Maandag komt De Wereld Draait Door (DWDD) terug van vakantie. Het programma is in een paar jaar uitgegroeid tot het vlaggenschip van de VARA en van Nederland 3. Het programma is zelfs te populair geworden voor de dwarse jongerenzender en zal in januari naar Nederland 1 verhuizen. Die beslissing suggereert dat DWDD een leuk en toegankelijk programma is voor iedereen. Is dat eigenlijk wel zo? We kunnen er ernstig aan twijfelen.
Over infotainment-achtige programma’s als DWDD bestaan veel positieve verhalen. Dit soort programma’s bevatten een mix van informatie en amusement en zouden allerlei serieuze onderwerpen aantrekkelijker maken voor een breed publiek. Zo zou bijvoorbeeld politiek in veel programma’s saai en ontoegankelijk zijn, maar zou een programma als DWDD politiek aantrekkelijker en boeiender weten te brengen en zo meer mensen voor politiek kunnen interesseren. DWDD is als het ware ‘nuttig amusement’.
Charlotte van Son schreef afgelopen jaar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam een scriptie over hoe jongeren naar DWDD kijken. Zij keek met hoog en laag opgeleide jongeren naar gesprekken en discussies met politici aan de tafel van Van Nieuwkerk. Dit onderzoek levert verrassende resultaten op.
Hoog opgeleide jongeren zijn in staat de discussies in DWDD volledig te begrijpen en kunnen daardoor kritisch ingaan op de inhoud. Zij doen uiteenlopende uitspraken over de inhoud van de besproken thema’s, de politici die aan tafel zitten en de vraag of de politici aantrekkelijke gasten zijn. De resultaten voor hoog opgeleiden reproduceren als het ware het verhaal uit de inleiding van deze blog: DWDD is toegankelijk en dat is goed want zo kan iedereen zich informeren over politiek. De hoog opgeleide jongeren hebben relatief veel politieke kennis en kunnen die gebruiken tijdens het kijken.
Laag opgeleiden blijken daarentegen moeite te hebben met het volgen van deze discussies en zijn daardoor veel minder in staat kritisch te reflecteren op de politieke inhoud of de fragmenten. Dit ligt erg voor de hand omdat de geïnterviewde laag opgeleide jongeren minder politieke kennis en interesse hebben en liever naar andere programma’s kijken. Zij zouden normaliter minder snel op DWDD afstemmen en steken er vervolgens minder van op dan hun hoog opgeleide leeftijdsgenoten. Het programma gaat simpelweg te snel en veronderstelt te veel voorkennis.
DWDD is een infotainmentprogramma. De mix van informatie en amusement wekt de suggestie dat het programma moeilijke thema’s voor een brede doelgroep toegankelijk maakt. Maar in werkelijkheid presenteert Matthijs van Nieuwkerk een programma dat bedoeld is voor hoog opgeleiden waarbij laag opgeleiden worden genegeerd of overschreeuwd. DWDD is een ster in het bedienen van burgers die sowieso in politiek opzicht al heel goed werden bediend door talloze andere programma’s. Waarom zo’n programma een vlaggenschip van de publieke omroep is, is natuurlijk een raadsel.
Chris Aalberts is gepromoveerd op politieke betrokkenheid van jongeren.