Of er wordt gelogen over de veiligheid van de OV-chipkaart, een wethouder die taxiritten naar de kroeg declareert, falend bestuur bij de Project X-rellen, het mislukken van de Fyra, de export van wapens naar twijfelachtige landen, het verloop van de Citotoets, hoe miljoenen verdwijnen bij vage beleggingsconstructies of het bestaan van Area 51 zijn maar een paar voorbeelden van het belang van transparantie. In een democratie moet je de overheid kunnen volgen en onderwerpen op de agenda kunnen zetten of kunnen toetsen dat een overheid juist wel correct heeft gehandeld. Zonder feiten geen echt debat en daarom moet je bij overheidsinformatie kunnen komen. De Wet openbaarheid van bestuur of kortweg de Wob maakt dat sinds 1980 op papier mogelijk.
Zelf ben ik eind 2006 begin 2007 gaan ‘wobben’ en heb gezien hoe transparantie minder en minder is geworden. Waar initieel relatief snel werd beslist (soms binnen een dag, maar meestal met een week of twee á drie) is het proces nu stroperiger dan ooit geworden. Twee maanden wachten met beantwoorden is de norm geworden. In sommige gevallen lang genoeg om een journalistiek verhaal dood te maken en zo aan de verantwoording aan het publiek te ontkomen.
Maar de overheid heeft meer in de trukendoos zitten. Denk bijvoorbeeld aan ‘documenten die opgesteld zijn voor intern beraad met persoonlijke beleidsopvattingen’ om discussies over gevoelige onderwerpen geheim te houden. Ooit een exotische uitzonderingsgrond, maar inmiddels vaste prik bij bijna ieder besluit. Ook blijken de ‘feiten zo verweven met een mening dat ze niet los te koppelen zijn’
Maar het kan gekker: overheden die het bekend worden van het gebruik van Microsoft Word een risico voor de veiligheid van de staat zien, een gemeente die erkent geen gronden te hebben maar toch documenten achter de hand te houden of het weigeren van informatie op ‘veiligheid van de staat’ die Microsoft, Twitter, Facebook en Google wel actief naar buiten brengen.
Maar de obstructie kan nog veel beter: neem een gemeente die de agenda van de burgemeester wist door een ‘configuratiefout’, een ministerie dat informatie over het Lente-akkoord weigert met als redenering dat het bekend worden van de mening van een politieke partij de verkiezingen kan beïnvloeden of het tot non-document verklaren van een document, zodat het maar niet onder de Wob valt.
Maar het meest bizar is de introductie van de Wet dwangsom. Daarmee kun je als burger de overheid een dwangsom opleggen als de overheid te traag is met reageren. Beter gezegd: op onbehoorlijk bestuur wordt een bonus gelegd. Over de rug van de belastingbetaler kan een overheid traag zijn. Ik laat die dwangsom al een tijdje naar Kika overmaken, maar ik wil die maffe wet niet.
Inmiddels voeren gemeenten actie tegen de Wob op basis van die dwangsom. Want tussen de redelijke verzoeken komen ook onredelijke verzoeken mee. Opgejut door de transparantiehaters Vereniging Nederlandse Gemeenten lopen ze nu te klagen. Al in 2009 heb ik ze bij herhaling voorgesteld in geweer te komen tegen de wet en ze gewaarschuwd voor komend misbruik. Maar niets is mooier nu transparantie in te perken en dit systeem intact te laten.
In 2009 heb ik samen met Sebastiaan ter Burg die obstructie vanuit de overheid al eens in kaart te gebracht in een soort mini documentaire. Gewoon om de praktijk eens vast te leggen met de gepaste onhandigheid die mij ook kenmerkt:
Vandaag organiseer ik voor de derde keer de Right To Know Day. Daar staan we stil bij het belang van wel kunnen volgen. Geheimzinnig doen leidt namelijk tot minder vertrouwen in bestuurders, stelde de Raad voor het Openbaar Bestuur al vast. Gelukkig krijg ik daarbij medewerking van goedwillende bestuurders en ambtenaren van Binnenlandse Zaken. Zo heeft Ronald Plasterk een duidelijke videoboodschap voor de aanwezigen dat er een recht op openbaarheid is, spreekt de Nationale Ombudsman over zijn onderzoeken naar de gebrekkige transparantie en zijn inspanningen en worden er prijzen uitgereikt voor de Beste Obstructor van 2013.
Het is maar een kleine stap om iedere keer weer te hameren op het belang van het kunnen volgen wat de overheid doet. Maar het is wel belangrijk, omdat het vertrouwen in het bestuur afneemt en iedere keer weer opnieuw blijkt dat zonder controle de overheid een losgeslagen tanker dreigt te worden. Juist het licht van transparantie houdt bestuurders in het gareel. Daarom blijf ik als journalist vragen stellen.