Na hun laatste optreden in Café Restaurant NRC is het ook voor de laatste twijfelaar duidelijk geworden: Jamal Ouariachi, David Pefko en Daan Heerma van Voss zijn met 25 40 70 nu totally arrivé. Bekijk de foto’s en overtuig u ervan: dit is de elite van Nederland, niet toevallig bijeen in Café Vandermeersch.
Wat aanvankelijk nog een uit de hand gelopen grap leek, namelijk een postmoderne knipoog naar Fifty Shades of Grey, de verfoeide moneymaker van uitgever Mai Spijkers, is inmiddels herkend en omarmd door Hen Die Ertoe Doen.
Ouariachi (25), Pefko (45) en Daan Heerma van Voss (70), die zich de Buffels noemen, horen tot de belangrijkste schrijvers van hun generatie. Het opdelen van bij voorkeur mannelijke auteurs in generaties is altijd een bepalend Nederlands concept geweest. De Grote Drie was een generatie, net als de Vijftigers, Barbarber en de Nulgroep rond Armando.
Schrijvers daarna wisten nooit goed uit de schaduw van hun beroemde voorgangers te komen. Vooral de Grote Drie hebben het enorm verpest, doordat hun respectievelijke stijl en thema’s door opvolgers angstvallig vermeden moesten worden, op straffe van ontmaskering als kloon.
Daan Heerma van Voss is de eerste schrijver van een generatie die geen last heeft van de erfenis van van De Grote Drie. Hij lijkt onbekommerd en ‘makkelijk’ te schrijven; bij hem straalt de bladspiegel een en al zorgeloosheid uit.
Iemand als Tommy Wieringa hoort nog tot de generatie van de ‘erfzonde’: hij schrijft in de traditie van Mulisch en Claus, die niet toevallig ook bij dezelfde uitgeverij zitten. Daan Heerma van Voss, eveneens van De Bezige Bij, lijkt voor dit fenomeen immuun te zijn.
Terug naar de zaal van Café Restaurant NRC, waar de Buffels voorlazen uit hun trilogie. Met op de voorste rij Suzanne Holtzer, de hoofdredacteur van De Bezige Bij. Zij ‘doet’ alleen de zwaargewichten: Nooteboom, Campert, en nu dus ook Daan Heerma van Voss.
De trilogie wordt uitgegeven door Querido, waar Ouariachi fondsauteur is. Met De Bezige Bij zijn dit de deftigste uitgeverijen van het land, de Bij nog iets meer dan Querido. Ze zijn gezamenlijk onderdeel van de Weekbladpersgroep, dat daarnaast onder meer het maandblad Opzij uitgeeft. Dat is met voorsprong het deftigste publiekstijdschrift van Nederland, in weerwil dat de oplage terugloopt. En kijk, daar is Opzij-hoofdredacteur Margriet van der Linden, ook op de voorste rij.
Naast Holtzer zit P.C. Hooftprijswinnares Charlotte Mutsaers, die ook wordt uitgegeven bij De Bezige Bij. Zij is de goede petemoei van David Pefko, de geestelijke vader van Louis Nanet, een personage zonder boek dat op Facebook woonde. Nanets beroemdste ambassadeur was inmiddels wijlen Gerrit Komrij, uitgegeven door De Bij, en eerbiedwaardig columnist in de Vandermeersch-bode, in wiens café we nu zitten.
Nanet heeft inmiddels een opvolger met een stoffelijk lichaam. Paul A. Breitner is een homoniem van Pefko. Prometheus-auteur Marc Poorter speelt de rol van geldbeluste literair agent, die voortdurend de namen van zijn klanten en relaties verkeerd uitspreekt. Ook begint hij te pas en te onpas over geldzaken – bij voorkeur te onpas. Breitner is de presentator van de avond.
