In Groningen is men blij, zelfs trots. Volgens de QS World University Rankings 2013 staat de Universiteit van Groningen (RUG) op de 97ste plaats. Het jaar ervoor stond de RUG nog op plaats 109. Reden dus om te juichen… volgens het Dagblad van het Noorden. Maar gelukkig ben ik er om dat hosanna gevoel te relativeren.
Je kunt het verhaal namelijk ook een andere draai geven. Groningen bungelt nog steeds rond de 100ste plaats op de lijst, of de Universiteit van Groningen staat op de laatste plaats in de top honderd. Universiteit van Amsterdam (58), Universiteit Leiden (74), Universiteit Utrecht (81), Erasmusuniversiteit Rotterdam (92), TU Delft (95) en helemaal achteraan bungelt de RUG, op plaats 97. Maar het kan nog slechter, de universiteit van Maastricht daalde bijvoorbeeld van plaats 107 naar plaats 121.
Nu is het niet de bedoeling om het onderwijssysteem in Nederland af te kraken of specifiek de Universiteit van Groningen te bashen. Daarvoor heb ik te weinig kennis van feiten en is het onderwijssysteem een te complex proces om in zijn geheel over te oordelen. Toch kunnen we constateren ( als we van de informatie uitgaan die media ons voorhouden) dat de laatste decennia ons onderwijs geen stijgende lijn meer laat ziet. Zijn we dan collectief dommer geworden of zijn andere factoren hier debet aan?
Er zijn veel van dit soort beoordelingssystemen in omloop die het ‘totaalplaatje’ van een bepaalde universiteit proberen te beïnvloeden, zowel negatief als positief. Zo is er de Elsevier Faculty Rating, The Centre for Higher Education Development (CHE), Academic Ranking of World Universities (ARWU) en The Times Higher Education World University Rankings die allemaal de kwaliteit van het onderwijs in kaart brengen. Wie moet je nog geloven? Mooi dat een universiteit streeft naar een hoogst mogelijk aantal sterren, maar wat te zeggen van Nederlands concurrerende positie in de wereld?
Het sterrensysteem wat QS World University Ranking hanteert kan vergeleken worden met de sterren van een camping. Is de wc en douche schoon en spreekt men er Engels dan krijgt men er een ster bij en stijgt de desbetreffende universiteit op de ladder. De criteria die gehanteerd worden bij de QS World University Ranking zijn redelijk vaag te noemen omdat ‘reputatie’ de belangrijkste is (50%=academisch en personeel). Access, engagement, innovation, internationalization, facilities, employability, teaching en als eerste in die lijst van criteria: research. Onderzoek en publicaties. En wat dat laatste betreft scoort Nederland wat mij betreft belabberd.
Er heerst een vorm van publicatiedrift onder wetenschappers, maar dat moet dan ook wat bijdragen aan het bedrijfsleven of de samenleving. Dat mensen die vlees eten grotere hufters zijn…tja…wat moet je daar mee. Diederik Stapel en Roos Vonk zijn twee van die voorbeelden. Diederik heeft inmiddels het licht gezien en probeert vanuit een Zen filosofie zijn leven opnieuw in te richten, maar Roos Vonk? Die slaat je zo spreekwoordelijk voor je bek als je niet uitkijkt. Nog steeds een strijdbaar academisch wijf.
Alle gekheid op een stokje, er zijn meer van deze vage onderzoekers. Zo is er bijvoorbeeld geconstateerd dat 16.000 Nederlanders een acute hartstilstand kregen op hun werk door het rookverbod. Later moest ook deze onderzoeker rectificeren. Meer academische miskleunen zijn hier te vinden.
Een paar dagen geleden nog (9-09) lazen we in de Volkskrant dat het helemaal niet zo goed gaat met de Nederlandse Universiteiten.
