Met minder dan een jaar te gaan voor het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië, worden veel favela’s in de speelsteden op radicale wijze onder handen genomen. Zwaarbewapende politie neemt het gezag over van drugsbazen en de weg wordt vrijgemaakt voor toeristen. Zo ook in Morra da Providência, de oudste favela van Rio de Janeiro. Maar vredig is de wijk nog allerminst.
Op het pleintje voor de kerk in Providência is het druk met kinderen. Het is een feestdag, kinderen hebben vrijaf. Ze vermaken zich met hun vliegers, die veel wind vangen aangezien de wijk Providência op een heuvel gebouwd is. Vanaf de top reikt het zicht ver over de stad en de zee. Aan de voet van de wijk ligt het centraal station van Rio de Janeiro.
Morro da Providência, kortweg Providência, is ontstaan nadat immigranten en ex-soldaten aan het eind van de negentiende eeuw geen andere woonplek konden vinden. Het staat sindsdien bekend als de eerste informele wijk: een favela. De overheid bemoeide zich niet met het leven in de wijk, er heerste wetteloosheid. Daar kwam verandering in toen in de jaren zeventig van de vorige eeuw de drugshandel op kwam. Leden van de beruchte Rode Commando introduceerden voor het eerst gezag.
Mauricio Hora woont in Providência en kent de verhalen van zijn vader, die lid was van de drugsbende. ‘Verkrachters en moordenaars terroriseerden de wijk zonder dat iemand hen een strobreed in de weg legde. Het was de drugsbende die daar een einde aan maakte.’
Hora’s vader was een belangrijke pion in het drugsnetwerk in de wijk. ‘Ik kan niet zeggen of hij een goed of slecht mens was. Hij vermoordde zijn beste vriend, maar wel nadat die meerdere vrouwen had verkracht. Het leven met het gezag van de drugshandelaren was beter dan een leven zonder gezag.’ Hora zelf is tegenwoordig ook een bekend figuur in de wijk. Niet als drugshandelaar, maar als fotograaf. Midden in de wijk, in een buurthuis, exposeert Hora zijn foto’s, die allemaal geschoten zijn in Providência.
Hora: ‘De overheersing van drugsbendes duurde tot 2010. Zo’n drie jaar geleden deed de vredespolitie zijn intrede in de wijk’. Met het zicht op het WK van 2014 en de Olympische Spelen van 2016, begint de Braziliaanse overheid wijken op de schop te nemen, om de veiligheid voor buitenlandse toeristen te verhogen. Onder de noemer ‘pacificatie’ worden drugsbendes verjaagd.
Martin Ossowicki zet zijn vraagtekens bij het beleid van de overheid. Hij is Zweeds antropoloog aan de Federale Universiteit van Fluminense en komt regelmatig in Providência. ‘Ze hebben alleen wijken in het vizier die de potentie hebben uit te groeien tot toeristische hotspots.’ Met een wijd uitzicht over het centrum van Rio, het Christusbeeld en het Maracanã-stadion voldoet Providência perfect aan dit profiel. ‘Het interessante aan Rio is dat de arme bevolking, woonachtig op de heuvels rond de stad, het mooiste uitzicht heeft.’
Om Providência klaar te stomen als toeristische plek is een kabelbaan gebouwd, die de wijk toegankelijk moet maken. De splinternieuwe baan is van dezelfde Duitse fabrikant als de baan die miljoenen toeristen per jaar naar de top van de beroemde Suikerbroodberg leidt. Hij is al lange tijd klaar voor gebruik, maar heeft alleen nog testritten gedraaid. De constructie heeft meer dan de helft van het budget ten behoeve van de herontwikkeling van de wijk opgeslokt. Fotograaf Hora: ‘De kabelbaan is aangelegd voor toeristen, terwijl inwoners van de wijk andere dingen aan hun hoofd hebben.’
Een huis bijvoorbeeld. Want voor de constructie van de kabelbaan moesten veel huizen tegen de grond. Zij die hun huis kwijtraken, krijgen een financiële vergoeding of een ander huis toegewezen. Maar deze vervangende woning ligt vaak buiten Providência, en soms zelfs ver van het centrum van de stad. Armoede wordt zo meer en meer naar de buitenranden van de stad geduwd. ‘Een resultaat van het WK’, vindt antropoloog Ossowicki.
De lege plekken waar huizen tegen de grond zijn geslagen, liggen nog bedekt in puin. Niemand voelt zich verantwoordelijk om de oude materialen op te ruimen. Als fotograaf probeert Hora een inkijkje te geven in de favela. Maar hij ondervindt veel weerstand: ‘Er spelen hier tegenstrijdige belangen. De drugshandelaren zijn officieel niet meer de baas, maar ze zijn toch nog in de wijk. En ze hebben invloed.’
Hora is voorzichtig met het aankaarten van misstanden. Drugshandelaren kunnen hun werk gemakkelijker voortzetten in een omgeving van armoede en corruptie. Hora: ‘Ik ben meermaals door drugshandelaren met de dood bedreigd. De politie is elke dag aanwezig in Providência, maar de drugshandel is nog net zo levendig als voor de pacificatie.’ Toen de politie zijn intrede deed, zijn er volgens Hora onderlinge afspraken gemaakt waar wel, en waar geen drugshandel mag plaatsvinden. ‘De corruptie binnen de politie zorgt ervoor dat er niets wezenlijks verandert’.
Enkele weken geleden kwam het ondanks de heimelijke afspraken tussen politie en drugsbende tot een wapengevecht. Bij een inval schoot de politie van dichtbij een drugshandelaar dood. ‘Deze actie was puur voor de positieve publiciteit. De politie wil af en toe laten zien dat het niet machteloos staat’, zegt Hora. ‘Deze drugsbaas had zijn toevlucht allang in een andere wijk gezocht. De politie was toevallig ter ore gekomen dat hij in Providência was voor een familiegebeurtenis’.
Hora: ‘Sinds die gebeurtenis is de spanning in Providência weer tot een hoogtepunt gestegen.’ De dag nadat de drugsbaas overleed, gingen op last van de drugsbende ramen en deuren dicht, als vorm van rouw, vertelt Hora. Bang voor vergeldingen, gehoorzaamden alle bewoners. Het is nu wachten op een reactie van de zwaarbewapende drugshandelaren.
De zeven politiemannen hebben een automatisch geweer om hun schouders hangen. Ze kijken argwanend om zich heen. Hora: ‘Zeg nou zelf, zou jij hier je vakantie willen vieren?’