Het zeventigjarig jubileum van de PvdA is het dieptepunt van de sociaal-democratie. Van de 38 zetels in de Tweede Kamer houdt de PvdA nog een schamele negen over in de jongste peilingen. Dat krijg je als je een ‘eerlijk verhaal’ vertelt dat bij nader inzien dus niet zo eerlijk is.
Wat is dat toch met de Partij van de Arbeid? Waarom doen ze altijd de verkeerde dingen en vervreemden ze zich van hun traditionele achterban? De vraag is simpel te beantwoorden: de PvdA is een club van salonsocialisten en regenten geworden die de partij gebruiken ter meerdere eer en glorie van henzelf. Als opstapje voor het pluche of andere mooie baantjes. De belangen van het gewone volk zijn daaraan ondergeschikt. Klinkt dit populistisch? Ja, maar het is wel de keiharde waarheid.
Na Willem Drees (1886-1988) was Joop den Uyl (1919-1987) de laatste echte sociaal-democraat. Een man die stond voor zijn principes. Na het tijdperk den Uyl is het eigenlijk nooit meer goed gekomen met de PvdA. Incidentele verkiezingswinsten, zoals in 1998 toen de PvdA onder leiding van Wim Kok nog 45 zetels behaalde, konden niet verhullen dat de partij langzaam maar zeker het contact met de traditionele achterban aan het verliezen was. De ideologische veren moesten immers worden afgeschud.
Het is diezelfde Wim Kok die schaamteloos verraad pleegde aan de sociaal-democratie door na zijn actieve politieke carrière aan tafel te schuiven bij multinationals als Shell en ING. Als commissaris zette hij zijn handtekening onder managementbonussen die hij tijdens zijn opvolgende premierschappen nog bestempelde als ‘exorbitante zelfverrijking’.
Wim Kok werd opgevolgd door de opportunistische grachtengordelyup Wouter Bos. Als er één man binnen de PvdA is die de partij grote schade heeft toegebracht dan is dat Wouter Bos. Als partijleider heeft hij er weinig van gebakken. Na de verloren Tweede Kamerverkiezingen in 2006 nam Bos als minister van Financiën deel aan het kabinet Balkenende IV. Zijn belangrijkste wapenfeit? De miskoop van ABN Amro.
Ook na de beursgang van ABN Amro blijft Nederland zitten met een verliespost van rond de 15 miljard euro. Theedrinker Job Cohen mocht de partijrotzooi die Bos had achtergelaten opruimen, maar werd door de oppositie vakkundig van het politieke toneel geschoffeld.
Tenslotte is Bos in 2012 ingehuurd als formatiegoeroe bij de totstandkoming van de regering Rutte II. Met het uitruilen via Pim-Pam-Pet kaarten aan verkiezingspunten en wat simpele consultanttrucjes is het huidige gedrocht van een VVD/PvdA kabinet ontstaan.
Dan de huidige partijleider Diederik Samsom. De man van het ‘eerlijke verhaal’. Deze voormalig Greenpeace-activist, die politiek nog nauwelijks droog achter de oren was, meende als een ‘jeune premier‘ de Nederlandse politiek te kunnen veroveren. Geen battle dress meer, maar strak gesneden maatpakken met een correct geknoopte das zou de verpakking moeten zijn van een machtshongerige ‘nu of nooit’ partijpoliticus.
Het ‘eerlijke verhaal’ van Diederik Samsom is voor de achterban van de PvdA een nachtmerrie geworden, waarin Samsom de gedaante heeft aangenomen van The Joker. Samsom heeft zijn kiezers gewoon voor de gek gehouden door met de VVD te gaan regeren. Praktisch alle sociale principes waarmee hij als oppositielid te koop liep heeft hij zonder pardon over de heg gekieperd.
De PvdA heeft helemaal niets meer met het gewone volk waarvoor ze zeggen op te komen. De huidige kern van de partij bestaat uit politici die de partij gebruiken als opstapje naar een goedbetaalde baan in de publieke en semi-publieke sector. Op 30 augustus 2012 schreef NRC-columniste Rosanne Herzberger in het Nieuw Israëlitisch Weekblad:
“Intellectuele joden zijn wereldvreemd en onhandig. Ze hebben net als textieljoden ook veel geld, maar ze vinden het niet beschaafd om daar de hele dag over te praten. Het is me nog steeds niet gelukt er een te ontmoeten. Het zou ook goed kunnen dat ze helemaal niet bestaan.”
Ik zou zeggen Rosanne, kijk eens goed rond binnen de top van de PvdA, dan kom je ze gegarandeerd tegen, want ze bestaan echt.
De oorspronkelijk joodse Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond, onder leiding van Henri Polak (1868-1943), was de voorloper van de SDAP, waaruit de huidige PvdA is voortgekomen. Deze joodse politieke pioniers waren toen het hart van de sociaal-democratie. Zij stonden nog voor hun principes en namen het op voor de rechteloze arbeider die toen weinig tot niets te makken had, dit in tegenstelling tot hun huidige regenteske nazaten.
Hoe anders is de PvdA nu. Van arbeiders tot allochtonenpartij tot een zelfverheven intellectuele kaste voor wie de kiezer nog slechts een middel is en niet meer het doel.
Willem Drees en Joop den Uyl zouden hun lidmaatschap van de partij al lang hebben opgezegd. Na zeventig jaar is de PvdA als een kip zonder veren, hard op weg zichzelf op te heffen.