Zoals Wim van Rooy later zelf aanstipte in zijn lezing: het islamdebat in Nederland lééft. Het souterrain van het Forum voor Democratie is afgeladen vol als de Vlaming, auteur van Waarover men niet spreekt– bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam, zijn verhaal begint en ook tijdens zijn betoog druppelen er nog gestaag mensen binnen.
De verzameling islamkritische bloggers en journalisten, (piep)jonge conservatieven, Bezorgde Burgers en geëngageerden van divers pluimage, wordt getrakteerd op een verhaal dat begint met de perikelen om het boek in Vlaanderen überhaupt uitgegeven te krijgen. Zo vond een uitgever het verstandig om de naam van de auteur maar niet op de cover te zetten. “Wie mij komt vertellen dat er geen probleem is met de islam, is bij mij aan het verkeerde adres” concludeert hij droogjes. Applaus volgt. Van Rooy prijst het Nederlandse debatklimaat als opener en directer dan het Vlaamse.
Geroutineerd maar met vuur vertelt hij over zijn vroegere houding jegens islam, een humanistische, begripvolle visie die hij ook op zijn kinderen trachtte over te brengen als die thuiskwamen van school met verhalen over agressieve Turkse en Marokkaanse klasgenootjes. En over de ommekeer die kwam toen hij islam bestudeerde, en stuitte op de bizarre postmoderne onwil van de politieke, culturele en journalistieke elites om bepaalde feiten onder ogen te zien.
Het Westen is ziende blind voor de opmars van de islam, volgens Van Rooy, die wederom de wat al te timide houding van de Vlamingen aanstipt: desgevraagd aan bijvoorbeeld artsen of verplegers, mensen midden in de samenleving, komen wel degelijk de vreselijkste verhalen naar boven.
Het distribueren van biertjes leidt nogal af, de zaal is al verzadigd maar de flesjes worden gestaag doorgegeven. Ondanks de flesjesfile gaat de lezing voort, met een uiteenzetting over de opmars in Europa in de jaren zeventig van de moslimbroeders, die hier gesubsidieerd en wel hun gang konden gaan. Een oplossing voor de inmiddels vergevorderde islamisering ziet Van Rooy niet, ten eerste omdat hij geen politicus en ten tweede omdat naar zijn mening het point of no return bereikt is.
Thierry Baudet begint “WIM!” te roepen en houwende armbewegingen te maken, het is borreltijd. Van Rooy en het publiek willen nog wel even door, er is nog tijd voor eerstgenoemde om zijn wens uit te spreken een nieuw boek te maken: de koran, soera voor soera uitpluizen en extrapoleren naar wat er nu gaande is in de wereld. Zeg dan maar eens dat het niet waar is, dat het wel meevalt, met die islam. “Maar uit schaamte zal een moslim dat nooit toegeven.” “Nee!” beamen twee dames vooraan, hevig hoofdschuddend.
De hele verhandeling stemt weinig hoopvol, maar is niet alarmistisch. Het is alleen betreurenswaardig dat deze speech voor dit publiek vrij letterlijk preken voor eigen parochie is, de mensen in deze zaal behoeven geen verdere overtuiging van de door Van Rooy geschetste gang van zaken. Te vrezen valt dat de oren die dit betoog echt eens zouden moeten horen, doof blijven. Waarnaar men niet luistert, kan dat voorgenomen boek over de koran misschien heten.
Beeld: Maarten Brante