Kunst

Recensie: ‘Wij begrijpen elkaar uitstekend’ van Pieter van Os

09-10-2013 15:12

‘Outsiders kunnen in Den Haag alles opschrijven maar weten bijna niks. Insiders weten heel veel maar kunnen bijna niks opschrijven. Ze houden elkaar in een wurggreep.’
Bovenstaand citaat komt uit het boekje Je hebt het niet van mij, maar…van Joris Luyendijk. Die keek in 2010 een maand rond op het Binnenhof. Als outsider, dat spreekt. Hij schetste een omineus beeld van ‘een bikkelharde wereld die van deals en dilemma’s aan elkaar hangt.’ Wat zich daar afspeelde was ‘een soap’.
Dat beeld ging erin als koek, het boekje was een verkoopsucces. Anti-politiek is helemaal in, óók bij mensen die weleens een boek lezen.

‘Salonpopulisme’, noemt Pieter van Os dat verschijnsel in Wij begrijpen elkaar uitstekend.

Hoewel hij hem nauwelijks noemt, leest het boek van Van Os, tussen 2008 en 2012 zelf politiek redacteur van NRC Handelsblad, als een anti-these van het boekje van zijn voormalige NRC-collega. Dat was hoog tijd en broodnodig. Van Os is de insider die heel veel weet, vijf jaar lang goed om zich heen heeft gekeken, diep heeft nagedacht én nu heel veel opschrijft.

Keurige verontwaardiging

Zelf lijkt hij het meest tevreden over die beschouwing over ‘chic populisme’, getuige een twee pagina’s tellende voorverhaal afgelopen week in NRC Handelsblad. Dat is inderdaad een sterk hoofdstuk.

Van Os maakt zich daar kwaad over het dédain waarmee de vaderlandse intellectuele elite het politieke handwerk bejegent. Teneur: Politici zijn dom, in Den Haag gaat het nergens over, politiek is ‘een hobby voor kneusjes ‘en ‘bewegend behang’.

Columnisten, schrijvers en wetenschappers doen daar enthousiast aan mee, evenals politici zelf, constateert Van Os. En: ‘Politici begrijpen dit sentiment en hoewel ze zelf mikpunt
van het cynisme zijn, weten sommigen van hen effectief mee te varen op de golven van keurige verontwaardiging.’
Hij identificeert D66-leider Alexander Pechtold als een van de uitvinders van het genre.

Geneuzel en kiezersbedrog

Van Os onderzoekt de argumenten – taalverruwing, focus op toneelstukjes in plaats van inhoud, de overtuiging dat het parlement onmachtig is – en vindt geen enkele steekhoudende onderbouwing voor al die afkeer. Die zogenaamde verruwing is van alle tijden, die ‘toneelstukjes’ dienen een doel (je moet je kiezers bereiken) en er gebeurt meer inhoudelijks dan een gewoon mens behappen kan. Maar ja, feiten doen er niet toe, verzucht Van Os, net als bij gewone populisten.

Vergelijking van verschillende kranten leidt overigens tot de interessante constatering dat kwaliteitsbladen als de Volkskrant en NRC Handelsblad eigenlijk negatiever schrijven over het politieke bedrijf dan bijvoorbeeld De Telegraaf. Routinematig kwalificeren vooral columnisten compromissen en lastige afwegingen in moeilijke dilemma’s als geneuzel of vormen van kiezersbedrog.

Behaagziek

Hoewel een interessante constatering die aanzet tot denken, ligt de grootste waarde van Wij begrijpen elkaar uitstekend toch elders. Namelijk in de beschrijvingen van hoe het toegaat op die vierkante kilometer in Den Haag. Die zijn voor de verandering zeer herkenbaar voor wie daar zijn werkweken slijt.

Een makke van waarheidsvinding over het Binnenhof is dat er daar een sterke oververtegenwoordiging is van verhalenvertellers, vaak sociaal intelligente mensen die voor het merendeel nog behaagziek zijn ook. Daar komt bij dat uit de aard van de zaak rond het parlement alle maatschappelijke smaken in meer of mindere mate vertegenwoordigd zijn. Wie daar zoekt, zal altijd vinden en sterke verhalen zijn niet van de lucht.

Tenenkrommend geworstel

Een chroniqueur moet daarin zijn weg zien te vinden en daar ging het in het verleden regelmatig spectaculair mis. Een outsider met een stevig vooroordeel en grote haast zal Den Haag doorgaans snel en blij, maar gedesinformeerd weer kunnen verlaten. Een betrokkene daarentegen heeft er altijd belang bij zijn eigen rol mooier voor te stellen. Dan worden de vijanden al snel groter en machtiger, het verzet en de triomfen heldhaftiger. Zulke verslagen lezen fijn weg en komen ook nog eens tegemoet aan al bestaande vooroordelen. Menig frontsoldaat zal graag beamen dat het inderdaad zo ruig toe gaat. En nog een biertje graag.

