Minister van veiligheid en Justitie Ivo Opstelten levert tijden de Week van de Veiligheid – van 7 tot en met 12 oktober – zijn portemonnee in bij de Nederlandse Vereniging van banken. Tijdens de week gebruikt hij alleen zijn pinpas. Op die manier vraagt de minister aandacht voor de onnodige hoeveelheid contant geld in winkels, horecagelenheden en tankstations: Opstelten roept het winkelend publiek op om te pinnen in plaats van contant te betalen: “Pinnen is veel veiliger voor burgers, kassamedewerkers en ondernemers”.
Opstelten neemt het stokje over van twintig burgemeesters Nederland, die hun munten en biljetten de afgelopen maanden voor een week hebben ingeleverd. “Ik sluit mij in de Week van de Veiligheid graag bij hen aan. In deze week willen we iedereen bewust maken van zijn eigen rol en verantwoordelijkheden als het gaat om veiligheid.De ervaring leert dat in de donkere wintermaanden de criminaliteit en de kans op overvallen stijgt. Door meer te pinnen neemt het gebruik van contant geld verder af, waardoor de veiligheid voor iedereen toeneemt”, aldus de minister van Veiligheid en Justitie.
Van degenen die in het bezit van een pinpas (kunnen) zijn, betalen de jongsten (12- 15 jaar) en oudsten (65+) hier het minst mee (resp. 33% en 40%). Bij de jongeren omdat zij hun inkomsten veelal contant ontvangen. Ouderen betalen vaker contant uit gewoonte. Hierbij valt wel op dat de ouderen van nu al twee keer zo vaak met pin betalen als de 65-plussers van 10 jaar geleden (40% vs. 19%). De 16- tot 35-jarigen pinnen verhoudingsgewijs het meest (54%).