Ruben en Julian, de broertjes die eerder dit jaar door hun vader werden vermoord, hebben voldoende aandacht gekregen van de instellingen die betrokken waren bij hun gezinssituatie. Dat staat in een rapport van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Volksgezondheid.
De instellingen waren voldoende gericht op een veilige en gezonde ontwikkeling van de twee jongens. Het rapport meldt tevens dat de instellingen volgens bestaande wet- en regelgeving hebben gehandeld. Hulpverleners wisselden tijdens en volledig informatie uit met elkaar en de ouders van de jongens.
Kort voordat beide broers vermoord werden door hun vader, had hij een gesprek gehad met de politie op verdenking van kindermishandeling. Op de dag van de moord stond een afspraak bij de Raad van de Kinderbescherming op de rol.
Sinds 2009 waren zo’n vijftien verschillende instanties betrokken bij het gezin. De moeder van de jongens vreesde voor de veiligheid van de jongens van de vader, hij beweerde dat zij dat enkel deed om de kinderen bij hem vandaan te houden. Volgens het rapport zijn de signalen van de moeder voldoende serieus genomen en stelde de vader zich lange tijd betrokken en meewerkend op.
In januari 2013 deed de moeder samen met Ruben aangifte wegens mishandeling door zijn vader bij de politie. Zij mailde aan verschillende hulpverleners dat ze heel bang was voor de reactie van haar ex-man. De Raad voor de Kinderbescherming zegt dat er bijna geen overleg en contact tussen alle betrokken hulpverleners was. De inspecties hebben daarvoor geen bewijs gevonden.
ANP/TPO