“Academici in Nederland publiceren zelden iets van belang en steeds meer promovendi en postdocs komen uit het buitenland omdat Nederlandse studenten niet goed genoeg zijn. De oorzaak ligt in het bedrijfsmatige denken in termen van output.” (bron: Volkskrant)
Komt dit achterblijven van bijvoorbeeld de Groningse universiteit door economische factoren? Investeringen uit het bedrijfsleven blijven misschien uit, te weinig subsidie vanuit de overheid , het basisniveau van studenten en/of de professoren of misschien wel de manier waarop een onderwijssysteem tegenwoordig wordt ingericht?
Door de kortingen op onderwijs wordt van universiteiten verwacht dat men creatief wordt en op zoek gaat alternatieve bronnen. Alternatieve bronnen zijn in dit geval de oliebronnen van Saoedi Arabië. Studenten uit Saoedi Arabië zijn big business voor de universiteiten van Maastricht en Groningen.
“De universiteiten van Groningen en Maastricht zijn van plan om in de komende jaren 560 Saoediërs op te leiden tot arts. Zij ontvangen daarvoor van de Saoedische overheid een bedrag van ongeveer 30.000 euro per student per jaar.” (bron: Medisch Contact)
Worden deze studenten, die klaarblijkelijk nog niet toe zijn aan een internationale academische studie, ook onderworpen aan de numerus fixus? Nee. Oké, ik geef toe, dat was een situatie die speelde in 2007. Ouwe koeien dus. Nee, in 2011 was deze kwestie nog steeds aan de orde en werden er zelfs kamervragen over gesteld omdat meerdere universiteiten van plan waren zich te laten verleiden door het zwarte goud. Uiteindelijk heeft de minister vastgesteld dat de numerus fixus op de schop gaat en de invulling plaats vindt door middel van decentrale selectie (sollicitatie) en niet door loting.
Wordt het aantal beschikbare plaatsen vaker ingevuld door buitenlandse studenten omdat het niveau van de Nederlandse student ondermaats is geworden? Als we kijken naar het voortraject zou je dat haast wel kunnen concluderen. Tenslotte is kwalitatief goed onderwijs afhankelijk van geld, heel veel geld….als we de docenten mogen geloven.
Is het niveau van het Nederland onderwijs niet drastisch veranderd sinds de invoering van de Mamoetwet en daarna Studiehuis? Is toen al niet de basis gelegd voor de neerwaartse spiraal van het Nederlandse onderwijs? Is een terugkeer van de ambachtsschool mogelijk een oplossing?
“Er is geen wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt tot welke concrete veranderingen de vanaf 1995 gepropageerde studiehuisgedachte heeft geleid, wat er de feitelijke effecten van zijn, en hoe deze veranderingen momenteel worden gewaardeerd.”
Doordat universiteiten, hbo-opleidingen etc. creatiever moeten zijn in hun financiële huishouding, zou dit een van de redenen zijn dat ons onderwijs aftakelend is? Reproduceren i.p.v. nadenken is het hoogste goed geworden. Zorgt de neoliberale wind die door Europa waait ook in het onderwijs voor een aftakeling? De overheid probeert op allerlei manieren het onderwijs te stimuleren d.m.v. predicaten en kwaliteitskeurmerken. Toch toont de rumoer in vooral het hoger onderwijs ons dat de mens, of beter gezegd het individu, niet in staat is om op een verantwoordelijk manier om te gaan met publieke middelen, de zogenaamde perverse prikkels. Regulering en streng toezicht blijkt bittere noodzaak. Voorbeelden genoeg: In Holland, onderwijskoepel Boor, Amarantis, en meest recentelijk het Ibn Ghaldoun.
Als een onderwijsinstelling wordt bestuurd als een bedrijf, waarbij onderwijs het product is waarbij de kwaliteit alleen maar afhangt van (subsidie) geld en niet van competentie , dan vallen in tijden van crisis dus ook scholen om. Maar wanbeleid heeft niets met economische factoren te maken. Welk onderwijsmodel ook wordt gebruikt, de technocratische benadering van de Nederlandse samenleving, een lijn die ook inmiddels door de Nederlandse overheid wordt gevolgd, zal leiden tot het failliet van veel facetten in onze samenleving.