Eens in de zoveel tijd hoor je uitgevers jammeren: wáár is de Marokkaanse Grunberg? De Turkse Palmen? Obligaat gejank want wie zit er op een Marokkaanse Grunberg te wachten terwijl de real deal al bestaat?
Maar ja, ze zijn er hoor, uitgevers die boekcontracten uitdelen aan kindertjes met vreemde namen. Marokkaanse namen vooral. Aan het begin van de eeuwwisseling was er een hele zwik van die eind twintig- begin dertigers die niet alleen kranten mochten volplempen maar ook boekendeals kregen omdat ze een Marokkaanse naam hadden. De blijvertjes waren Hafid Bouazza en Naima El Bezaz, de rest had een naam die een variant was Mohammed Benzakour. Applaus alom als hun naam op een kaft verscheen.
Knap hoor, zo’n mocro die een Nederlandse zin kan tikken. Dommer was de aanname dat als je diezelfde mocro een Nederlandse zin hoorde uitspreken, dat ‘ie de geschreven versie ook zelf had geformuleerd. Zonder taalfouten.
Anno 2016 is er niets veranderd. Is het niet Lebowski dan wel Prometheus die elke gek met een dubbel paspoort een boekcontract geeft; het Parool neemt het getik op als column. Uitgever en hoofdredacteur gun je die shit, maar de redacteur die leesbaar Nederlands moet maken van de plempsels van figuren als Özcan Akyol en Mo Bouzamour, tja, ik hoop maar dat ‘ie er goed voor betaald krijgt. En nu is daar Nadia Ezzeroili bijgekomen.
Als feminist kunnen er mij niet genoeg vrouwen zijn die zelf hun geld verdienen en meedoen aan het maatschappelijk debat. En als die vrouwen dan ook nog ‘ns niet blond met blauwe ogen zijn – geen kaaskoppen zijn – vind ik het nog fijner (insert hier: ‘RACIST!’ Verder: NEXT!). Wat mannen er ook van zeggen, vrouwen moeten nog steeds een tandje harder lopen om hetzelfde te bereiken.
DOE DAN! Niet janken, gewoon lopen, that’s the way of the world. En de niet blonde vrouwen met vreemde namen moeten nóg een tandje harder lopen. Maar dat zijn wij al gewend, alleen de blonde exemplaren willen bij elke scheet die ze laten applaus en kunnen niet tegen kritiek. Aangezien wij lichtgetintiërs nu pas onze Barbie krijgen is onze huid wel wat dikker. Zou je denken – totdat er weer ‘ns een begint te janken.
Helaas verzwakt élke vrouw die jankt mijn eigen positie. Want gejank wordt toegejuicht in Nederland. Slachtoffers worden gepamperd in Nederland. Zelfstandig zijn, een rechte rug houden, bullshit pareren: het doet redelijk weinig voor je carrierekansen als je een niet-Hollandse vrouw bent.
Maar zielig zijn, wijzen naar de ander en janken dat je wordt uitgesloten want lichtgetintiër zijn dé ingrediënten voor succes in de Nederlandse media. Tel daar je poppedijntjesuiterlijk op van dik krullend haar, het rimpelloze gelaat van de post-puber, de verongelijkte hipsterblik en je weet: there’s a new kid in town and her name is Nadia Ezzeroili. Omarmd door de keurige media onder het mom: ‘WE’VE GOT HER!’
Een Nederlander met het uiterlijk van een mocro die nog kan tikken ook. Mensenkinderen waar heeft de Volkskrant dat aan verdiend? Waar heeft Nederland dat aan verdiend?
Maar in plaats van dat Nadia haar vak uitoefent heeft ze dit weekend besloten dat haar vak Marokkaan zijn is. Als iets anders kun je haar gejank in de Volkskrant niet lezen. Het is uit tussen Nederland en Krullebol; dikke boehoe. Ze is teruggekeerd naar de dark side, de problematische kant van de samenleving. Daar hoort ze – háár tekst. Haar stuk is een vrijbrief voor haar mislukking die ze vanaf nu zal ondergaan: want Marokkaan, dus kansloos.
Het doet me denken aan de docenten aan de universiteit die je sadistisch inprenten goed naar links en rechts te kijken de eerste dagen in de collegebanken: “Over een jaar is de helft van jullie vertrokken.” Fine. Boeien. Who cares? Beetje jammer om te gaan geloven dat jij degene zult zijn die niet zal slagen maar ja, de handdoek in de ring gooien is altijd makkelijker dan doorgaan.
Poppedijntje is dus Marokkaan. Is blij in Marokko. Wil daar begraven worden in plaats van in Nederland. Persoonlijk ga ik voor de crematie, niets zo erg als je nabestaanden opzadelen met een schuldgevoel dat je weer niet het graf van tante Ebru bezocht hebt, maar hé, mijn zegen heb je. Ontspan in dat waterpijpcafé, vul je maag met voedsel uit de Turkse toko – who gives a shit?
Waar mijn blonde vriendinnetjes rond hun dertigste in een crisis raakten of ‘dit’ het nou was, want ‘dit’: topbaan, koophuis, vaste vriend, diamant aan de vingers, is poppedijns crisis multicultureel. Ben ik nou toch een Marokkaan? Blond of lichtgetint: wijven zijn het. Ja, dit is het. LIVE WITH IT! Zoek die problemen toch niet waar ze niet zijn, het leven bestaat uit keuzes en de keuze van een mocro is simpel: blijf ik slachtoffer en is alles wat me overkomt de schuld van de (Nederlandse) ander of ben ik minstens net zo goed als een Nederlander?
Iemand met een beetje ruggengraat – blond of niet – gaat voor het laatste.
Iemand met een beetje ruggengraat begrijpt dat ‘maatschappelijke verheffing’ niet vanzelf komt – tenzij je vader in de Quote 500 staat maar goed, er zijn nog wel zo’n 8 miljoen Nederlanders bij wie dat niet het geval is dus zeik niet.
Iemand met een beetje ruggengraat weigert om alleen over allochtonentoestanden te schrijven – die kan namelijk meer dan dat. Die kan schrijven.
Iemand met een beetje ruggengraat loopt de Nederlandse deur uit en geeft de alimentatie een dikke middelvinger.
Maar iemand met een beetje ruggengraat heeft dan ook geen aanstelling bij een ‘kwaliteitscourant‘.
Rest eigenlijk maar één vraag: kan Nadia d’r boek eigenlijk wél zelf schrijven of moet daar ook nog een redacteur zijn tanden op stukbijten?