Pefko wordt uitgegeven door Mai Spijkers, de enige die geen afvaardiging heeft gestuurd. Maar Mai is dan ook de minst deftige van de drie uitgeefhuizen. Wel de meest succesvolle, maar daarmee treed je niet meteen toe tot de elite. Mai wordt door zijn collega’s beschouwd als nouveau-riche. Kinnesinne, wat u zegt, maar dat doet aan de tweedeling niets af. Mais hoofdredacteur Job Lisman is eveneens afwezig.
Wat voor Mai geldt, geldt uitdrukkelijk niet voor David Pefko. Die heeft een grote boekenprijs (Gouden Boekenuil) gewonnen en zat in de shortlist van een tweede (BNG Literatuur Prijs), nog altijd de maatstaf voor literair succes. De afwezigheid van Prometheus past linksom of rechtsom in het succesplaatje van deze avond.
Wie er natuurlijk wel is, is Annet Portegies (op de foto met Querido-auteur Caroline Trujillo). Portegies is de uitgever van Querido. En Josje Kraamer is ook aanwezig. Kraamer is de Suzanne Holtzer van Querido, en bewaakt als zodanig het proza van Ouariachi.
Josje was vroeger redacteur van Contact en heeft van die uitgeverij P.F. Thomése meegenomen, de beroemdste fondsauteur aldaar. Thomése leest voor uit een vies boek, waarvan hij er meerdere op zijn naam heeft staan. Hij vormt slechts het voorprogramma, want Ouariachi, Pefko en Heerma van Voss zijn de hoofdact.
Verveelt het u al, deze opsomming van voortreffelijkheid? Het gaat nog verder, want in de zaal zat Daan’s vader, oud VPRO-baas Arendjan Heerma van Voss. En Daan’s moeder, de universiteitshoogleraar Christien Brinkgreve, compleet met column in de NRC – daar is ie weer. Daans jongere broertje Thomas is er ook. Ook hij is auteur bij De Bij, en wel bij de imprint van Thomas Rap. Dat is het huis van Bekende Amsterdam-Zuiderlingen als Cherry Duyns (evenals Arendjan een ex-VPRO-bobo), Hanneke Groenteman en Youp van ’t Hek.
Zo kon het deze avond gebeuren dat een jeugdige vriendin van Pefko pardoes het woord kreeg. Lieke Marsman (geen familie van de dichter Hendrik Marsman, noch van Bernlef, die in werkelijkheid Henk Marsman heette), bleek de enige lesbische scène in de trilogie te hebben geschreven. Die zit in het deel van Pefko, genaamd 45. Logisch, zeg je dan, want Pefko is van de herenliefde. En met kut-plus-kut-proza zit je er met je referentiekader dan wel straatlengten naast.
De bekentenis van Marsman had iets pijnlijks en ongemakkelijks. Is het wel zo chic om als redacteur of ghostwriter – want meer stelt het immers niet voor – uit de schaduw te treden en je plek in de schijnwerpers op te eisen? Lieke las een column in bakvissenstijl voor. Maar evengoed stond de tekst een dag later op de website van Tirade. En dat is, zoals u allen weet, het literaire tijdschrift van G.A. van Oorschot. Het feest van de grote namen is daarmee wel compleet.
Dat hierna Margriet van der Linden de gelegenheid kreeg om de drievoudige diamant te bekrassen, was een bagatel. ‘Werd er niet erg veel gepijpt in het boek?’ Ouariachi verschafte duidelijkheid. “Dat valt dacht ik wel mee.”
Onze waarneming was dat er in de verschillende delen vooral wordt geramptetampt. Wel wisselen per deel de namen voor de geslachtsdelen. Bij Ouariachi is het vooral lul en kut. Pefko heeft een voorkeur voor piemel, dat hij incidenteel inruilt voor pik. Hoofdpersoon Hanna heeft bij hem een ‘roodgloeiend kutje’. Very gay indeed. Heerma van Voss rept consequent van vagina. Is maar beter ook, als je beide ouders in de zaal zitten.