Hoe kun je als politicus verkiezingen winnen als je regeringsverantwoordelijkheid draagt? Dat is een belangrijke vraag nu we al jaren zien dat politieke partijen in een regeringscoalitie kelderen in de opiniepeilingen. De PvdA heeft volgens Maurice de Hond met een zetel of tien nog nooit zo laag gestaan. Regeren maakt niet populair. Geen kabinet houdt het lang meer vol, regeert de volledig periode.
Vroeger ging dat anders. Een klassieke strategie was: we houden de kiezer voor de gek, want die is toch vergeetachtig en blijft ons trouw. Aan het begin van een regeerperiode worden alle vervelende maatregelen genomen. Dan is er ruimte om aan het eind, wanneer de verkiezingsdatum in zicht komt, cadeautjes uit te delen.
Een beroemd voorbeeld is van president Richard Nixon in 1972. Die tekende in september van dat jaar een wet waarmee de uitkeringen voor ouderen met twintig procent stegen. In oktober lag bij alle Amerikaanse ouderen de cheque in de brievenbus, inclusief briefje van Nixon om te benadrukken dat hij het bedrag fors had verhoogd. In november waren de presidentsverkiezingen. Veel doorzichtiger kun je stemmen niet kopen.
In Nederland is het iets moeilijker om deze truc uit te halen, omdat je als coalitie overeenstemming moet zien te krijgen over hoe je gezamenlijk in het eigen belang de kiezers kunt bedotten. Toch zijn er veel voorbeelden. Paars II gaf aan het eind van de kabinetsperiode miljarden extra aan de gezondheidszorg. Het begrotingsoverschot van Zalm verdween als sneeuw voor de zon. Hoezo was Gerrit Zalm een zuinige minister van Financiën? Dat was hij niet. Of andersom: hoezo was Zalm geen politicus? Dat was hij wel.
Jan Peter Balkenende bedacht er als premier een jaar of tien geleden een eigen slogan voor: eerst het zuur, dan het zoet. Eerst bezuinigen, daarna lastenverlichting of andere leuke dingen voor de mensen. Economen noemen dit de politieke conjunctuurcyclus. Politici proberen de economie zo te manipuleren dat ze er bij de volgende verkiezingen goed uitkomen. Daarbij veronderstellen politici dat kiezers een gebrekkig geheugen hebben. Over vier jaar, als alles beter gaat, zijn ze de ellende van nu vergeten.
Dit is de eerste oude politieke wet die niet meer geldt in tijden van politieke en economische crises. Er is al jaren geen kabinet meer dat voldoende lang regeert om kiezers aan het eind van de rit te paaien met leuke dingen. En financieel is er geen ruimte voor. Het is duidelijk dat Mark Rutte en Diederik Samson hopen dat ze het lang genoeg volhouden, dat de economie wat aantrekt, maar het kan ook zo maar fout gaan. De politiek is zo hectisch en onvoorspelbaar geworden dat maar weinigen er vertrouwen in hebben dat het huidige kabinet de rit uitzit. Dan is het lastig om een politieke conjunctuurcyclus te fabriceren.
Veel commentatoren wijzen naar een andere oude politieke wet: als partijen laag staan in de opiniepeilingen, hebben ze geen belang bij verkiezingen. Coalitiepartijen strompelen door, hopend dat het tij op tijd zal keren. Oppositiepartijen willen alleen verkiezingen als ze hoog staan in de opiniepeilingen en anders wachten ze liever even af. De PVV en de SP doen het nu goed bij Maurice de Hond en willen nu al naar de stembus. De PvdA vreest een electorale afstraffing.
Toch heeft ook deze tweede politieke wet niet meer dezelfde status als vroeger. Toen de fluctuatie in de populariteit van partijen nog niet zo groot was, konden partijen beter voorzien wat hun kansen bij de echte verkiezingen waren. Maar kijk nog eens naar 2010. In 2010 was het kabinet Balkenende/Bos , zacht uitgedrukt, niet zo populair. In peilingen in januari van dat jaar stonden het CDA en de PvdA beiden op een verlies van zo’n vijftien zetels. Ook toen zeiden de politici dat zij geen belang hadden bij verkiezingen. Ook toen waren er gemeenteraadsverkiezingen in aantocht. En toch liet Wouter Bos het kabinet vallen. Hij toverde Job Cohen uit de hoge hoed en de PvdA haalde 30 zetels, slechts één minder dan de VVD. In de peilingen had de PvdA op vijftien zetels gestaan.
De VVD en de PvdA hoeven zich dus niet perse druk te maken om lage peilingen. Op het moment dat het kabinet valt, begint een heftige verkiezingscampagne. In twee a drie maanden kan van alles gebeuren. Een keiharde, gepolariseerde strijd. Misschien worden er nieuwe politieke leiders gelanceerd. Gaat Rutte nog wel door? Of Pechtold? Misschien vallen oude leiders tegen. Daarover kan Emile Roemer meepraten. De peilingen nu zeggen niets over een mogelijke verkiezingsuitslag.
Bij het voorbeeld van de PvdA drie jaar geleden is ook een derde politieke wet gesneuveld: wie breekt, betaalt. Deze oude wetmatigheid zegt dat de partij die verantwoordelijk is voor de val van een kabinet door de kiezer wordt gestraft. Dat is de VVD overkomen in het midden van de jaren tachtig en ook D66 is al eens zwaar gestraft voor het laten struikelen van een coalitie. De PvdA had dus in 2010 de verkiezingen moeten verliezen, omdat deze partij de stekker uit ket kabinet Balkenende/Bos trok.
Al deze wetten gaan over politici die naar de volgende verkiezingen kijken. Dat is precies wat er deze dagen boven de Algemene Politieke Beschouwingen hangt: een politieke crisis en nieuwe verkiezingen. Lukt het Mark Rutte en Diederik Samsom om voldoende steun te krijgen in de Eerste Kamer? Dan kunnen ze nog een tijdje door en hopen op betere economische tijden. Het CDA profiteert met zestien zetels bij Maurice de Hond nog nauwelijks van het verlies van de VVD en de PvdA. Zijn de PvdA in de coalitie of het CDA in de oppositie bang voor de lage opiniepeilingen? Durven deze partijen, maar ook de VVD of D66, uiteindelijk te zeggen: we komen er niet uit, we breken de gesprekken af, we laten het kabinet vallen en we gaan naar de kiezer?
Ik denk dat de PvdA en de VVD door willen gaan. Ik denk dat D66 en CDA redelijke partners zijn die niet op nieuwe verkiezingen zitten te wachten. Ik denk dus dat het kabinet het najaar zal overleven. Maar de oude wetten zijn gesneuveld. De politiek is hectisch en onvoorspelbaar geworden. En bij onvoorspelbaarheid gelden helemaal geen wetten, maar heerst chaos. Een ongeluk zit dan in een klein hoekje. Dan krijg ik ongelijk.
Bart Snels is publicist en politiek strategisch adviseur. Hij werkte onder andere voor GroenLinks en Alexander Pechtold. Iedere woensdag vindt u hier een longread van zijn hand over de politieke situatie, spin en strategie.