“Hehe, eindelijk een beetje aandacht voor het vrouwenvoetbal!”, dacht ik als fanatieke ex-linksbuiten van de damesteams waar ik ooit in gespeeld heb toen ik de promo’s van het EK in Finland zag. (Eigenlijk dacht ik “damesvoetbal”, maar dat schijnt een achterhaalde term te zijn). Mijn vreugde werd nog groter toen de halve finale tussen Engeland en Nederland live werd uitgezonden. Studio Sport zondagavond, kon het mooier?
In de columns, blogs, artikelen, radio-interviews en tv-programma”s waar het vrouwenvoetbal ineens serieus onderwerp van gesprek is geworden weten de mannen (want vrouwelijke commentatoren of analisten zijn er amper) zich nog niet echt een houding te geven. Waar Youri Mulder kritisch probeert te zijn en de vergelijking met het professionele mannenvoetbal trekt, gooit Hugo Borst het over de ik-ben-een-Viva-man-en-heb-respect-voor-vrouwen boeg. Beide stuntelen ze. Youri noemde Manon Melis afgelopen zondagavond per ongeluk een “hij” en blooslachte als een puber om zijn eigen verspreking. Ontwapenend. Maar Marleen Molenaar mocht aanzitten bij de heren analisten en dat is al een overwinning op zich.
Marleen Molenaar tegen wie ik zelf nog gevoetbald heb. Ze speelde in het Noord-Hollands team op een doordeweekse avond tegen ons (USVU) en we werden volledig weggetikt. Eén keer raken, Marleen controleerde en overzag het spel als een vrouwelijke Cruijff, haar team dirigerend van links naar rechts door ze met splijtende passes weg te sturen. Ik rende mijn benen onder mijn lijf vandaan, maar mijn inspanningen waren, om maar eens een mooie Louis van Gaal term te gebruiken, weinig effectief. Dat zal er aandoenlijk en vooral sneu uitgezien hebben. Er was geen houden aan, het werd een afgang voor ons van USVU.
Ik dacht toen dat het vertoonde niveau (door het Noord-Hollands team) zeker niet voor het spel van mannen onderdeed. Als ik af en toe zelf bij wedstrijden langs de lijn stond ging ik zo in het spel op dat ik nooit echt op het niveau lette. En bij het zien de eredivisie wedstrijden van de vrouwen leek het in de samenvattingen nog best goed. Nu ik de halve finale gezien heb weet ik wel beter. Het vrouwenvoetbal mist de dynamiek die mannen wel in hun spel kunnen leggen en de techniek is zeker minder. Het is flipperkastvoetbal. Ik betrap me erop dat ik juich als een pass goed aankomt. Herhalingen van mooie technische acties heb ik amper gezien, hooguit 5, maar ik denk dat ik nu overdrijf. Het is de spanning die het mooi maakt, anders niets.
Maar daar begint het wel mee. Pure sport. Beleving. En voor een team van amateurs is het niet slecht. De werklust die de vrouwen tentoonspreidden heb ik lang niet altijd bij het verwende Nederlands mannenelftal gezien. Maar alle recensenten, analisten en voetbalgeleerden zijn het eens over één ding: we mogen niet vergelijken. Het moet op zichzelf beoordeeld worden. Ik heb genoten van de halve finale. Echt. Maar of ik de finale ga kijken weet ik nog niet. Maar dat heeft een andere reden.
Gary Lineker legde het spel voetbal ooit als volgt uit: “Soccer is a game for 22 people that run around, play the ball, and one referee who makes a slew of mistakes, and in the end Germany always wins.” Duitsland zit in de finale. Net als bij de mannen. Dat dan weer wel. En ik hoef Duitsland niet te zien winnen in de laatste minuut. Ook niet bij de vrouwen.