ThePostOnline

De internationale dimensie van 2012

06-05-2011 12:00

“It’s the economy stupid”. Het is één van de bekendste uitspraken uit de Amerikaanse politiek en het bezorgde Bill Clinton de overwinning tijdens de verkiezingen van 1992. Clinton nam het dat jaar op tegen zittende president George Bush sr. en gaf er mee aan dat niet allerlei geopolitieke onderwerpen de verkiezingen domineerden, net als zijn zoon was Bush sr. Irak binnen gevallen, maar dat nationale onderwerpen, en dan in het bijzonder de nationale economie, doorslaggevend moesten zijn voor de stem die de Amerikanen uitbrachten. Een stelregel in Amerikaanse politiek is geworden dat verkiezingen die gaan over domestic issues gewonnen worden door Democraten, terwijl de Republikeinen verkiezingen winnen waarbij veiligheid en internationale zaken centraal staan. Die vlieger lijkt echter niet langer op te gaan.

Ervaring
Op Jon Huntsman na heeft geen van de Republikeinse kandidaten enige relevante internationale ervaring. Met het verlies van John McCain in 2008 is de generatie politici die gediend hebben in Vietnam ten einde gekomen en geen van de Republikeinen heeft zich bijvoorbeeld als Senator verdiept in internationale betrekkingen. In 2008 had Obama die ervaring ook niet, maar werkte het in zijn voordeel dat George W. Bush, en daarmee de Republikeinse partij, het internationale aanzien van Amerika al redelijk verkwanseld had.

Na 2012 zal de Amerikaanse president het einde van de oorlog in Afghanistan, de niet meer oorlog in Irak en de interventie in Libië moeten overzien. Bovendien staan de verhoudingen met Pakistan, toch een belangrijke bondgenoot van Amerika in de War on Terror, sinds de liquidatie van Osama bin Laden op scherp en moet de rol van de Arabische wereld in de geopolitieke verhoudingen na diverse revoluties opnieuw bepaald worden. De president die in januari 2013 wordt ingezworen krijgt dus een zwaar takenpakket op zijn bord als Commander in Chief.

Debat
Tijdens het eerste verkiezingsdebat tussen de Republikeinse kandidaten, vannacht in South Carolina, speelde het buitenlandse beleid dan ook een belangrijke rol. Waar de afgelopen maanden vooral belastingen, de begroting en de werkeloosheid centraal stonden in de politieke arena, heeft de liquidatie van bin Laden de aandacht dus weer verlegd naar de geopolitieke verantwoordelijkheden van de president. Geen van de kandidaten kon Obama echt aanvallen op zijn besluit om Osama bin Laden om te leggen en geen van de Republikeinen kon echt hard maken dat zij zelf wel voldoende ervaring hebben om dergelijke internationale hete hangijzers tot een goed einde te brengen.

Hoezeer je het ook oneens kan zijn met het buitenlandse en veiligheidsbeleid van Obama, het wordt moeilijk te beweren dat hij niet over voldoende ervaring, contacten en kennis beschikt om doordacht beleid te voeren. Dat verwijt zal (bijna) alle Republikeinse kandidaten wel boven het hoofd hangen. Het risico daarvan heeft Sarah Palin al eens ervaren toen zij als kandidaat vicepresident in 2008 aangaf dat het zicht op Rusland vanuit Alaska betekende dat zij over voldoende internationale ervaring beschikte. Dat kwam haar immers op nationale hoon te staan. Nu Obama juist op domestic issues onder vuur ligt zal hij het debat proberen te verplaatsen naar internationale zaken en voor het eerst sinds tijden lijkt dat voor een Democraat een logische strategie.

Adriaan Andringa zal tot de presidentsverkiezingen in 2012 regelmatig verslag doen van het Amerikaanse politieke schouwspel.