Ooit leek Bashar al-Assad een vredesduif in vergelijking met zijn bloeddorstige vader. Nu hangt hij aan het financiële infuus bij Iran, Rusland en andere doodenge regimes waar mannen met hoofddoeken de baas zijn. Het wordt tijd om de Dracula van Damacus te verdrijven in belang van de Syriërs en de wereld.
De beelden van de gifgasdoden deden de wereld vannacht even de adem benemen en de Verenigde Naties – impotent vergaderorgaan van elkaar beconcurrerende wereldmachten – stelt geen onderzoek in. De discussie gaat nu over het onderzoek naar de daders. Die kwestie is niet relevant. Het opruimen van Assad is, of hij nou gifgas gebruikt of zijn tegenstanders, beter voor de bevolking van Syrië dan hem in zijn paleis te laten zitten.
Net als in Irak is het mooi geweest. Assad gijzelt een land, waar massamoord tot ziek marketinginstrument is verworden.
U schrikt weer van zo’n boude stelling? Uit dit statistiekje blijkt dat het vernietigen van een dictator in ieders belang is.
De Amerikaanse econoom Bassam Yousif becijferde eens wat Irak de inval had opgeleverd. Veel. Kijkt u maar. Een jaar (2003) stortte de economie (-28.1%) in, maar daarna katapulteerde hij omhoog. In 2010, het laatst beschikbare cijfers, was de groei van de Iraaks economie een stuk hoger dan in de Westerse wereld: 3,8%.
Tegenstanders menen dat je zo niet mag rekenen, omdat het verwijderen van Saddam veel mensenlevens en geld heeft gekost.
Voor die mensen is hier nog een stastistiekje:
Saddam Hussein was één van de allergrootste waardeverdelgers in het Midden-Oosten. Als er iemand niets economisch, laat staan menselijks, heeft bijdragen aan deze wereld was het de lugubere bromsnor uit Bagdad.
De Nederlandsche Bank deed er zelfs een studie naar. De grafiek ziet eruit als de afdaling van een col van de buitencategorie. In minder dan 25 jaar tijd verloor de gemiddelde Irakees bijna 84% van zijn vermogen. Dankzij Saddam.
Het Westerse wegkijken is het recept tot maatschappelijke Verelendung in Syrië: de bevolking wordt armer en radicaliseert. In Iran, waar net genoeg olie is om de monden te voeden, zien we de gevolgen van deze economische Götterdammerung.
In Syrië is de Iranisering al begonnen: moslimterroristen ruiken een kans om corrupte machtswellustige elite te elimineren. Dat moeten we niet toestaan. Als de vijand van de vijand jouw vriend wordt dan is het tijd om de tanks uit de kazerne te rijden. Niet uit oorlogszuchtige motieven, maar om de wereld een stukje mooier te maken.
Je zou eens in Syrië over de grens moeten kijken. In Irak is het relatief stil. Dankzij een gewelddadige inval – waar Rusland tegen was – is het land relatief welvarend en een beetje democratisch.
De conclusie is uiteindelijk: hoe meer welvaart, hoe meer stabiliteit. De Amerikaanse Harvard-econoom Benjamin Friedman betoogde al eens dat we een morele verplichting hebben om te streven naar economische groei. Een beetje oorlog is soms goed voor de vooruitgang.