Wanneer er voor een ontwerp uiteindelijk de keuze is gemaakt om foto’s te gebruiken, komt die moeilijke vraag: “Waar halen we ze vandaan?”. Menig bedrijf steekt vervolgens geen tijd en moeite in het regelen van een eigen fotosessie, maar zoekt in plaats daarvan haar heil op een van de verschillende stockfotosites die er te vinden zijn, en daar beginnen de problemen. Want, laten we beginnen met een excuus voor de fotokeuze, de meeste sites bieden een opmerkelijk aanbod waardoor zelfs de welwillendste designer soms niet anders kan dan grijpen naar de meest cliché-afbeeldingen. Wanneer je gewoon iemand uit, bijvoorbeeld, China zou willen afbeelden, dan is het niet ongewoon dat het vinden van gerechten makkelijker is dan een Chinese persoon. Natuurlijk ligt het er ook maar aan hoeveel geld je eigenlijk wilt besteden en omdat het voor veel organisaties, zeker in webdesign, nu eenmaal niet al te veel mag kosten viert in fotokeuze de design-middelmaat hoogtij.
Vooral kleinere organisaties lijken nog wel aan deze middelmaat te kunnen ontglippen. Aan de ene kant duiken ze er dan soms flink onder door dan zelf maar wat fletse foto’s te publiceren, aan de andere kant gebruiken zij dan juist weer wel een eigen fotoserie. Het ligt voor de hand te vermoeden dat hier bevriende, ook beginnende, fotografen dan de hand in hebben. Hoe het ook zij: een verdieping hoger op de ladder der ondernemingen is het al gauw treurigheid troef. Zeker wanneer er een financiële component zit aan de diensten die een bedrijf aanbiedt (ze zijn een verzekeraar, of u kunt er meedoen voor ‘leuke prijzen’) wordt “vertrouwen uitstralen” al snel verward met “weinig creativiteit uitstralen”. Iemand die blij naar zijn computer kijkt lijkt dan voor veel bedrijven ineens een heel logische keuze als illustratie bij zo’n beetje alles.
Veilig kiezen
Natuurlijk, u kunt zeggen “je moet mensen niet voor het hoofd stoten”, maar daarop kun je antwoorden dat iemand met een functie in marketing samen met zijn design-team toch de mogelijkheden zou moeten hebben eens iets anders binnen die voorwaarden te verzinnen. Bovendien: waarom zou je niemand voor het hoofd mogen stoten, alsof foto’s met de “Amerikaanse glimlach” niet een bepaald publiek afstoten? Waarom zou je niet een duidelijke keuze voor een frisse, originele uitstraling mogen maken? Wanneer er dan enkelen geen klant willen worden omdat ze bijvoorbeeld een fijn bloemenveld niet met sparen associëren, so what?
Het echte probleem in de fotokeuze ligt ergens al ergens anders in het proces. Zegt ‘call to action‘ u iets? In dat geval weet u waarschijnlijk precies waar in het ontwerpproces het fout zal gaan. Soms al aan het begin, maar meestal ergens in een feedbackloop, komen de standaard opmerkingen terug. “Ik mis een duidelijke call to action”, “ik wil het ontwerp snappier” of “de mensen moeten een engagement strategie zien” zijn voorbeelden waarmee iemand poogt aan te geven dat ze zelf ook wat willen inbrengen in het ontwerp. Een ontwerp simpel en duidelijk houden, waar welke functie op een website toe dient, zelfs iemand leiden binnen een registratieprocedure, zijn inderdaad wel valide punten, die een designer soms compleet kan missen. Daar tegenover staan echter holle frasen die vaak terugkeren zonder dat ze een duidelijke kritiek leveren op het eigenlijke ontwerp. Iemand heeft ooit bedacht dat glimlachende mensen, grote knoppen en duidelijke kleuren aansprekend zijn. Alleen dat wordt onthouden en daarom krijgen we in plaats van nette ontwerpen enorme knoppen, moeilijk lachende mensen en het liefst een groot logo. Het testen van een design op de interactie van de gebruikers wordt zo langzaam verward met het stellen van daarvan totaal losstaande vragen, zoals deze fantastische website duidelijk weet te maken. Waarom proberen we ook de gebruiker al te begrijpen vanuit marketingclichés en niet in een taal die ze echt zouden gebruiken?
Een community in foto-taal
De ultieme test ligt in het afbeelden van groepen mensen. Nu we ons met social media bezighouden zien we dit steeds vaker en daarom is het vaak smullen bij sites die met foto’s een gemeenschapsgevoel willen uitdrukken. De schuld van de keuze voor de tragische afbeeldingen die dan vaak worden gekozen ligt misschien niet eens bij óf de verantwoordelijke manager óf de verantwoordelijke creatieveling. Een aantal verkeerde vragen worden op de verkeerde manier beantwoord, waardoor er uiteindelijk maar een keuze moet worden gemaakt uit een reeks compromis-afbeeldingen. Hierdoor zien we groepen, uiteraard enorm vrolijk kijkende, mensen die een niet duidelijk te definiëren Europese achtergrond hebben, meestal in een Amerikaans aandoende omgeving.
Voor de vorm zien we natuurlijk ook één donkere persoon: we willen niet discrimineren. Het opmerkelijkste is nog wel dat als we een aantal websites nagaan we tot de conclusie moeten komen dat deze zelfde groep mensen toch zeker wel een tiental verschillende beroepen moet hebben. Die zelfde oude man, met zijn glimlachende collega, draagt net zo makkelijk een aktetas als een bouwhelm. En geen foto gebruiken zegt u? Nee, dat kan natuurlijk niet, het moet tenslotte wel een beetje persoonlijk blijven.
Fotobewerking via tpdsaa