Politiek

Roemenen en Bulgaren geen bedreiging voor de Nederlandse werknemer

12-09-2013 12:30

Op 9 juni 2011 bracht Geert Wilders de Drachme terug naar Griekenland. Niet eigenhandig, maar symbolisch gaf hij een kopie van een Drachme biljet aan de Griekse ambassade in Den Haag. Hij wilde de Grieken uit de Euro, omdat ze de Nederlandse belastingbetaler teveel geld kostten. Deze week deed hij het weer: hij bracht een grenspaal naar de Roemeense ambassade in Den Haag met daarop de tekst: “geen toegang”. Met het oog op 1 januari 2014, wanneer de Nederlandse grenzen open gaan voor Bulgaarse en Roemeense arbeiders. Wilders liet de Roemenen weten dat ze hier niet welkom zijn. “We hebben hier al Roemeense zakkenrollers en koperdieven; Roemeense arbeidskrachten hebben we niet nodig”,zei de PVV-leider. Leest u die zin nog eens een paar keer over. Feitelijk zegt de Grote Geert dat Roemeense zakkenrollers en koperdieven hier al zijn en dus hebben we geen Roemenen nodig die hier op een eerlijke manier hun geld verdienen.

Massaal naar Nederland?

Wilders liet weten dat minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher naar Brussel moet gaan en daar bepleiten dat de grenzen voor Roemenen en Bulgaren gesloten moeten blijven. Met minder zou de PVV geen genoegen nemen. Asscher is zelf ook druk in de weer. Zowel Asscher als Wilders zijn bang dat de Roemenen en Bulgaren na 1 januari 2014 massaal naar Nederland komen om de baantjes van Nederlandse arbeiders in te pikken. Ze willen immers graag voor ver onder het minimumloon werken, zo is de redenering. Met meer dan 700.000 werklozen is dat geen fijn vooruitzicht.

Maar is dat eigenlijk wel zo? Komen de Roemenen en Bulgaren na 1 januari 2014 echt in hordes naar dat kleine koude kikkerlandje landje in Noordwest Europa? Wilders en Asscher zijn bang van wel. En met hen hun kiezers. En als de Roemenen en Bulgaren dan in karavanen komen; welke baantjes gaan ze dan bezetten? Misschien roept het herinneringen bij u op: in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw kwamen Turken naar Nederland en in de afgelopen tien jaar viel die eer te beurt aan de Polen. De baantjes die de Turken toen en nu de Polen innemen zijn over het algemeen laag geschoold, smerig en arbeidsintensief: schoonmaakwerk, plantsoenendienst en zwaar agrarisch werk. Polen zijn ook te vinden als vrachtwagenchauffeur of productiemedewerker. Turken zijn tegenwoordig aardig in technisch werk: lassen, monteren en machinebankwerk.

Het zijn werkzaamheden waar niet voldoende Nederlanders voor te vinden zijn (vrachtwagenchauffeurs, technische beroepen) of waar Nederlanders over het algemeen hun neus voor ophalen (smerig werk, zwaar werk). Er is dus onvoldoende personeel beschikbaar voor de werkzaamheden en dus halen de werkgevers ze uit het buitenland, met name Polen en vroeger Turkije en nu dus mogelijk Roemenië en Bulgarije. Hand in eigen boezem steken dus: als blanke inheemse autochtone Hollandse kaaskoppen weigeren het werk te doen (wat heet: ze doen er hun ogen niet eens voor open), dan moeten anderen dat werk doen. Het werk moet wel gebeuren.

Geen bedreiging

Conclusie is dat de Roemenen en Bulgaren geen enkele bedreiging vormen voor de Nederlandse werknemer. Integendeel: we hebben ze hard nodig. Dat niet alleen: ze vormen eerder een bedreiging voor de hier al werkende Polen dan voor de Nederlanders, die zichzelf te goed voelen om het werk uit te voeren. Deden ze dat werk namelijk wel, dan waren de Polen in eerste instantie niet nodig en dan zijn de Roemenen en Bulgaren nu ook niet nodig. Het is politiek tromgeroffel van Wilders en Asscher. Het staat leuk voor je achterban als je er alles aan doet om te verhinderen dat ‘ze’ deze kant op komen. Je speelt hiermee in op de angsten van heel veel Nederlanders. Het is hetzelfde onderbuik gevoel als vijf tot tien jaar geleden, toen de Nederlanders bang waren dat ‘de Moslims’ de overhand zouden krijgen in Nederland en de Sharia zouden gaan invoeren. Als dat zou gebeuren, dan zouden we alle verworven vrijheden kwijt raken. We stemden massaal op de PVV om dat te voorkomen. Het lijkt te zijn gelukt, want de angst dat de Sharia in Nederland zal worden ingevoerd, is nagenoeg verdwenen. En omdat Wilders nou eenmaal alleen maar zetelwinst behaalt wanneer hij mensen angst aan kan jagen, grijpt hij elke mogelijkheid of middel aan om dat ook te doen.

Toen de moslims waren vertrokken werd het de Partij van de Arbeid, daarna de Gieken, gevolgd door de Polen en nu dus de Roemenen en Bulgaren. Als straks blijkt dat er geen karavaan Roemenen naar Nederland komt om hier het werk over te nemen en die angst luwt, dan vindt de PVV vast wel weer iets anders waarmee het zijn kiezers te stuipen op het lijf kan jagen. Het is toneelspel: zowel van Asscher als van Wilders. Dat Wilders een prima toneelspeler is, dat was al langer bekend. Maar dat Asscher zich hierin laat leiden is onder zijn niveau. Maar Nederland leeft op angst. Angst is zo langzamerhand de kurk geworden waarop deze maatschappij drijft. Een verandering is niet noodzakelijkerwijs een vooruitgang. Dat houdt de angst in ons vast. En die angst betekent zetelwinst voor de PVV. En PvdA’er Lodewijk Asscher helpt daaraan mee.

Onderbetalen

Asscher is ook bang dat werkgevers de Roemenen en Bulgaren zwaar gaan onderbetalen. Omdat zij geen idee hebben van het Nederlandse minimumloon is Asher bang dat de Nederlandse werkgevers het Roemeense minimumloon gaan betalen en dat mag niet. Maar het gaat te ver om daarvoor de Roemenen c.q. Bulgaren aan te spreken. Hiervoor moet je bij de bron zijn en dat zijn de Nederlandse werkgevers, die buitenlandse BV’s oprichten om mensen hier onder te betalen. Poolse vrachtwagenchauffeurs werken in Nederland met een Poolse CAO (als die al bestaat), dus krijgen soms een kwart van het loon van een Nederlandse vrachtwagenchauffeur. Poolse productiemedewerkers, die vaak onder mensonterende omstandigheden wonen in tenten, caravans, bungalows of op veel te kleine slaapkamers of huizen. Ook weer gefaciliteerd door Nederlandse werkgevers.

Willen we Roemenen en Bulgaren en eerlijke kans geven dan moeten er maatregelen worden getroffen bij de werkgevers. Boetes helpen al niet meer, want dat wordt gewoon ingecalculeerd of de Poolse werknemer mag de boete zelf betalen. Bedrijfssluitingen zouden beter helpen. Niet het bedrijf dat de Poolse uitzendkrachten uitzendt – want die zijn vaak in het buitenland gevestigd en werken dus volgende daar heersende wetgeving – maar de werkgever die ze inhuurt. Maar misschien zijn we daar te bang voor. Net als dat we te bang zijn om banken en verzekeraars aan te pakken.

Titelafbeelding: Basarsoft, GeoBasis | Google 2009