naar hun mening over René van der Gijp.

Praten en zwijgen

Er zijn veel contexten waarbinnen homoseksualiteit geen gespreksthema is. Dat geldt bijvoorbeeld voor homo’s binnen kerken, defensie-eenheden en voetbalclubs. Dat betekent niet dat homoseksualiteit daar niet wordt geaccepteerd. Van sommige predikanten weet iedereen dat ze homoseksueel zijn, maar het is geen thema waar kerkgangers over spreken. Binnen voetbalclubs en bij defensie weten velen wie er homo is, maar het is geen gespreksthema. Niet alleen hetero’s, maar ook homo’s vinden hun geaardheid meestal privé. Door de Gay Pride vergeten velen dat.

Zwijgen is niet hetzelfde als afkeuren. Er niet openlijk over praten betekent niet dat je massaal wordt uitgelachen als je dit wel zou doen. Voor veel hetero’s is zwijgen een prettige manier om met homoseksualiteit om te gaan, en dat geldt voor veel homo’s ook. Het is namelijk privé en dus kies je zelf wie je er iets over vertelt. Het gaat de KNVB in ieder geval niets aan.

Echte diversiteit

Er was een tijd dat homo’s de straat op moesten om zichtbaar te zijn. Maar homo’s zijn inmiddels zichtbaar en de Gay Pride herinnert ons eraan hoe goed dat is. Maar het wordt tijd voor de volgende stap: accepteren dat er naast seksuele diversiteit, ook diversiteit is in hoe mensen vorm geven aan hun geaardheid. De Gay Pride is daar een voorbeeld van, maar het is niet de enige ‘juiste’ manier.

Voetbalhomo’s wonen niet in Rusland: ze hebben elke dag de keuze hun homo-zijn met de voetbalclub te delen. Zij kennen de Nederlandse wet dat homo’s gelijk zijn aan hetero’s en weten dat iedereen daarop aanspreekbaar is. De acceptatiecijfers liggen in Nederland bovendien hoog en dus weten homo’s dat ze makkelijk steun zouden krijgen als er problemen ontstaan. Voetbalhomo’s hebben nauwelijks reden om niet uit te kast te komen. Als ze dat toch niet doen, is dat hun eigen keuze. De KNVB is vergeten dat ook die keuze respect verdient.

Chris Aalberts praat graag over andere dingen dan homoseksualiteit.