1) De Nobelprijs voor de Vrede is een aanmoedigingsprijs: Toen Barack Obama in 2009 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, had hij nog niet veel gedaan om vrede in de wereld te bewerkstelligen. Hij had inderdaad nog geen oorlogen gestart, maar was nog maar net met zijn ‘inwerkperiode’ van negen maanden klaar. De argumentatie van het Comité was destijds dat de prijs hem zou aanmoedigen om zijn vredelievende intenties, zoals het beëindigen van de oorlog in Irak, ook waar te maken in zijn presidentiële periode.
Dit betekent dat het Comité destijds de kans dat Obama zich in de daaropvolgende zeven jaar en drie maanden vredeminnend zou gedragen groot genoeg vond om dit aan te moedigen met een van de grootste prijzen die een mens kan krijgen.
Ook Poetin zegt de laatste tijd veel vredelievende dingen. Het grote verschil tussen Vladimir en Barack is dat niemand kan zeggen hoe lang Poetin nog aan de macht is: grote kans dat hij door een aantal handige wetswijzigingen nog twintig jaar (of meer) in het zadel zit. Dat betekent dat we hem met één prijs voor nog véél langere tijd kunnen aanmoedigen vredelievend te zijn. Best een goede deal, eigenlijk.
Hoewel de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede een groot evenement is, trekt het niet bijzonder veel kijkers. Dat komt omdat er eigenlijk niet veel spannends gebeurt: handjes schudden, lachen naar de camera en het uitspreken van goede voornemens. Om het geheel wat aantrekkelijker voor de kijker te maken zou het eigenlijk wat bombastischer gevierd moeten worden.
Geen enkele wereldleider zou dit zo goed kunnen bewerkstelligen als Vladimir Poetin. Deze president weet een gewone jachtpartij namelijk al te veranderen in een heroïsche veldslag, kapmes en ontbloot bovenlichaam incluis. Ook heeft hij de oude militaire parade op 9 mei weer ingevoerd.
Dat geeft te denken hoe de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede gevierd zou worden: waarschijnlijk komt niet alleen het hele arsenaal aan Russische tanks, vliegtuigen en andere legervoertuigen langs (voor de ceremonie speciaal versierd met kek vredesvlaggetje), maar wordt de kijker thuis ook getrakteerd op een geweldige optocht van Russische militairen én strakgeklede gymnastes.
Als kers op de taart zou Poetin, na het in handen nemen van de prijs, een ereronde door Oslo maken, gezeteld op een olifant en gekleed in enkel een gigantisch berenvel. Gegarandeerd kijkplezier.
Het optreden van Rusland in de VN-veiligheidsraad is meestal zeer voorspelbaar: zij spreekt haar veto uit tegen elke actie. Deze compleet niet-constructieve houding heeft al vele VN-ingrepen weten te voorkomen.
Hoewel dit in veel gevallen waarschijnlijk voor extra burgerslachtoffers heeft gezorgd, is dat niet met zekerheid vast te stellen. Zo ligt Libië na het ingrijpen van de VN nog steeds in puin en zijn bij de ingreep veel burgers gestorven.
Ook is de situatie in landen waar een deel van de VN in actie is gekomen vaak niet zo rooskleurig als men zich voorstelde voordat men aan de actie begon. In Irak vallen na meer dan acht jaar van ‘officiële’ oorlog en bijna twee jaar van ‘vrede’ elke week nog vele burgerslachtoffers, en niemand kan beweren dat de situatie in Afghanistan goed is.
De enige conclusie die men wél met zekerheid kan trekken is dat door het Russische veto in de Veiligheidsraad stukken minder soldaten gestorven zijn. Poetin is dus de perfecte beschermheer van soldaten wereldwijd.
De toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede wordt traditioneel omringd door controverse, met name in de gevallen waar een wereldleider de prijs in ontvangst mocht nemen. Tot eerdere prijswinnaars behoren onder andere Henry Kissinger, Le Duc Tho, Jimmy Carter, Anwar Sadat, Yasser Arafat en Barack Obama.
Al deze wereldleiders hebben één ding gemeen: het is onduidelijk of zij werkelijk vrede hebben bewerkstelligd. Zo kregen Kissinger en Tho de Nobelprijs voor de Parijse Akkoorden van 1973 die voor een staakt-het-vuren in Vietnam zorgden. Deze akkoorden maakten echter geen einde aan de oorlog in Vietnam, wat ervoor zorgde dat Tho besloot de prijs niet in ontvangst te nemen.
Kissinger had, ondanks zijn verantwoordelijkheid voor zowel burgerslachtoffers in Vietnam als de verantwoordelijkheid voor 800.000 burgerslachtoffers in Cambodja, geen last van dergelijke bezwaren.
Yasser Arafat heeft niet enkel op vredelievende wijze geprobeerd het conflict tussen Israël en Palestina te beëindigen, maar was ook niet vies van een aanslag om zijn woorden van extra kracht te voorzien.
En ook bij de toekenning aan Obama kunnen grote vraagtekens worden gezet. Niet alleen had hij ten tijde van de uitreiking slechts de intentie tot vrede uitgesproken, ook blijkt achteraf zijn beleid lang niet zo vredelievend als men destijds had gehoopt.
Poetin is in dit opzicht niet veel slechter dan andere wereldleiders die de prijs wél in ontvangst mochten nemen: hij is zeker niet vies van een oorlogje, maar in enkele gevallen zou je zeker kunnen beargumenteren dat hij vrede probeert te bewerkstelligen.
Dat betekent zeker niet dat hij het recht heeft om in een adem genoemd te worden met Mandela, King, Moeder Theresa of Sakharov. Het enige wat het uitreiken van de Nobelprijs aan Poetin zou bewijzen, is dat dezelfde hypocrisie die voor Kissinger, Carter, Sadat, Arafat en Obama gold, nu ook geldt voor Russische Wereldleiders. En dat zou de wereld toch een stukje meer met elkaar verbinden, zij het als in een trieste grap.