Politiek

Nederland en de wondere wereld van ‘drones’

29-08-2013 11:33

Sinds afgelopen juni maakt de Nederlandse krijgsmacht officieel gebruik van de ScanEagle, de nieuwste toevoeging aan de ‘operationele gereedschapskist’ van Defensie op het gebied van onbemande vliegende systemen. Dit type drone – ja, voor het gemak noemen we de onbemande vliegtuigjes lekker toch zo – wordt momenteel onder andere ingezet in het kader van de antipiraterijmissie bij Somalië. Ook kan de ScanEagle in Nederland worden gebruikt om Justitie bij te staan bij opsporings- of coördinatietaken.  Dergelijk gebruik is echter omstreden en ligt politiek uiterst gevoelig. Hetzelfde geldt voor de mogelijke aanschaf van bewapenbare drones. Belangrijke thema’s voor een inhoudelijk debat, maar door de manier waaropsommige politieke partijen de hakken in het zand zetten en niet open staan voor de grote voordelen die drones kunnen bieden, zou Nederland uiteindelijk wel eens het zicht op belangrijke ontwikkelingen kunnen verliezen.

Zwermen mini-drones

Zo zijn de ‘logge’ en ‘luidruchtige’ (bewapenbare) drones van vandaag – zoals de de RQ-1/MQ-1 Predator en zijn nieuwere en grotere broertje de MQ-9 Reaper – eigenlijk alweer technologie van gisteren te noemen. Ontwikkelingen op het gebied van drones gaan razendsnel en wie zich afkeert van dat proces dreigt belangrijke slagen en voordelen te missen. Nu is dat iets wat het Nederlandse ministerie van Defensie wel vaker pleegt te doen, maar toch – of juist daarom – is het goed om aandacht te hebben voor een aantal interessante nieuwe toepassingen.

Terwijl men in Nederland vooral een afwachtende houding aanneemt, zijn de Amerikanen bezig met plannen voor nano-drones. Dit zijn zeer kleine, insect-achtige versies van onbemande spionagevliegtuigjes die bedoeld zijn om ook in zwaarbewaakt luchtruim informatie over de vijand te kunnen verzamelen. De huidige drones zijn te opvallend en daarmee ongeschikt om dergelijke taken te verrichten in landen die over steeds modernere luchtafweer beschikken, zoals China en Iran. De bedoeling is dat de nano-drones zeer grote afstanden kunnen afleggen door een ontzettend hoge brandstofefficiëntie te combineren met de mogelijkheid om batterijen op te laden tijdens de vlucht.

Het grote voordeel van de kleine UAV’s is dat tegen een dergelijke toepassing (nog) nauwelijks een verdediging bestaat. Door de afmetingen zijn nano-drones nauwelijks te detecteren. Omdat ze ook nog eens vanuit iedere richting het luchtruim binnen kunnen komen wordt opsporing en vernietiging een praktisch onuitvoerbare taak. Door de drones in zwermen tegelijk los te laten blijven er ook bij eventuele detectie altijd een aantal over die hun taak kunnen uitvoeren. Gecombineerd  met een hypermoderne stealth-bommenwerper – die wellicht ook onbemand zal zijn – en kruisraketten zou de nano-drone wel eens een belangrijke component kunnen worden in het nieuwe Air-Sea Battle concept.

Onderwater drones

Als het over drones gaat, dan gaat het al snel over onbemande vliegende systemen; de zogenaamde Unmanned Aerial Vehicle (UAV). Niet alle drones kunnen echter vliegen. Een toepassing waarbij eveneens grote technologische stappen worden gemaakt – maar waarvoor nauwelijks aandacht is in de mainstream media – is de onderwater-drone, of liever Unmanned Underwater Vehicle (UUV)/Autonomous Underwater Vehicle(AUV), waaronder de Remus 600. Te denken valt aan de SeaFox: het draadgeleide onderwatervaartuig waarmee ook door de Nederlandse marine mijnen worden geïdentificeerd en vernietigd (ja, de Seafox-C functioneert in dat proces als ware martelaar).

