Er zijn mannen die op een neerbuigende manier en vol zelfvertrouwen onzinnige verklaringen de wereld ingooien. Dit heet in het Engels to mansplain. Leuke en stomme voorbeelden staan op deze Tumblr. Gisteren deed Volkskrant-columnist en economieredacteur Peter de Waard een duit in het zakje door op te schrijven waarom zo weinig vrouwen econoom zijn. Zijn column is een absurd staaltje seksisme, ongehinderd door enige kennis en ondergedompeld in ogenschijnlijk de beste bedoelingen.
De Waard maakt direct korte metten met gangbare verklaringen als ‘het glazen plafond’ en ‘de lekkende pijplijn’ omdat – zo weet hij te melden – bij andere studierichtingen vrouwen niet langer ondervertegenwoordigd zijn in de promotiefase. De lekkende pijplijn verwijst echter naar de daling van het aantal vrouwen naarmate je hoger op de academische ladder kijkt. Aantallen onder promovendi geven dus onvoldoende informatie om uitspraken te doen over het succes van vrouwen in de wetenschap.
In de wetenschappelijke literatuur worden verschillende redenen gegeven voor het ‘lekken’ van vrouwen uit de academie, zoals een negatief klimaat voor vrouwen en vooroordelen over hun wetenschappelijke capaciteiten. De Waard ziet de lekkende pijplijn simpel als “het verschijnsel dat bij elke carrièrestap het aantal vrouwen afneemt omdat zij uiteindelijk vaker kiezen voor het gezin”. Hij maakt hiermee van alle vrouwen moeders en reduceert bovendien de belemmeringen waarmee vrouwen te maken krijgen tot eigen keuze.
Een andere vaak aangedragen verklaring is een gebrek aan rolmodellen. De Waard stelt dat dit niet kan opgaan omdat “de twee belangrijkste economische functies in de wereld door vrouwen zijn bezet”. Hij heeft het over Christine Lagarde (baas van het IMF) en Janet Yellen (vice-voorzitter van de Federal Reserve). Twee zwaluwen maken dus zomer.
Volgens De Waard zitten vrouwen ook in de academische wereld op sleutelposities. Hij noemt daarbij twee voorbeelden die helemaal niet over de universiteit gaan, maar over het Centraal Planbureau (CPB) en de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) – instellingen die toegepast onderzoek doen. Deze vrouwen zijn dus juist een aanwijzing voor de lekkende pijplijn. De Waard voelt dat zelf ergens ook wel aan, want even later schrijft hij heel generaliserend dat “vrouwen veel praktischer gericht zijn en daardoor minder fundamenteel onderzoek doen”.
Zou het dan misschien de aard van de studie zijn? De Waard stelt dat de lesstof erg veel wiskundige formules bevat (jakkes!) en niet gaat over “echte keuzevraagstukken: kies ik voor een baby of voor een carrière”. Hij denkt dat vrouwen misschien wel warm lopen voor economie als de studie beter aansluit bij die overheersende baar-interesse van hen. Het helpt vast ook als de collegezalen roze worden geschilderd.
De Waard oppert vervolgens dat vrouwen misschien niet ijdel genoeg zijn. Daar twijfelt hij wel aan, want “in de media” kijken vrouwen heel stellig “in een glazen bol”. Wat deze laatdunkende losse flodder te maken heeft met vrouwen in de economie wordt niet verder duidelijk, maar het geeft wel verder inzicht in De Waards vrouwbeeld.
Het is kwalijk dat De Waard met zo veel gemakzucht gevestigde verklaringen terzijde schuift. Het is nog veel kwalijker dat hij niet vertelt op basis waarvan hij dat doet. Hij verwijst naar onderzoek zonder te vermelden om welke studie het precies gaat. Dat is een typische journalisteneigenschap die het onmogelijk maakt de journalist te controleren. In dit geval is dat wel nodig, want het lijkt erop dat dit onderzoek zijn hele column tegenspreekt. Hij schrijft:
Maar zelfs als voor alle factoren (gezin, productiviteit, lesstof en ijdelheid) de cijfers worden gecorrigeerd blijft er volgens het Amerikaanse onderzoek toch nog een onverklaarbaar gat van 16 procent over, waarvoor niemand een verklaring heeft.
Gaat het hier om verklaarde variantie of zijn percentages tussen mannen en vrouwen vergeleken waarbij is gecontroleerd op deze factoren? In het eerste geval zouden de factoren samen een bijzonder goed model vormen waarmee de achterblijvende positie van vrouwen voor maar liefst 84 procent verklaard wordt. Nu kan je iemand zonder universitaire studie een gebrek aan statistische kennis niet echt aanrekenen, maar zo iemand zou niet over wetenschap moeten schrijven. De Waard oppert dat mogelijk vrouwen te weinig van economie weten. Ik heb een andere suggestie. Misschien zijn er wel zo weinig vrouwen econoom omdat ze dan een vakgebied moeten delen met een domme seksist als Peter de Waard.