Van Os vermijdt de meeste van die valkuilen. Verfrissend is dat hij zichzelf niet spaart, zijn eigen geworstel is soms tenenkrommend. Maar het belangrijkste is dat hij zeer herkenbaar de alledaagse lulligheid in kaart brengt.

Spinners

Hoogtepunt is het hoofdstuk over ‘spinners’, de voorlichters en mannetjesmakers die beelden en feiten proberen gunstig bij te buigen. Dat was altijd al een beroepsgroep die zeer tot de verbeelding sprak, sinds de televisieserie Borgen heeft deze mythische figuur voor het grote publiek ook een gezicht: Kaspar Juul. Uit Van Os’ relaas valt op te maken dat de parlementaire redactie van NRC Handelsblad boven de Jack & Jones aan de Spuistraat met de Nederlandse Juuls exact dezelfde ervaringen heeft als die van de Volkskrant, een verdieping hoger.

Gedeelde conclusie: die paniek over spindoctors die het makke journaille klem zetten of ringeloren is onzinnig. ‘Dat zouden ze wel willen’, schrijft Van Os. Hij vraagt zich af waarom wetenschappers dergelijke verhalen zo kritiekloos overnemen, zoals twee jaar terug gebeurde in de studie Gevaarlijk Spel van Mirjam Prenger en Frank van Vree. Want: ‘Dát is nou spin.’

De lobbyist

Dan liever de anekdotes van Van Os: klein maar fijn. Hoe Ronald Plasterk probeerde een kritisch profiel uit de krant te houden, zogenaamd omdat hij de krant tegen zichzelf wilde beschermen. Of hoe VVD-Kamerlid Atzo Nicolai juist probeerde het gerucht ín de krant te krijgen dat hij geen minister zou worden omdat Wilders dat verboden had. Van Os had daarvoor drie bronnen, maar bleef twijfelen en zette het niet in de krant. Goed gedaan. Later bleek dat Rutte Nicolai passeerde omdat die geblunderd had in de affaire rond de vrije meningsuiting, waardoor de VVD-leider in flinke moeilijkheden kwam.

Dat uitstekende hoofdstuk wordt helaas gevolgd door een afzwaaier over ‘De lobbyist’. Advies: niet lezen, of juist twee keer. Draai in dat laatste geval de aangevoerde argumentatie een kwart slag en constateer dat het voorbeeld dat Van Os aanhaalt van een geslaagde lobby (de Joodse lobby tegen een verbod op ritueel slachten) juist een flop was. ‘Kennis, charme en een batterij medewerkers zijn de wapens van de lobbyist’, schrijft Van Os. Ja, en bluf, Pieter. Toch nog in getrapt. Dat, gevoegd bij nogal wat slordigheidjes in namen en jaartallen, kost een ster.

Wurggreep van pers en politiek

Voor het overige is het boek een verademing voor de kenner en een gids voor de geïnteresseerde leek. Enige raadsel is waarom ook Van Os tot en met de ondertitel spreekt van ‘een wurggreep van pers en politiek’. Uit zijn boek valt op te maken dat hij juist ‘vrij en onverveerd’ heeft kunnen werken, en hij is de enige niet.

Het kernprobleem van de afhankelijkheidsrelaties vraagt nog wel om verder verdieping. De modieuze theorieën daarover focussen doorgaans op slechts één soort parlementaire journalist: de newsgetter.

De aanhouder wint

Ten eerste zijn er daar maar een paar van in Den Haag, want het merendeel van de parlementair redacteuren is het grootste deel van zijn tijd bezig met dingen snappen en begrijpelijk uitleggen. Daar kun je prima voorlichters en anonieme bronnen bij gebruiken en dan heb je meestal een gezamenlijk belang.

Maar bovendien is de core business van de echte newsgetters niet slijmen maar hard werken. Ze krijgen scoops omdat ze daar het hardst aan trekken, voor een bepaald onderwerp structureel het meeste belangstelling tonen en vaak zo lang door blijven zeuren (een bewonderend bedoelde term) dat niemand meer om ze heen kan of durft.

Van Os doet die constatering zelf, in zijn behandeling van de affaire-Peters en de beschrijving van hoe NRC een interview met de hoofdpersoon binnentakelde. ‘De aanhouder wint’, schrijft hij daar over een vasthoudende collega. Wurggreep? Welnee.

**** (vier sterren)

Wij begrijpen elkaar uitstekend
De permanente wurggreep van pers en politiek
Pieter van Os
Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, Amsterdam
ISBN 9789035138919

Deze recensie was eigenlijk geschreven voor de papieren Volkskrant. Daar werd het uiteindelijk niet geplaatst. Gelukkig vond een redacteur van ThePostOnline deze recensie in elkaar gefrommeld in een prullenbak, zodat u het nu alsnog kunt lezen.