Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) is boos op de Europese Commissie. En dan met name op Eurocommissarissen Neelie Kroes en László Andor. Asscher schreef vorige maand een open brief waarin hij zijn zorgen uitte over de toestroom van werknemers uit Oost-Europa. Kroes schreef vervolgens in een column dat Asscher als een ‘Hansje Brinker’ zijn vinger in de verkeerde dijk steekt. Andor refereerde vrijdag in een interview aan xenofobie.
Dat schoot Asscher in het verkeerde keelgat. Vrijdag zei hij tegen het ANP dat de Europese Commissie de Nederlandse zorgen over de gevolgen van arbeidsmigratie uit Oost-Europa ‘te gemakkelijk’ afdoet, daar ‘badinerend’ op reageert meteen in een ‘kramp schiet’. Asscher eist dat Brussel een ‘serieus gesprek’ met hem voert.
De verwijzing naar mogelijke xenofobie door eurocommissaris Andor werpt Asscher ´verre´ van zich. “Dit laat opnieuw zien dat de Europese Commissie geen scherp zicht heeft op legitieme zorgen. Wij vragen: help ons in EU-verband de problemen op te lossen. Bijvoorbeeld met het innen van boetes en het aanpakken van illegale uitzendbureaus. (-) Er wordt badinerend op gereageerd terwijl die zorgen zijn van veel Nederlanders en van de Nederlandse regering,” aldus Asscher.
Eurocommissaris: Asscher overdrijft over Polen