Het is een risico om iets negatiefs te zeggen over Amsterdam of Amsterdammers. De stad is immers het heim van veel mensen die mijn favoriete krant, het NRC lezen, of zelfs de naamgever van een vooraanstaand blad. De Groene. (alhoewel het NRC ook wel de Bruine Rotterdammert werd genoemd). Maar het is wel Amsterdam waar dit stuk over gaat. Omdat de stad exemplarisch is voor iets wat ik meen waar te nemen. De sublieme uitingen van het nihilisme, bedekt in termen als creativiteit, duurzaamheid en samen, die het tegenovergestelde proberen te bereiken van de cultuurstroming die via de Amstel door de grachten stroomt. En daarin jammerlijk falen. De stad riekt naar leegte. En de jacht naar het vullen van die leegte.
Nihilisme en romantiek zijn sterk verbonden. Ze hebben beiden een sterke hang naar natuur en zingeving, alleen ontkent het Nihilisme dat van zichzelf. De reportage van Tegenlicht, die een beeld van een generatie moest geven stond er bol van. Hoopvolle creatieve mensen op wie op het eerste gezicht niets is af te dingen. Ze dragen waarden uit die moeilijk te weerspreken zijn: creativiteit, duurzaamheid en samenzijn. Met de daar boven hangende vrijheid als ideaal. Ze zouden ontkennen dat hun drijfveer een zoektocht naar het vullen van leegte is. Een poging om te leven. En vooral om dat uit te dragen. Ik Leef! Nadruk op ‘ik’.
Waarom koos de redactie van Tegenlicht alleen voor Amsterdammers? Woont mijn hele generatie in Amsterdam? Of zijn mijn stadse generatiegenoten de voorhoede van wat wij allemaal zouden kunnen bereiken? Dat heerlijke open, vrij, samen gevoel. Vergaderen in een veld en wonen in een boom (Doen we hier op de Veluwe niet. Wij vergaderen aan een tafel en wonen in een huis). Sommigen zelfs zonder geld. Met spullen die weg worden gegooid door verwerpelijke mensen mét geld. Het zijn lastige bespiegelingen. Zou de nieuwe generatie in de Achterhoek er ook zo over denken? Of zijn dat boeren die snel voor de verlichting naar Amsterdam moeten verhuizen om daar, in plaats van op een wijde akker, op vervuilde stadsgrond, tomaatjes te verbouwen?
In Rotterdam staat overigens net zo’n beweging op. Maar die is interessanter want niet overwegend blank. Zelfs de gekleurde mensen in Amsterdam zijn namelijk blank. Behalve de groepen Antillianen die het Vondelpark hebben ontdekt en massaal uit Zuid-Oost komen om naar joggende hockeymeisjes uit de creatieve sector (voormalig zuidas) te koekeloeren. Die vind ik dan wel weer vindingrijk, maar die passen niet zo goed. Dus staan daar drie politiebusjes omheen op een BBQ zaterdag in het Vondelpark. Gedoe.
Dat Nihilisme werd treffend beschreven door de Coen Brothers in The Big Lebowski. Mijn generatie gelooft nergens in. Maar ze combineert dat met zingeving door eigen gesloten groepjes tot ‘open, vrij, saamhorig, en duurzaam te benoemen’. Iedereen reist, of doet vrijwilligerswerk. Reizen, en sport zijn de nieuwe religie. En ik zag in Tegenlicht zelfs een jongen die bepaalde dat de 21e eeuw de eeuw van de zingeving zou worden. Brrr. Ouderwetse religieuze termen. Gij zult vrij zijn.
Ik vind het lastig te duiden. Want ik geloof. Ik geloof erin dat iedereen op kleine schaal iets kan bereiken en dat er geen regels zijn anders dan de Gulden regel der ethiek. Maar ik geloof ook dat een systeem niet zomaar gaat liggen, en dat het systeem wat er na komt, ook niet heiligmakend zal zijn. Fukuyama heeft zijn boek ‘the end of history’ niet voor niets herroepen. Het is toch echt zo dat de aarde onvoorspelbaar is. Mensen zijn sterfelijk. Zingeving is voor mensen die niet kunnen genieten. Leegte leeft in ons allen, maar alleen zij die denken dat ze hem kunnen vullen, zijn ook echt leeg. Net zoals mensen die liefde zoeken, deze nooit zullen vinden. Ohja, en Rob Wijnberg is een lieve jongen.