Het is woensdagmiddag 15.00 uur in het Europees Parlement. Vandaag vergadert op deze plek het Comité van de Regio’s, de officiële EU-adviesinstelling voor lokale en regionale overheden. Het is in veel opzichten een belangrijke dag. Niet alleen komt het Comité van de Regio’s niet zo vaak bij elkaar, er is ook hoog bezoek: de president van de Europese Raad, Donald Tusk, spreekt het Comité toe. Dat levert een intrigerend schouwspel op.
De voorzitter van het Comité – Markku Markkula – neemt het woord: het is een eer dat Tusk er is. De EU wordt geconfronteerd met allerlei uitdagingen: de economische groei stagneert, de vluchtelingencrisis moet worden opgelost en burgers zijn door recente aanslagen bang voor terreur. Dit alles heeft het populisme in de hand gewerkt. Ook vinden steeds meer mensen dat de grenzen dicht moeten. Schengen is in gevaar!
Het is inmiddels een opmerkelijk lange inleiding, aangezien de leden dachten dat Tusk het Comité zou toespreken. Maar Markkula gaat nog even verder: Schengen is de grootste prestatie van de EU en mag niet verloren gaan. De vluchtelingencrisis moet gezien worden als een kans. Er moet gewerkt worden aan politiek leiderschap, solidariteit en Europese “win-win-partnerschappen”. Er moet niet minder maar beter Europees beleid komen, verplichte spreiding van migranten en een aanpak van radicalisering. Hard applaus.
Dan is Tusk eindelijk aan de beurt. Hij vertelt over de positie van regio’s in de EU. Slim van Tusk, want dit is het Comité van de Regio’s. Markkula leek dat daarnet te zijn vergeten. Tusk meldt dat hij ooit regionaal journalist was, zo zie je maar hoeveel affiniteit hij met “regio’s” heeft. Maar hij voelt zichzelf ook Europeaan. Tusk is tegen wat de Duitsers “gleichschaltung” noemen: het gelijk trekken van alles. Voorbeelden van deze homogenisering zijn het fascisme en het nazisme, weet Tusk. Op het verwijt van eurosceptici dat ook de EU aan vergaande homogenisering doet gaat hij niet in. In het Comité van de Regio’s zitten dat soort politici sowieso niet.
Tusk heeft een boodschap over het Comité: nationalisme is slecht want dit betekent dat je in de praktijk helemaal alleen staat. Separatisme is ook niet goed want dat leidt niet tot betere democratie. Tusk gelooft in een “EU van de regio’s”. Vervolgens herhaalt hij Markkula: geen interne grenzen, geen permanente grensbewaking en zeker geen Brexit. Regionale bestuurders hebben met grote uitdagingen te maken, weet Tusk. De instroom van vluchtelingen bijvoorbeeld. Vluchtelingen komen “op lokaal niveau” binnen. Waar anders, vraag je je af.
De EU is helemaal niet zo machtig, houdt Tusk het Comité voor. Er is namelijk een grote kloof tussen Brusselse plannen en de uitvoering. De EU moet geen gecentraliseerde macht willen. We moeten juist kijken naar de regio’s want dáár gebeurt het. Daarom wil hij graag weten wat de leden van het Comité te zeggen hebben. Applaus.
Als Tusk dat echt wil weten, is hij hier aan het verkeerde adres. De leden maken van de gelegenheid gebruik om de woorden van de voorzitter en van Tusk te herhalen, maar dan in twee keer zo lange bewoordingen. De tien leden die spreektijd hebben zijn geen van allen in staat om binnen de tijd – vaak drie minuten – een duidelijk statement te maken. Laat staan dat ze een statement maken waarmee ze iets toevoegen aan wat er al is gezegd of een vraag stellen die Tusk dwingt zijn regionale aspiraties te concretiseren.
Die aspiraties van Tusk zijn voor de leden kennelijk helder genoeg, want zij praten alleen over algemener beleid. Het woord “regio” valt amper. De politieke voorkeuren laten zich evenwel raden: er is integratie, solidariteit en cohesie nodig. Alle lidstaten moeten vluchtelingen opnemen, open grenzen zijn de belangrijkste verworvenheid van de EU, er is meer samenwerking nodig en eurosceptici zijn slecht want “zij willen de klok terugdraaien”. Een Brexit wil ook niemand.
Dit is nog steeds een bijeenkomst van 353 lokale en regionale bestuurders die benoemd zijn om te praten over de relatie tussen Europees beleid en dat op lokaal en regionaal niveau. Zo zien we wat er gebeurt als dit soort bestuurders vrij mogen praten. De leden hebben geen invloed op de grote uitdagingen van de EU, maar niemand weerhoudt ze ervan hier toch over te praten. Wat resteert is een eindeloze lofprijzing op de EU die vooral als doel heeft de leden zelf het gevoel te geven dat Tusk – en daarmee de hele EU – op hun input zat te wachten.
Tusk sluit na anderhalf uur af: “Het niveau van de interventies ligt hier heel hoog. Hier wil men echt verantwoordelijkheid nemen. Ik zal dit delen met de leden van de Europese Raad. Die zouden net zo verantwoordelijk moeten zijn als u.” Een vreemde opmerking, want de leden van het Comité van de Regio’s adviseren alleen en nemen dus per definitie nergens verantwoordelijkheid voor. Niet zo gek dus dat ze zich hier – buiten het zicht van de media, de politiek thuis en de burger – uitspreken voor beleid waar nauwelijks draagvlak voor is.
Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land.