De nieuwste UUV’s en vooral ook AUV’s kunnen echter veel meer dan alleen het uitvoeren van dergelijke taken. Ook daarbij speelt de verschuiving van geopolitieke – en daarmee militair-strategische – belangen richting de Pacific een centrale rol. UUV/AUV’s verminderen de risico’s voor duikers en vergroten het bereik bij het onschadelijk maken van mijnen. Dat laatste is een elementaire component van Anti-Access/Area-Denial strategieën. Ook kunnen de onderwater-drones een waardevolle bijdrage leveren aan het vergaren van informatie, bijvoorbeeld wanneer speciale (kikvors-)eenheden aan land willen gaan. Daarnaast biedt nieuwe technologie mogelijkheden bij de bestrijding van onderzeeboten. Om het allemaal nog spannender te maken wordt er ook al gesproken over een onbemand ‘moederschip’ vanwaaruit kleinere UAV’s en UUV/AUV’s kunnen worden ingezet. Een soort onbemande onderwater-dronecarrier dus.

Net als vliegende drones wordt de onderwatervariant eveneens ingezet voor talloze niet-militaire toepassingen. Daarbij valt te denken aan het inspecteren van havens, het onderzoeken van scheeps- of vliegtuigwrakken, het opsporen van neergestorte piloten uit de Tweede Wereldoorlog, het zoeken naar schatten, het inspecteren van oliepijpleidingen en mogelijk assisteren bij het dichten van olielekken.

Rivalen zitten niet stil

Misschien nog wel belangrijker dan de ontwikkelingen bij bondgenoten zijn de vorderingen die potentiële rivalen maken op dit terrein. Zo is China bezig flink te investeren in militaire capaciteiten, waaronder drones. Ook Iran ontwikkelt eigen versies van bewapenbare drones, waaronder deze met de tot de verbeelding sprekende bijnaam ‘ambassador of death‘. Naast het doorontwikkelen van die onbemande vliegtuigen is het land bezig militaire capaciteiten rond de Perzische Golf uit te breiden, onder andere met bases die speciaal zijn uitgerust voor mini-UAV’s en mini-onderzeebootjes. Reden genoeg om als Nederland op zijn minst zelf ook open te staan voor dergelijke vooruitgang.

Nederland op achterstand

De hierboven genoemde toepassingen zijn maar een greep uit alle technologieën die vandaag de dag op het gebied van drones in ontwikkeling zijn. Vast staat dat ze grote mogelijkheden bieden; niet in de laatste plaats op het gebied van militaire toepassingen. Terwijl de Nederlandse politiek dankzij een aantal partijen verwikkeld lijkt te raken in een loopgraven-discussie over de inzet van drones bij binnenlandse justitiële taken en het al dan niet aanschaffen van bewapenbare versies, dendert de figuurlijke trein der technologische innovatie door. Men zou er dan ook goed aan doen dergelijke innovaties met open vizier te benaderen, in plaats van ze af te willen remmen of zelfs volledig te stoppen. Dat laatste gaat toch niet lukken en zal Nederland uiteindelijk alleen maar op achterstand brengen.

Daarmee zeggen wij niet dat huidige discussies over verschillende aspecten drones onzinnig zijn. Integendeel, duidelijke afspraken over inzet zijn nodig. Dat is echter iets anders dan innovaties volledig verwerpen of negeren. Ook hoeft de Nederlandse krijgsmacht niet per definitie voorop te lopen met aanschaf en inzet van drones. Wel moeten mogelijkheden blijvend worden onderzocht en nauwlettend in de gaten worden gehouden, zonder bepaalde toepassingen op voorhand uit te sluiten. Een kritische houding is gezond, maar moet vooruitgang en vooral ook eigen belangen niet in de weg zitten.

Stephan de Vries is politiek analist. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel en is samen met collega Dieuwertje Kuijpers te volgen via het defensieblog Stukje Duiding.