Het Kabinet wil dat ABN Amro een beursgang gaat maken. De bank heeft een jaar de tijd nodig om een gang naar de beurs voor te bereiden. Daarna zal het Kabinet een definitieve beslissing nemen. Volgens premier Rutte vrijdagmiddag is de kans ‘klein’ dat met de verkoop winst wordt geboekt. Er zijn op dit moment geen kopers voor de bank, zegt minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA). Maar kopers mogen zich altijd melden, aldus de minister.
Een beursgang is mogelijk wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: de financiële sector moet voldoende stabiel zijn, er moet voldoende interesse zijn in de markt en de onderneming moet er klaar voor zijn. Over een jaar zal het kabinet opnieuw beoordelen of aan genoemde voorwaarden wordt voldaan.
De waarde van de bank kan bij een beursgang toegroeien naar 15 miljard euro. De staat heeft inmiddels 21,66 miljard geïnvesteerd in het bedrijf. ABN Amro behaalde over 2012 een nettowinst van 948 miljoen euro.
Voor verzekeraar ASR kiest het kabinet op een later moment voor een beursgang of onderhandse verkoop.
Dijsselbloem schrijft vrijdag aan de Tweede Kamer dat jaren wachten in de hoop een hogere opbrengst te realiseren ‘onwenselijk’ is. “De Staat heeft de verantwoordelijkheid om voorzichtig en verstandig om te gaan met publieke middelen. Met de verkoop wordt getracht zo veel als mogelijk van het geïnvesteerde kapitaal terug te verdienen. Hierbij moet een optimum gevonden worden in de uitruil tussen risico en opbrengst. De Staat is geen belegger en investeert dus niet risicovol als daar geen publiek belang mee gediend is. Daarom is . Tegelijkertijd is het niet nodig om op het slechtst denkbare moment te verkopen.”
